Sinds hij deelneemt aan de Winter World Master Games (Innsbruck 2020 en Baselga 2024) ontpopt Michiel Wienese zich als vurig pleitbezorger voor de mastersport. De 45-jarige Noord-Hollander zoekt publiciteit, erkenning én support van schaatsers die de leeftijdsgrens van 30 jaar zijn gepasseerd. "Samen kunnen wij een breed enthousiasme ontketenen. Een enthousiaste vader of moeder trekt vanzelf de aandacht van de kinderen om ook te gaan schaatsen. Andersom levert een bankhangende ouder niet zelden een bankhangend kind op.”

Vanwaar die drive, waarom is bekendheid zo belangrijk voor oudere sporters?
Wienese: “Bekendheid brengt je respect, zelfvertrouwen en urgentie, allereerst in eigen kring en dan ook daarbuiten. Als een meester de beste leerling even naar voren haalt, dan groeit dat kind. Het maakt niet uit in welke klas je zit. Dat gewaardeerde kind blijft ook gedreven, als een klassenvertegenwoordiger. Als een sportbond of -club hetzelfde doet met zijn beste of meest gemotiveerde atleten per leeftijdscategorie, dan werkt dat hetzelfde. Door ook masters een podium te geven, bevorder je als KNSB dat mensen de schaatssport een leven lang leuk en relevant blijven vinden.”

Het promoten van ‘een leven lang sporten’, is dat wat je drijft?
“Het voert nu bij mij de boventoon, maar vroeger was dat anders. Toen wilde ik ook grenzen slechten, zoals die magische 2.00 minuten op de 1.500 meter. Nu ben ik 45 jaar en gaan andere doelen spelen. Laatst las ik dat Nederland in 2050 twaalf miljoen chronisch zieken telt. Daar wil ik niet bij horen. Ik beschouw sport nu niet meer als doel, maar als middel om de fitste versie van mezelf te zijn. Die visie wil ik overdragen op onder anderen mijn zoontjes en clubgenoten bij de IJC Haarlem. Ik ben nu 45 en wil graag heel gezond 90 jaar of ouder worden. Sport helpt daarbij en het best werkt een sport waarvoor je een passie voelt. Bij mij is dat schaatsen.”

Het was logischer geweest als Michiel Wienese, 1,93 meter lang en bijna 100 kilo zwaar, zijn hart aan de roeisport zou hebben verpand. Vader Jan Wienese werd in 1968 olympisch kampioen in de skiff, iets wat geen enkele Nederlandse man hem ooit nadeed. Michiel stapte wel in de boot, roeide zelfs zes jaar in clubverband, maar beleefde daar als ‘zoon van’ weinig plezier aan. “Ik heb één wedstrijd gevaren, maar iedereen had meteen verwachtingen, ik vond het vreselijk. Daarbij raakte ik oververhit. Mijn lichaam is niet gemaakt voor hard sporten boven de 20 graden.”

Met zijn vader heeft hij een bijzondere verhouding: Jan neemt tegenover Michiel meer de rol van een action hero in dan die van vader. “Jan is wel mijn trouwste sportvriend. Ik heb veel van hem geleerd: vooral dat je ook in staat moet zijn zelf in je eentje dingen te ontwikkelen. Begin maar gewoon, anders is je kans misschien verkeken. Die insteek is nu zeer bruikbaar.”

Michiel Wienese in beeld met schaatslegende Johann Olav Koss
Wienese (links) op de foto met de man die de liefde voor het schaatsen bij hem aanwakkerde: Johann Olav Koss. | Foto: eigen foto

Ondanks een heftige ervaring als kleuter van vijf, toen hij bij zes graden vorst op natuurijs 17 kilometer achter zijn vader aan moest kachelen, ontwikkelde Michiel een grote liefde voor het schaatsen. Als jongen van tien mocht hij op vrijdagavond met pa mee naar de Jaap Edenbaan. “Dat vond ik fantastisch. Er hing een romantische sfeer, met die lichtjes rond de baan en publiek dat vrolijk en relaxed was.” Met opa Van Roode (vader van zijn moeder) zat Michiel voor de buis toen Johann Olav Koss de olympische held van Hamar werd. “Toen ben ik echt verliefd op het schaatsen geworden."

Michiel was 15 jaar toen hij lid werd van Hardrijdersclub Amsterdam (HCA). Talenten van zijn leeftijd reden al in selecties rond, waarin voor hem geen plekje was. Om te trainen met schaatsers van zijn niveau reed hij als tiener reeds rond met masters. Michiel deed het met een fanatisme dat nu eenmaal in zijn sportgenen zit. Als amateur trok hij naar Calgary, uiteraard op eigen kosten. Bijna al zijn persoonlijke records reed hij op de Olympic Oval in 2007, tussen de grote merkenteams.

In die periode was hij, via zijn sportmarketingbedrijf Skate For You, manager van een eigen schaatsteam. In 2005 zette hij mede de APPM-ploeg op. Later werd hij eigenaar van Team 1nP, met onder anderen Hein Otterspeer, Arjen van der Kieft en... Irene Schouten. “Ik deed het om andere schaatsers te helpen hun dromen waar te maken en om iets nieuws te doen in de sportmarketing. Ik beschouwde het ook als een strijd van de talenten, zoals ik mijzelf zag, tegen de gevestigde orde, zoals men mijn pa zag.”

Michiel stak er zijn ziel en zaligheid in, maar in 2012 hield de ploeg op te bestaan. Met twee afgeronde studies op zak (civiele techniek en bedrijfseconomie) werkt hij nu als zzp’er in de bouwwereld, als contractmanager voor grote projecten. “Ik heb de tweede Coentunnel en de Hoekse Lijn op mijn CV staan. Ook iets om trots op te zijn.”

Doordat hij eigen baas is, kan de Krommenieër trainen wanneer hem dat het best uitkomt. Veel mastersporters richten hun leven zo in dat er voldoende ruimte en tijd is voor training en wedstrijden. Dat kan ver gaan, zeker in aanloop naar officieuze WK’s en de Winterspelen voor masters. Dan slaap hij zelfs in een hoogtetent om optimaal voorbereid aan de start te staan.”

Waarom vind je die prestaties zo belangrijk?
“Dat is deels omdat ik strijd oprecht heel gaaf vind, en deels omdat ik mij vorm naar de prestatiemaatschappij waarin wij zitten. De winnaar krijgt de ruimte om zijn verhaal te vertellen: naar hem wordt geluisterd. Dus alleen de winnaar kan het systeem veranderen, daarom zijn die medailles zo belangrijk. Ik denk serieus dat er een mooie taak ligt voor meer dan duizend breedtesport-kampioenen.”

Je gedrevenheid werkt soms tegen je, het levert ook geschamper op...
“Ik krijg juist veel positieve reacties, er zijn steeds meer mensen die inzien hoe belangrijk dit is. Buiten kijf staat dat sport en beweging goed voor ieders gezondheid. En door te laten zien dat je ook op latere leeftijd nog altijd kunt presteren, op jouw eigen niveau, stimuleer je die sportdeelname. Dat is waar ik me sterk voor maak.”

Hij was lid van HCA, sloot zich als (Delftse) student aan bij HVHW in Den Haag, stapte over naar SKITS in Amsterdam en is sinds 2016 lid van de IJsclub Haarlem. Op de IJsbaan Haarlem traint hij nu twee keer per week. Daarnaast sport hij wekelijks nog twee keer (hardlopen, fietsen, kracht) en pakt hij een extra training in aanloop naar wedstrijden. “Zo doe ik het al 25 jaar. Dat is prima in te passen in het werkzame leven, zelfs met een gezin (hij heeft een vriendin en twee zoontjes, red.). Ik kan het iedereen aanbevelen. ”

Michiel Wienese staat niet altijd op het ijs, hier is hij aan het kitesurfen in Egypte.
Michiel Wienese staat niet altijd op het ijs, hier is hij aan het kitesurfen in Egypte. | Foto: eigen foto

Als master heeft Wienese ook tennis ontdekt en elke zomer pakt hij het kitesurfen op. Vooralsnog blijft het schaatsen op nummer één staan. Als veertiger weet hij dat de lichamelijke aftakeling, die nu eenmaal past bij het ouder worden, is begonnen. Sport vertraagt dat proces. Maar het rijden van pr’s, waar je als jonge schaatser elk jaar weer naar streeft, is er niet meer bij.

Uitdagingen zijn er nog wel volop: Wienese wil prijzen blijven winnen bij NK’s, WK’s en de Winterspelen. Bij de masters begin je elke vijf jaar in een nieuwe leeftijdscategorie, waar je als jongste rijder weer meer kans maakt op titels en records. “Op steeds meer banen worden, op ons aandringen, voortaan de master-baanrecords bijgehouden. Dat was nu een goed voorbeeld van tussen wal en het schip te zijn geraakt.”

Michiel start dit seizoen in de categorie 45+. De NK allround voor masters (Enschede) en WK sprint (Milwaukee) zijn de wedstrijden waarvoor hij traint. In 2028 wil hij voor de derde keer deelnemen aan de Winter World Master Games, die dan in het Finse Lahti worden gehouden. “En ja, daar wil ik ook voor de derde keer op een rij goud winnen.”

Michiel Wienese passeert zijn tegenstander op de kruising van het WK Masters in Enschede
Wienese op het ijs tijdens het WK in eigen land. | Foto: Carl Mureau

In de aanloop naar Lahti zal de trainingsarbeid weer worden opgeschroefd. Minstens zo veel energie steekt Wienese in het promoten van de mastersport. Hij lobbyt zich suf. Een volgend doel is om de WK’s voor masters bij het schaatsen aan een officiële status te helpen, waarvoor de bal nu bij de Internationale Schaatsunie ligt. In het wielrennen is dat al zo ver, wat onder anderen good-old Mario Cipollini aan de start bracht.

Waarom moeten WK voor masters zo nodig een officiële status krijgen?
“Dat maakt echt een groot verschil. De massastart werd pas serieus genomen toen het een WK-onderdeel werd. Het kan een aantrekkelijke route bieden voor schaatsers die net niet goed genoeg zijn voor de top. Rijders zien na een KNSB Talent Team vaak geen uitdaging meer, zij haken af. Ze hebben wellicht een halve ton geïnvesteerd en zichzelf vijftien jaar lang veel ontzegd, waarom dan niet mooi afsluiten met een wereldtitel in plaats van als middenmoter bij een Holland Cup? Je kunt het ook beter verkopen naar jezelf of je werkgever dat je 3000 euro uitgeeft voor een trip naar Milwaukee als je daar officieel wereldkampioen kunt worden. En hoe trots maak je dan je zoon of dochter?”

Wienese hoopt tot op hoge leeftijd te kunnen blijven sporten, liefst hardrijdend op ijzers over het ijs. “Schaatsen is de steunpilaar in mijn leven. Die sport werkt als yoga voor mijn ziel en cardio voor het lijf. Het houdt je hoofd vrij van problemen, dat gun ik iedereen in deze drukke maatschappij.”