Volgens de schaatser van beslist.nl is er bij het instellen van de aanwijsplek onvoldoende naar de schaatsers geluisterd. De atletenraad mocht wel meebeslissen over de aanwijsplekken, maar slechts in beperkte mate. "We konden na een stevige discussie kiezen tussen twee opties: voor twee aanwijsplaatsen of voor één. We konden niet kiezen voor nul. Dat hadden veel mensen wel willen aankruisen", zegt Tuitert.

Hoewel 'geen aanwijsplek' niet als optie werd gegeven heeft 28 procent van de schaatsers dat toch uit eigen beweging ingevuld op het enquêteformulier. Daarmee heeft uiteindelijk achttien procent aangegeven twee aanwijsplekken te willen en 54 procent heeft gekozen voor maximaal één aanwijsplek.

Volgens Tuitert gaat de aanwijsplek niet samen met de topsportmentaliteit die horen bij de Spelen. "Sporters die individueel niet goed genoeg zijn voor de Spelen gaan toch mee voor de ploegachtervolging. Ik vind het een drogreden dat er zo aan de medaillekansen van Nederland wordt bijgedragen. Je maakt de medaillekansen op andere afstanden juist kleiner."

Op twitter benadrukt Rhian Ket dat één aanwijsplek voor de team pursuit en één calamiteitenplek wel op brede steun kunnen rekenen. "De KNSB en NOC-NSF hebben in deze niet geluisterd naar de sporters. Een optie waar men vrede mee kan hebben:  één calimiteiten plek en één voor de team pursuit."

Tot het instellen van de aanwijsplek voor de ploegachtervolging in Sotsji is al anderhalf jaar geleden besloten door KNSB en NOC*NSF. Het is niet duidelijk of de enquête nog enige verandering in het selectiesysteem zou kunnen brengen.