Het verschil na de 1500 meter dus was te overbruggen voor Beune. Dat wisten beide vrouwen ook wel, toch lieten ze tussen de twee afstanden weinig los. “We gaan het zien”, was alles wat Rijpma-de Jong te zeggen had. “Als ik doe wat ik kan, is het mogelijk”, sprak Beune.
De inmiddels viervoudig kampioene van Team Reggeborgh had zaterdag nog een aanzienlijk betere 3000 meter neergezet dan twee weken geleden bij de nationale kampioenschappen. Wat dat betreft kon ze hoopvol toeleven naar de slotafstand. “Het is voor mij steeds moeilijker de lange afstanden te rijden. Toen die 3 kilometer lukte, gaf me dat wel wat meer hoop.”
Beune vloog erin met een snelle ronde (31,6) om gelijk de druk op te voeren. Haar opponente beet zich echter gelijk vast, gooide twee armen op haar rug en vond haar ritme. Na 3000 meter was het gat nog altijd maar 2,5 seconden. Rijpma-de Jong streed voor wat ze waard was en hield aan de meet net genoeg over.
De verliezer nam het goed op. “Het was net niet genoeg, ze heeft het heel goed gedaan. Tweede. Ik heb betere races laten zien dan op het NK, maar het kwam nu niet heel makkelijk. Ik reed niet zo soepel als toen. Het is jammer, maar ik moet het hiermee doen”, sprak de houdster van zowel de Nederlandse als de wereldtitel. “Naar mijn idee heb ik het nergens laten liggen. De 3000 meter had iets beter gekund, maar dit was wat erin zat. Ze is een bijter en ze heeft alles eruit kunnen persen in de laatste rondes.”
“In mijn hoofd ging er een knop om”, sprak de opgeluchte winnares achteraf tegenover de vaderlandse pers. “Ik vocht voor elke meter en dat is gewoon gelukt. Ten opzichte van twee weken geleden boekte ze veel progressie. In de week voorafgaand aan de Europese titelstrijd voelde ze zich dan ook telkens beter worden. Toch durfde ze pas vlak voor het toernooi te denken aan titelprolongatie. Die wens ook uitspreken deed ze nog niet, al bleek dat achteraf onterecht.
“Dit geeft een bevrijdend gevoel, een gevoel dat ik trots op mezelf kan zijn. Er was een periode dat ik mijn slag gewoon niet meer vond op de lange afstanden. Dat ik mezelf en mijn techniek in de weg zat. Nu kon ik weer schaatsen zoals ik zou willen. Het is eigenlijk een van de mooiste dingen om een 3 kilometer goed te rijden en vanaf het begin de macht te voelen.”
In de onderlinge strijd die de twee op de slotafstand uitvochten had Rijpma-de Jong het wel degelijk zwaar. “Het hoefde niet mooi, dan maar lelijk, maar het gas moest erop. Toen ik de één zag staan bij het klassement werd ik gelijk emotioneel.”
Nu laat de Friezin wel vaker haar emoties de vrije loop rond de ijsbaan. De tranen zijn haar niet vreemd. Toch was deze vierde Europese titel op rij voor haar de meest bijzondere. Waar ze na de medailleceremonie het meest naar uitkeek? “De arrenslee!” De Thialf-traditie werd zondag nieuw leven ingeblazen. Tot blijdschap van de paardenliefhebster die Rijpma-de Jong is.
“In de coronabubbel was er niemand en moest ik een beetje zwaaien naar zo’n stomme robot. Dat waren mijn ouders dan, dacht ik maar. Nu in een vol Thialf had ik gisteren op de 500 meter al kippenvel van al die mensen. Dat maak je nergens anders mee dan hier.”
Twee weken geleden was Merel Conijn nog de nipte zilveren medaillewinnares op het nationaal kampioenschap. Bij de Europese titelstrijd greep de jonge Noord-Hollandse naast de prijzen. Na afloop van het toernooi keek ze dan ook met een dubbel gevoel terug.
“Er zaten goede dingen en mindere dingen in. Het was in ieder geval leerzaam. Ik heb wat dingen geprobeerd met andere messen. Daar kon ik beter mee overweg op de sprint en dat was te zien aan de 500. De 1500 viel daarentegen een beetje tegen.”
Het was inderdaad de kortste afstand waar Conijn zich met vier tienden wist te verbeteren ten opzichte van twee weken terug. Het was tevens de enige afstand waarop ze sneller was. “Mijn afstanden waren net wat minder dan op het NK. Daar had ik drie pr’s en ik had gehoopt ze aan te scherpen, maar dat is helaas niet nog een keer gelukt”, bleef ze realistisch.
“Ik had niet verwacht kans te maken, maar je gaat er wel voor om te winnen”, sprak ze over haar gedachtes voorafgaand aan het toernooi. Ergens wist ze vast ook wel dat ze kans zou kunnen maken, maar zal ze zich wellicht ook voorgehouden hebben dat de prestaties van het NK niet zomaar te herhalen waren. “De concurrentie is sterk en je leeft elke keer van race naar race. Er zaten goede dingen in, alleen zat een goede einduitslag er dit weekend nog even niet. Het is een dubbel gevoel, maar hier kan ik mee verder de komende weken.”