Staan bij een NK wel de juiste mensen aan de start: zij die zich volgens de reglementen netjes hebben geplaatst? En komt op de 500 meter wel de juiste winnaar op het scorebord: die met de snelste tijd of het beste klassement na twee ritten? Leen van den Heuvel regelt, als zogeheten sportexpert, dat dit in orde is.
Stilletjes, achter de schermen, terwijl schaatsers shinen en het publiek feestviert, doet hij zijn werk. “Ik hoef niet zo nodig op de voorgrond”, zegt de geboren Stolwijker. “Vind het fijner om mee te helpen een goed evenement neer te zetten, dat verloopt volgens de regels die we met elkaar hebben afgesproken.”
Dat werk als sportexpert is een nieuwe bezigheid, in elk geval is het een nieuwe titel die hij heeft behaald bij de Internationale Schaatsunie (ISU). Van den Heuvel doet sinds 1997 al van alles als bestuurder in de schaatswereld. Met liefde en plezier. “Want schaatsen is zo’n mooie sport. Iedereen doet het: van boerenzoon tot medisch specialist. En je kunt tot op hoge leeftijd actief blijven, want je verleert het nooit.”
Krimpenerwaard
Als kind van de waterrijke Krimpenerwaard, met een grote schaatshistorie, stond Leen al vroeg op schaatsen. “Bij ons leerde je als kind fietsen, zwemmen én schaatsen.” Hij schopte het tot de regionale subtop en mocht twee keer meedoen aan een junioren-NK. “Mijn hoogtepunt was dat ik clubkampioen werd van STV Lekstreek, op natuurijs in Schoonhoven, waar ik Leo Visser achter me hield. Maar hij reed het jaar daarna het WK in Inzell en voor mij strandde het schip.”
Veel verdriet had Leen er niet van. Hij bleef, als liefhebber, altijd zelf zijn rondjes schaatsen. En werd in 1997 voorzitter van STV Lekstreek, een functie de hij tot 2010 bekleedde. “Ik werd ervoor gevraagd en deed het graag”, vertelt Van den Heuvel. “Zo kon ik wat terugdoen voor de sport.”
Bijna als vanzelf ging Van den Heuvel bij zijn club ook als trainer aan de slag. “Ik vond dat meteen erg leuk en deed het best wel fanatiek.” Hij ontfermde zich in het trainersteam mede over de talentvolle jeugd bij STV Lekstreek. “Een paar daarvan schopten het vanuit de club tot deelname aan het NK voor junioren en zelfs voor senioren. Dat was mooi. Als trainer help je rijders het beste uit zichzelf te halen, dat kan op elk niveau. Het leuke is dat je door inzet heel veel kunt bereiken, talent alleen is lang niet genoeg. De mix van techniek, het juiste programma en omvang draaien, die maakt het interessant.”
Anno 2024 is Van den Heuvel nog altijd als schaatstrainer actief. Elke zaterdagochtend begeleidt hij (samen met twee andere trainers) een groep zo’n dertig vrouwen, van 20 tot 60 jaar oud, op het ijs van De Uithof. Ook springt hij bij als trainer van de Masters Dames Utrecht. Dat is niet toevallig, want in de schaatswereld kennen velen Leen van den Heuvel als het gezicht van het Masterscircuit Langebaan Nederland (MCLN). Die club werd opgericht om aantrekkelijke wedstrijden voor de oudere schaatsers (30+) te organiseren.
Van den Heuvel is sinds 2012 secretaris van MCLN en doet ook de wedstrijdorganisatie. Hij rolde het masterswereldje in via zijn vrouw Monique Vergeer, met wie hij in 2007 trouwde en die op huwelijksreis naar Calgary naar een wereldtitel bij de WK Masters schaatste. Dertigplussers vormen de grootste groep leden van de KNSB, maar zij voelen zich niet altijd voor vol aangezien. In Leen vinden ze een warm pleitbezorger, die het NK Masters mede aan een officiële status hielp.
“Iedereen bij de KNSB ziet intussen wel in dat de masters een belangrijke groep zijn binnen de bond”, zegt Van den Heuvel. “Dat is ook goed en nodig. Voor masters is het motiverend om een Nederlands kampioenschap met gelijkgestemden te kunnen rijden. Dat is echt een doel om naartoe te werken. Het helpt mensen om het beste uit zichzelf te blijven halen. Dat moet je koesteren.”
Via het MCLN werd Van den Heuvel actief bij de internationale organisatie van masterschaatsers, IMSSC. Zo is hij nauw betrokken bij de jaarlijkse WK’s, waarvan de laatste in Enschede plaatshad, én de vierjaarlijkse Winter World Master Games. Dichter bij huis belandde hij in 2015 in het sectiebestuur langebaan (en kortebaan) van de KNSB, waarvan hij tot deze zomer secretaris was.
Na negen jaar moest hij, conform de statuten, afscheid nemen. Een nieuwe rol was snel gevonden: Leen is nu lid van de scheidsrechterscommissie. En hij is dus internationaal sportexpert, waar hij als verlengstuk van de hoofdscheidsrechters zorgt dat de regels goed worden nageleefd. “Hiervoor ben ik ook inzetbaar bij World Cups, EK’s en WK’s.”
Saai werk? Hij vindt van niet. Zijn drijfveer? “Mijn ouders hadden thuis een zuivelwinkel, zij konden zelden rijden als ik moest trainen op De Uithof. Hoewel ik geen supertalentje was, waren er heel veel mensen met wie ik mee kon rijden. Zoals er ook altijd mensen waren die het organiseren van wedstrijden mogelijk maakten. Dat ben ik nooit vergeten: vrijwilligers zijn onmisbaar voor de schaatssport. Als bestuurder kon én kan ik wat terugdoen voor de sport.”
Hij geeft toe, dat het besturen hem soms ook ergernis oplevert, als dingen niet lopen zoals hij graag ziet. Of als de KNSB zijns inziens te weinig oog heeft voor zijn vrijwilligers. “Maar de balans slaat nog altijd positief uit: het werken in de schaatssport geeft me meer energie dan ik erin stop. Hoe lang ik nog doorga? Haha, tot het niet meer gaat.”