Nog geen 24 uur eerder was de situatie in Luleå nog ideaal. Zonnetje, weinig wind en prima ijs. Maar binnen een etmaal was alles anders. Op het zeeijs van de Botnische Golf vielen de eerste vlokken al vlak voor de start, terwijl de wind langzaam aantrok. De thermometer bleef steken op ‘slechts’ min twaalf, maar de gevoelstemperatuur lag veel lager.

De gevolgen bleven niet uit. Al na dertig meter koers noteerde Sjoerd den Hertog de eerste valpartij. Daarvan volgden er vele. Zoals bij Jouke Hoogeveen. De specialist van De Haan Westerhoff was echt in zijn element, maakte een beresterke indruk, maar ging als koploper zwaar omderuit met nog twee ronden te gaan. ’’Ik had ‘m gewonnen’’, liet Hoogeveen krimpend van pijn weten. ’’Ik was zo goed, echt ik had ‘m gewonnen.’’ De Amsterdamse Fries eindigde niet op het podium, maar in het ziekenhuis.

Dat was illustratief voor het slagveld in de haven van Luleå. Simon Schouten hield zch daarin opmerkelijk goed staande, net als Niels Mesu en Frank Vreugdenhil met wie hij uiteindelijk de beslissende kopgroep van drie vormde. ’’Dit is het echte werk’’, sprak Schouten met iets van een lach. ’’De Weissensee is veel te gemakkelijk. Daar komt na honderd kilometer iedereen aan de streep. Nou, hier is echt geen peloton gefinisht. Maar ik vind het prachtig. Echte elementen, geweldig.’’

De Noord-Hollandse zoon van een bollenboer had al aangegeven dat hij het graag zwaar had. Schouten werd op z’n wenken bediend. ’’Maar we hebben het met de ploeg ook zwaar gemaakt. Daar is veel werk in gestopt. We hebben geprobeerd zoveel mensen te slopen dat er maar weinig overblijven. En dan moet iedereen aan het werk.’’

Dat gold ook voor hemzelf, want halfkoers merkte de Andijker op dat zijn linkerschaats amper meer grip had. ’’Ik heb onder de brug halverwege het parkoers blijkbaar een paar steentjes gepakt, kon nauwelijks meer afzetten met die schaats. Dan moet je je slag een beetje aanpassen en zo goed als het gaat door. In de Elfstedentocht kun je daar ook mee te maken krijgen en dan stap je ook niet uit.’’

Schouten pakte het in het vervolg handig aan. Hij at, zoals dat zo mooi heet, eerst het bordje van een ander leeg. Dat was in dit geval voor Frank Vreugdenhil. ’’Hij deed al het werk’’, vertelde Schouten, die dat niet zag bij Rick Smit. ’’Daarom hebben we pok niet gewacht toen hij viel. We hebben vandaag sowieso op niemand gewacht.’’

In de finale leek Niels Mesu zijn slag te slaan. Terwijl de wind steeds meer aantrok en een waren sneeuwstorm over de Botnische Golf joeg, reed weg Mesu met een ronde te gaan. De Zeeuw maakte een sterke indruk, maar bleek uiteindelijk niet opgewassen tegen Schouten, die Mesu in de laatste kilometer inrekende. ’’Vreugdenhil reed het gat dicht, ik kon mooi profiteren.’’

Met een kleine voorsprong pakte Schouten zo zijn zesde overwinning van het seizoen, na vier zeges op kunstijs en eentje op het ovaaltje van Noordlaren. Maar waar collega’s met vertrokken gezichten helemaal kapot de kant opzochten, maar Schouten nog een frisse indruk. ’’Zwaar? Viel wel mee’’, vond hij zelf. ’’De wind kan ik goed mee omgaan, daar houd ik wel van. Het enige vervelende was dat de sneeuw bevroor op je bril. Dat was heel onhandig, want zonder bril rijden kon echt niet. Maar zwaar? Nee, niet bijzonder. De 200 kilometer die ik een paar jaar terug won op de Weissensee, daar was dit niks bij.’’