Ze vormden vijf jaar een schoonrijpaar dat bij wedstrijden menig podiumplek behaalde. Maar een NK winnen, dat lukte alleen solo. Thea den Hollander – Straathof was vijf keer kampioen van Nederland, Johan Westerbeek behaalde drie nationale titels. Zij reed in 2023 haar laatste wedstrijd, hij gaat nog wel eventjes door.

Samen geven ze elke dinsdag training op ijsbaan Silverdome in Zoetermeer. De aloude schoonrijgroep aldaar is tegenwoordig aangesloten bij de IJsclub Zoeterwoude. Na de training is er tijd voor thee en warme chocomel, zelfgebakken taart (want een van de rijders is jarig geweest) en een goed gesprek met deze twee Masters van het IJs, de oudsten uit deze serie.

Hoe is bij jullie de liefde voor het schaatsen begonnen?
Thea: “Wij woonden op een boerderij in Gelderswoude, met water aan beide kanten. Als kind trok ik thuis de schaatsen aan, Friese doorlopers, en dan ging ik naar buiten op de rug van mijn vader, die me netjes op het ijs zette. Ik wilde kunstschaatsen zoals Sjoukje Dijkstra deed en kreeg op mijn 17de witte schaatsen met kerst. Omdat ze een maatje te klein waren, moesten ze geruild worden. Drie dagen lang lagen ze me aan te staren, terwijl ik er liefst meteen mee het ijs op wilde. Ik heb in mijn jeugd veel aan atletiek gedaan en schaatsen op natuurijs was prachtig. Toen ik trouwde en kinderen kreeg, kwam het schaatsen op een laag pitje te staan. Via mijn zwager kwam ik in 1990 in contact met het schoonrijden en datzelfde jaar nog ben ik wedstrijden gaan rijden en in 2016 haalde ik mijn eerste nationale titel. De aanhouder wint.”

Johan: “Mijn vader was schipper en in de winter van 1963 lagen we ingevroren in Duisburg. Daar, op het stukje ijs tussen de wal en het schip, heb ik het schaatsen geleerd. In de jaren 70 ben ik lid geworden van de IJssportvereniging Alblasserwaard en heb jarenlang wedstrijden langebaan gereden. Ik reed ook graag motor, vond het heerlijk om wat schuin in de bochten te hangen en toen ik in 1978 in aanraking kwam met shorttrack, dacht ik: dit is het helemaal! Heb de nationale selectie nog gehaald, maar koos toen voor mijn gezin en begon mijn eigen rijschool. In 2010, toen de Sportboulevard in Dordrecht openging, was er een clinic schoonrijden. Dat leek me wel leuk. “Maar is wel heel moeilijk hoor”, zeiden ze. Daar moest ik om glimlachen, ik deed gewoon mee op schorttrackschaatsen. Al gauw schafte ik echte schoonrijschaatsen aan en daar rijd ik nog steeds op. Schoonrijden is een heerlijke tak van sport.”

Thea den Hollander – Straathof en Johan Westerbeek
'Als je de slag beheerst is er niks mooiers dan dat. Rustig in cadans glijden over het ijs, met die muziek erbij.' | Foto: Carl Mureau

Schoonrijden is nostalgie, onderdeel van ons immateriële culturele erfgoed. Sierlijk zwieren over het ijs op speciale schaatsen die dikke, licht gebogen ijzers hebben. Afwisselend rijden op de buitenkant en op de binnenkant van de schaats. Lekker ontspannen, op zoek naar de perfecte schaatsslag. Individueel of met een partner, soms met een stok, soms hand in hand of in een groep. Deze tak van de schaatssport is bij uitstek geschikt voor masters: schaatsers die niet meer streven naar de snelste tijd of de perfecte sprong, maar gewoon genieten op het ijs.

Wat is voor jullie de charme van het schoonrijden?
Thea: “De ontspanning! Als je de slag beheerst is er niks mooiers dan dat. Rustig in cadans glijden over het ijs, met die muziek erbij. De slag is vergelijkbaar met hardrijden, maar dan in een vertraagde vorm. Bij schoonrijden hoef je geen diepe hoeken met je knieën te maken, maar rijd je fier rechtop, wat minder belastend is voor je rug. Schoonrijden is ook veel gezelliger. Hardrijders zijn best eenzame schaatsers, ze rijden alleen of achter elkaar en altijd maar op tijd, tijd, tijd.”

Johan: “Gianni Romme en Sven Kramer zouden wel goede schoonrijders kunnen worden, zij beheersen de slag, afwisselend van de binnenkant naar de buitenkant van je schaats. Schoonrijden is actief ontspannen. Ik denk ook dat het een van de meest intieme sporten is die er bestaan. Als je samen rijdt, houd je altijd de hand van je partner vast. Tijdens het rijden ga je lekker in gesprek met elkaar: een beetje kletsen, soms ook wat roddelen. Het is een heel gezellige sport.”

Hoe belangrijk zijn/waren wedstrijden voor jullie?
Thea: “Ik werd indertijd gevraagd door Jan van Halteren, om samen aan wedstrijden mee te doen. Hij werd mijn eerste schaatspartner. Ik reed nog in de C-klasse en hij was A. Dat mocht eigenlijk nog niet. Dus men keek mij met grote ogen aan: wie is die dame? Ik heb altijd veel plezier aan de wedstrijden beleefd, al was het soms best pittig. Twee uur in de auto naar Deventer of Heerenveen dan meteen het ijs op, want ze begonnen vaak om 9 uur ‘s ochtends al met de dames. Ik heb het 33 jaar gedaan, er zijn er maar heel weinig die het zo lang hebben volgehouden. In 2023 heb ik mijn laatste wedstrijd gereden. Bij het NK won ik twee keer brons. Daarna ben ik gestopt, het is mooi geweest.

Johan: “Ik houd van een beetje humor, vind het leuk om bij wedstrijden de tegenstanders een beetje te stangen. Gezelligheid hoort erbij. Maar ik vind het ook altijd wel spannend, zeker als je solo op het ijs staat. Dan voel ik toch wat druk, het zit nu eenmaal in me dat ik graag wil winnen.”

Thea: “Na de wedstrijd was het altijd het leukste, dan was de spanning eraf.”

Johan: “Er zijn nu nog twee regionale wedstrijden per jaar. Het Nederlands Kampioenschap is in 2023 voor het laatst gereden. Da’s jammer, maar het is niet anders. Je hebt per wedstrijd minimaal zes juryleden nodig en bij een NK zelfs tien. Juryleden zijn er helaas niet veel meer en nieuwe komen er niet of nauwelijks bij.”

Het schoonrijden is, dat valt niet te ontkennen, hard toe aan verjonging. Twee jaar geleden werd de Landelijke Vereniging van Schoonrijders opgeheven, omdat het niet meer lukte een bestuur te vormen. Sindsdien gaat deze discipline verder met een sectiebestuur dat opereert onder de vleugels van de KNSB. Landelijk zijn zes trainingsgroepen actief: in Alkmaar, Dordrecht, Heerenveen, Hoorn, Utrecht en Zoetermeer. De vitaliteit van deze groepen varieert.

Johan: “Hier in Zoetermeer hebben het afgelopen jaar negen nieuwe leden mogen verwelkomen. Dat is goed. Er is ook veel tijd en energie gestoken in werving.”

Thea: “Zo hebben we bij de drijvende ijsbaan in Leiden een demonstratie gegeven, waar ik nog samen heb gereden met de burgemeesters van Leiden en Leiderdorp.”

Johan: “We willen echt proberen jongere mensen enthousiast te krijgen. Juist voor hen is schoonrijden leuk om te doen: actief ontspannen, intiem, gezond en gezellig.”

Thea den Hollander – Straathof en Johan Westerbeek
De sport is aan verjonging toe, maar in Zoetermeer werden afgelopen jaar negen nieuwe leden welkom geheten. | Foto: Carl Mureau

Hoe belangrijk is het sporten voor jullie?
Thea, gepensioneerd en grootmoeder van drie kleinkinderen: “Sport is voor mij heel belangrijk. Naast het schoonrijden fiets ik veel. Samen met mijn man zit ik bij een fietsclubje en wij zijn nog de enigen zonder elektrische fiets. Elke dag doen we mee met Nederland in Beweging, het tv-programma met oud-schaatsster Barbara de Loor. Sinds 1992 doe ik ook aan schoonrijden op skeelers. Beschermers aan, helm op en gaan. Afgelopen zomer nog, samen met mijn kleindochter, heerlijk!”

Johan, opa van twee kleinkinderen, heeft nog een eigen auto- en motorrijschool. “Daarnaast sta ik zes tot acht uur in de week op het ijs om training te geven: shorttrack en schoonrijden. Dan rijd ik zelf mee, bij het shorttrack aan de binnenkant van de baan. Thuis doe ik elke dag een kwartier oefeningen: rekken, strekken en een beetje core. Daarvoor hoef je echt niet naar de sportschool.”

Thea: “Mijn advies aan leeftijdgenoten is: blijf bewegen, dat houdt je jong en vitaal.”

Hoe lang denken jullie zelf nog door te gaan?
Thea: “Zo lang het nog kan. Henny Mul (vijfvoudig Nederlands kampioene, red.) was dik in de 90, toen ze nog als jury op schaatsen op het ijs stond.”

Johan: “En als je haar na de wedstrijd beet pakte, ging ze nog lekker mee in de Schwung. Het is toch mooi als je dat nog kan op die leeftijd.”

Wat zijn dan nog jullie ambities?
Thea: “Ik hoop dat ik voorlopig gezond en wel kan doorgaan met lesgeven hier op het ijs. Dat is ook wel nodig, want er zijn niet veel trainers meer in het schoonrijden. Ik vroeg me laatst af of daar niet een opleiding voor is, anders zou die er echt moeten komen.”

Johan: “Lesgeven heb ik altijd leuk gevonden: shorttrack, motor- en autorijden, dansen en ook schoonrijden. Feedback krijgen van je leerlingen, samen lol maken, kraaloogjes zien van pret als iets lukt. Dat wil ik nog wel even blijven doen: lekker bezig blijven.”