Zich bezig houden met het Olympisch seizoen, eigenlijk doet hij dat nog helemaal niet. Knegt schaatst met de instelling om finales te bereiken en weet dat nominaties dan vanzelf komen. Het is niet een kwestie van of ze vallen, maar wanneer. Op die vraag gaf hij vandaag antwoord. “Ik was er totaal niet mee bezig. Maar het staat genoteerd”, reageerde Knegt.

Dat Knegt zijn eerste voorselectie voor het Nederlands Olympisch team binnen zou halen op de 500 meter had hij niet verwacht. Ook al wordt de Fries wat explosiever, de sprint blijft de afstand waarop hij het minste uit de voeten kan. “Ik heb een hele hoge topsnelheid, maar behaal die pas in de laatste drie rondes.”

En dan zijn de schaatsers met de pure sprintvezels al gevlogen, zo merkte de 22-jarige Fries in de halve finale. “Liam (McFarlane, red.) en die Brit (Paul Stanley, red.) waren vijftiende sneller in de eerste halve ronde. Dan mis je de aansluiting. Dat gat rij ik wel dicht, maar dan ben je te laat en kun je niets meer doen.”

De B-finale, waar hij tegen een penalty aanliep, was frustrerend voor Knegt. “Ik had ‘m net zo goed kunnen winnen. We gaan met drie man de bocht in en ik zit er net tussenin. Als ik niet opzij stap liggen we met z’n drieën in de boarding. Wat wil de scheids dan?”

De Europees kampioen kwam op de 1500 meter in Montreal en Calgary nog net niet door de halve finales heen, maar schaatst lekker. De topvorm laat op zich wachten, zoals gepland in het programma van Knegt en zijn coach Jeroen Otter. Van de Russen had hij toch even schrik.

Die hielden in Calgary huis met winst op beide 1000 meters en een wereldrecord van Vladimir Grigorev op de 500 meter, dat later verbroken werd.  “Ik dacht even: lopen we nou achter? Maar vorig seizoen waren ze ook machtig en zakten ze er in de tweede helft doorheen. Ik weet dat ik nog in het seizoen kan groeien.”