Cees Lissenberg (81) is een rasechte Amsterdammer en hij woont in Almere. Ondanks zijn leeftijd staat hij nog altijd vier avonden per week als trainer op het ijs van de Jaap Edenbaan. Daarnaast volgt hij de verrichtingen van zijn pupillen op de voet en gaat hij elke week naar de wedstrijden. "Ik wil zien welk resultaat ze behalen en ik geniet er ook echt van."
Zijn zoon Yoeri is onlangs vanwege een rugblessure gestopt met marathonschaatsen, maar schoondochter Daniëlle Lissenberg-Bekkering rijdt nog altijd bij de Dames. Ook twee kleinzoons zijn inmiddels aan het schaatsen. "Het is een machtige sport. Het hoeft ook helemaal niet altijd op niveau te gebeuren. Plezier beleven is meer dan voldoende."
Hoe bent u met schaatsen in aanraking gekomen?
"Dat is een beetje een vreemd verhaal. Ik reed motorcross en omdat je daarbij altijd op die steunen moest staan, wilde ik sterkere benen krijgen. Ik dacht dat schaatsen daarbij zou kunnen helpen. Toen kreeg het schaatsen me te pakken en dat is nooit meer weggegaan. Ik heb mijn motorfiets weggedaan en ik ben lid geworden van de Nederlandsche Vereniging tot Bevordering van het Hardrijden op de Schaats (NVBHS). Dat was in 1961, in Amsterdam, want dat was in die periode de enige baan."
Wanneer ben u met vrijwilligerswerk begonnen?
"Dat was toen ik zelf stopte met marathons rijden. Ik dacht dat dit in 1974 was. Ze hadden toen baancommissarissen nodig voor de marathonwedstrijden en ik heb zelfs nog mijn jurydiploma gehaald. In de tijd van ome Gerrit Portengen was ik er altijd al nauw bij betrokken."
"Zelf heb ik vrij lange tijd marathons gereden. De eerste marathons werden in Amsterdam gehouden. Daar was destijds meneer Koornstra en die moest je 2,50 betalen en dan kreeg iedereen een nummer. Ook Jeen van den Berg trainde toen al op de Amsterdamse Jaap Edenbaan. Dat was allemaal na die Elfstedentocht in 1963. Daar heb ik ook aan meegedaan, maar ik ben van het ijs gehaald toen het donker werd. In 1984 heb ik hem wel uitgereden."
Waar houdt u zich allemaal mee bezig?
"Ik ben trainer bij HCA (Hardrijdersclub Amsterdam), waar ik samen met Hans Pieterse onder andere de marathonselectie training geef. Maar ik ben ook betrokken bij de Amstelbocht en samen met Wout List heb ik de Almeerse Schaatsvereniging opgericht. Eigenlijk kunnen ze me overal wel voor vragen. Al is het om ’s nachts een start- en finishlijn in het ijs te zagen, wat ik ook wel eens heb gedaan."
Ook geeft u schaatstraining aan de Amsterdamse politie.
"Ja, Gerrit Swartsenburg heeft bij mij stage gelopen en hij werkte bij de politie. Zo’n vijftien jaar geleden hadden ze iemand nodig en hebben ze mij gevraagd. Dat is hartstikke leuk om te doen. En dat terwijl ik vroeger zo’n hekel aan de politie had. Ik wilde in een toneelstukje nog geen politieagent zijn en nu geef ik ze training."
U geeft zowel training aan recreanten als topsporters. Wat vindt u het mooiste om te doen?
"Ik heb geen voorkeur. Hoewel...ik ben ook altijd jeugdtrainer geweest en dat is toch wel het leukste. Weet je waarom? Die jeugd pakt alles zo snel op. Prachtig om mee te werken om ze de basis van het schaatsen bij te brengen. Zeker wanneer je dan later ook een heleboel jongens en meiden in de rondte ziet rijden waar ik min of meer een aandeel aan heb geleverd om ze betere schaatsenrijders te laten zijn. Niet alleen met schaatsen maar ook mentaal. Hoe ze met elkaar omgaan."
"Elke woensdagmiddag ben ik starter bij de kindermarathon. Dat gaat maar over 7 of 8 rondjes, maar dan staan er toch 15 kinderen op een rijtje om te starten. Dat vind ik zo’n verschrikkelijk leuk werk om te doen. Eerst moet je natuurlijk de nervositeit bij die kinderen wegnemen. Af en toe een dolletje dat houdt mij ook jong. Degene waarmee ik optrek zijn over het algemeen toch jonger dan ikzelf ben. Zij houden mij op de hoogte van alles en nog wat. Ik heb mezelf opgelegd dat ik er voor hen moet zijn. Maar het voelt absoluut niet als een verplichting."
En u helpt bij het organiseren van wedstrijden.
"Ja, ik zit in de stichting van SISKU. Wij organiseerden altijd de 24 uurs van Baselga di Piné en van daaruit is de 4x4 in Alkmaar ontstaan. En we organiseren reizen naar de Weissensee. Daar heb ik dan ook weer een taak. Ik krijg van de Viking-fabriek bouten, moeren, veren en dergelijke mee en zelf neem ik mijn rondingsmachine, mijn bendingsijzer en mijn motorvijl, om de punten eraf te halen, mee. Dan sta ik daar voor iedereen klaar en dat geeft zo’n voldoening. Dat is ook vrijblijvend en daar wil ik ook helemaal niks voor hebben. Yoeri heeft me wel eens het verwijt gemaakt dat ik dan de schaatsen van zijn grootste tegenstanders sta te prepareren."
Wat deed u vroeger in het dagelijks leven?
"Ik was uitvoerder bij een middelgroot aannemersbedrijf met zo’n dertig man personeel. Ik had toen ook al alle tijd, want mijn baas gaf me alle privileges die ik wilde hebben. Dat kwam doordat ik op mijn werk ook altijd wat meer deed dan ik hoefde te doen. Zulke bazen kom je niet meer tegen."
Uw vrouw Anneke heeft niet zoveel met schaatsen.
"Nee, helemaal niets. Maar ze steunt me aan alle kanten en ik denk dat dat ook de reden is waarom ik dat allemaal kan blijven doen. In de juniorentijd van Yoeri ging ze wel samen met onze dochter mee naar de wedstrijden, maar sinds de marathon niet meer. Ze is het liefst thuis, eventueel met de kleinkinderen."
In 2004 bent u voor al uw vrijwilligerswerk benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau.
"Ja, daar hebben ze me mooi in laten lopen. Ik wist echt niet wat me boven mijn hoofd hing. Ik werd naar het gemeentehuis gelokt en van de burgemeester van Almere ontving ik toen een lintje. Achteraf is dat natuurlijk heel leuk en ook een bevestiging voor datgene wat je altijd hebt gedaan."
Wat is voor uzelf de voldoening van het vrijwilligerswerk?
"De respons die ik krijg van andere mensen. Ik doe het allemaal zo allejezus graag. Eigenlijk is dat heel vreemd, maar ik kan niet onder woorden brengen hoe dat komt. Ik weet het echt niet en ik wil het ook niet missen."
Wat is u - terugkijkend op al die jaren vrijwilligerswerk - het meest bijgebleven?
"Ik ben bij diverse verenigingen tot Erelid of Lid van Verdienste benoemd en op de Weissensee heb ik ook eens een oorkonde gekregen, omdat ik daar al zo langdurig kom. Maar weet je wat ik echt heel leuk vond? Ik zit altijd in de kleedkamer op mijn eigen plekkie en toen ik een lintje had gekregen hadden ze onder de kledinghaak een heel mooi gegraveerd bordje gemaakt met ‘Ridder Cees’. Ik vind dat zo leuk dat sommige mensen de tijd nemen om zo’n bordje te maken en ook nog onder die haak spijkeren. Geweldig."
Hoelang denkt u er nog mee door te gaan?
"Zolang ik daar fysiek nog toe in staat ben. Ik heb nu de gelukkige omstandigheden dat ik nog steeds een voorbeeldfunctie heb. Als ik wat wil voordoen bij die jongens en meiden kan ik in die kniehoek duiken en kan ik het nog voordoen. Ik kan zelf nog doen wat ik vind dat ik hen moet aanleren. Dat heb ik van Moeder Natuur meegekregen en daar moet ik me maar gelukkig mee prijzen."
"Zodra Yoeri zijn trainerspapieren heeft, stop ik met het selectiegebeuren. Dan neemt hij samen met Hans Pieterse die trainingsgroep van me over. Ik hoef niet te twijfelen hoe ze dat met elkaar gaan oplossen, want ze hebben alle twee een staat van dienst binnen het marathonschaatsen. De laatste drie jaar is Hans al mijn assistent en hij heeft soms trainingsvormen daar heb ik zelf nooit aan gedacht. Fantastisch."
Welke vrijwilliger(s) wilt u graag terugzien in de ‘Vrijwilliger van de Week’, en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!