Geduldig zijn is nooit besteed aan de koningin van shorttrack in Nederland. Suzanne Schulting is net een week weer een jaar ouder (27), maar de bezetenheid wint het onveranderd van het verstand, dat zegt dat blablabla….die enkel etc…. Ze weet het, die heeft tijd nodig gehad om te helen. “Dat neemt niet weg dat ik alweer verder zou willen zijn”, vertelt ze vrijdagmiddag na de kwalificatieraces van het internationale toernooi in Thialf, het tweede selectiemoment voor de World Tour. Ze is simpel door naar de halve finales van de 1000 en 1500 meter en de finale van de vrouwenrelay. Acht minuten, achttien seconden en eentiende aan racetijd, dat is de oogst van de rentree.
“Weinig bijzonders dus”, merkt bondscoach Niels Kerstholt op. “Suzanne is sterk, maar ze moet nu gaan racen. Daardoor wordt alles makkelijker. Ze heeft geen 500 meter gedaan, omdat ze van een enkelbreuk terugkeert. Dan wil je niet dat zo’n blessure nog het hele jaar zal door etteren. De wedstrijden van vandaag leken een beetje op de trainingsritten. Er komt altijd wat spanning bij, je moet je lijnen goed rijden…Suus heeft gedaan wat ze moest doen. Het wordt nu een kwestie van ritme oppikken”, geeft de oud-shorttracker aan.
Zaak is dat Schulting dat eind deze maand weer kan voelen, in Montréal, het eerste station van de World Cup – die met ingang van dit seizoen tot World Tour is omgedoopt. “Je wilt de honderd procent-versie zijn van jezelf zodra de competitie begint. Het gaat goed, maar ik zit nog niet aan dat percentage. Dat is frustrerend. Ik kan ongelooflijk veel dingen alweer: op de fiets ben ik supergoed, in het krachthonk heb ik meer gesquat en voorgeslagen dan dat ik ooit in mijn leven heb gedaan. Ik heb er heel hard aan gewerkt. Alleen is die enkel nog niet honderd procent. Helaas kun je dat niet sneller laten verlopen dan dat het gaat.”
Dat klinkt berustender dan dat ze is. Het woord frustratie huppelt nog wel een paar keer met de zinnen mee die als een kolkende waterval blijven komen. In vogelvlucht doet ze verslag van de lange periode waarin ze heeft moeten opkrabbelen, gelukkig doorspekt met genoeg euforische momenten; het mogen uitdoen van haar walker (een medische schoen die de voet en het enkelgewricht voldoende ondersteuning geeft); de eerste keer op het ijs, in Bormio. “Drie maanden na de breuk, dat was krankzinnig snel, al kon ik toen heus niet alle dagen trainen, omdat de enkel steeds erg dik werd. Ik kan dat geen trainen noemen zoals ik het zou willen…
“Ik begaf me op het ijs om rondjes te rijden, wat fijn was voor de benen, maar technisch gezien bereikte ik helemaal niets. In Inzell, op het trainingskamp met Jumbo, ben ik gaan langebanen. Daar had ik veel moeite met de stabiliteit. Desondanks waren dit mooie sprongetjes vooruit. Eenmaal terug in Heerenveen, waar de snelheid stilaan wat terugkeerde, merkte ik erg gauw dat de basisvoorwaarden niet voldoende waren om met meer vaart goed uit de voeten te kunnen. Ik had krachtverlies, of zoals ze in de Formule 1 zeggen: lack of energy.”
De tijd heelt de wond en brengt Suzanne langzaam maar zeker weer op de plek die ze ambieert: tussen de toppers. Bij voorkeur zou dat gaaf zijn als dat ook als langebaanrijdster van Team Essent mag lukken. Shorttrack is en blijft haar eerste sport, daar hoeft niemand aan te twijfelen. Toch is de blik evengoed gericht op bijvoorbeeld het World Cup Kwalificatietoernooi in Heerenveen (8-10 november), waarbij ze dolgraag een eerste vuurpijl zou willen afschieten op de 1000 meter. “Dat is ook mijn favoriete afstand in shorttrack.” Om dat te bewerkstelligen is reeds afgesproken dat Schulting na Canadese World Tour-etappe niet doorreist naar Salt Lake City (1-3 november) voor de volgende clash in de World Tour.
In die dagen moet ze zich klaarstomen voor de selectiestrijd om wereldbekerplaatsen op de langebaan. Dezelfde route volgt de piepjonge Angel Daleman overigens; de Leiderdorpse zet haar geld al langer op twee disciplines. Schulting: “Langebaanschaatsen zorgt ervoor dat ik gedurende het rijden niet bezig hoef te zijn met m’n enkel. Zodra ik op de shorttrackbaan sta, wordt het snel een kwestie van voelen dat het alweer pijn doet, omdat er zoveel meer G-krachten vrijkomen. Wat ik kan bereiken, weet ik niet. Ik hoop vooral op harde duizend meters. Het avontuur bevindt zich in de onderzoekende fase. Ik heb ooit een keer een 1.13.97 gereden (WK kwalificatietoernooi eind december 2020, red.), maar dat kwam ook omdat ik vanwege corona (er was veel afgelast, red.) meer dan normaal bezig was met langebaan.”
De uitslagen van de kwalificatiedag van de Dutch Open Shorttrack staan hier