Rintje Ritsma had in 1995 niet kunnen bevroeden dat hij nu de keuzeheer voor de teamonderdelen van TeamNL zou zijn. Destijds maakte hij zich juist los van de KNSB om zijn eigen koers te varen. Nu verdedigt hij - in dienst van de bond – het beleid van diezelfde KNSB. Ritsma: “Als sporter kijk je vaak niet verder dan het volgende NK, WK of de Olympische Spelen. De bond is er voor de korte maar vooral voor de lange termijn. Die moet er ook voor zorgen dat Nederland over 10 jaar nog steeds om de medailles strijdt. Bovendien dat er dan überhaupt nog geschaatst kan worden. Op kunst- én natuurijs als het er ligt.”
Wat Ritsma maar wil zeggen is: hij snapt als geen ander dat topsporters en hun coaches in de eerste plaats aan hun eigen, individuele of het belang van hun commerciële team denken. En dat dat soms schuurt met de belangen van hem als bondscoach en die van de KNSB. Toch heeft Ritsma ook oog voor het grotere plaatje.
“Ik vind dat de KNSB tegenwoordig zelf veel commerciëler denkt dan in mijn periode als sporter. En we hebben een, in mijn ogen, uitstekende samenwerkingsovereenkomst met de topteams. Zowel op sporttechnisch als commercieel gebied. Er is nu veel meer een gevoel van ‘samen sterker’ dan toen. We geven als KNSB experts en gespecialiseerde organisaties de ruimte om hun ding te doen als het ten goede komt aan de schaatssport. Het (laten) organiseren van de langebaanevenementen door House of Sports en grote shorttrackwedstrijden door TIG Sports is daar een mooi voorbeeld van.”
Het is zonneklaar dat de Nederlandse schaatsers elkaar beter maken door de onderlinge concurrentie. Daarnaast wijzen de cijfers uit dat het huidige systeem meer internationaal succes oplevert dan in de periode van de kernploeg, die na de actie van Ritsma opgedoekt werd.
Ritsma relativerend: “Sporters en coaches hoeven mij heus niet eeuwig dankbaar te zijn voor mijn daden van destijds. Het merendeel van de huidige topschaatsers was in 1995 nog niet eens geboren! Het zou niet fair zijn om te zeggen dat ze in een gespreid bedje terecht zijn gekomen, want ik weet ook hoeveel je er voor moet doen en laten om de top te bereiken. Sterker nog: júist door de toegenomen concurrentie in Nederland is de weg naar de top alleen maar zwaarder geworden. In die zin zou je ook kunnen zeggen dat ik het ze alleen maar moeilijker heb gemaakt, haha.”
Het blijkt voor Ritsma elke keer weer een hele toer om bijvoorbeeld een gezamenlijke Team Pursuit-training te organiseren. Zelfs met rijders uit hetzelfde topteam is het al lastig, laat staan als ze verschillende ‘bloedgroepen’ hebben. “Toen ik begon in 2022 had ik het idee om voor de Team Pursuit zowel bij de mannen als de vrouwen een brede trainingsgroep te formeren en dan elke week met elkaar op dit onderdeel te gaan trainen. Dat bleek in de praktijk niet werkbaar. Telkens konden of wilden meerdere rijders niet meedoen, wat logischerwijs weer voor frustraties zorgde bij degenen die wél aanwezig waren. In overleg met de rijders en de coaches hebben we daarna gekozen voor een vast drietal met enkele reserves.”
“Voor de TP is het qua wedstrijden ook een kwestie van balans zoeken tussen vastigheid creëren en de kansen wat meer spreiden. Want het is ook geen abc’tje dat de drie beoogde TP-rijders zich op het OKT allemaal via de matrix voor de Olympische Spelen kwalificeren. Ga je dan als selectiecommissie een derde TP-rijder aanwijzen ten koste van iemand die kans maakt op een individuele medaille? Dat blijft een duivels dilemma, waarbij ik als bondscoach met verschillende scenario’s rekening moet houden. Daarnaast kunnen vaste waarden in de TP-trein natuurlijk ook door ziekte of blessures niet beschikbaar zijn.”
“Dat is ook de reden waarom ik na het wegvallen van Patrick Roest dit seizoen op de TP in de World Cup met Joep Wennemars, Bart Hoolwerf en Jorrit Bergsma drie verschillende types rijders heb uitgeprobeerd als derde man naast Beau Snellink en Chris Huizinga. We hebben van dit drietal nu in ieder geval een goede indruk gekregen in wedstrijdverband en extra data voor de Team Pursuit verzameld. Deze data hadden we al beschikbaar van Marcel Bosker, die in het verleden vaker de Team Pursuit heeft gereden en van wie we weten dat hij zich ook snel kan aanpassen aan de slag van Beau en Chris. We hebben deze formatie vorige week in Thialf nog een keer getest en geconcludeerd dat we met Beau, Chris en Marcel op het WK de meeste kans op een medaille hebben. Daarbij moeten Joep, Bart en Jorrit in Hamar een dag later ook allemaal op een afstand in actie komen, dus zij kunnen zich daar nu voor 100 procent op focussen.”
Dat Bosker eerder dit seizoen openlijk kritiek uitte op Ritsma’s keuze om hem te passeren zonder dit volgens de rijder van Reggeborgh duidelijk met hem te communiceren, is voor de bondscoach geen beletsel hem nu weer op te stellen. Ritsma: “Je bent nu eenmaal ook bondscoach om keuzes te maken. Vaak bespreek ik die vooraf met rijders en hun coaches, maar soms ook niet omdat het dan in mijn ogen wel duidelijk is. Ik ben altijd bereid om persoonlijk tekst en uitleg te geven als sporters daar om vragen. Marcel en ik hebben onze vermeende miscommunicatie inmiddels besproken en zijn het erover eens dat we er allebei anders over denken. Dat mag. You can agree to disagree. We kijken nu weer vooruit. Je kunt het als bondscoach nooit voor iedereen altijd goed doen. Keuzes maken en daarvan de consequenties aanvaarden, zijn inherent aan topsport. Uiteindelijk moet iemand de knopen doorhakken. Als het gaat om de teamonderdelen in de schaatssport, ben ik dat. Dat doe ik naar eer en geweten en altijd met de intentie om voor goud te gaan!”