De 20-jarige debutant in de topdivisie is een van de jongste winnaars ooit. Waar de kleppers uit de stal van Jillert Anema de afgelopen vijf wedstrijden al volop in de aanval waren, was het de nieuweling in de ploeg die er in de zesde met de zege vandoor kon gaan. Of het dat kleine beetje extra ruimte was dat Slendebroek kon krijgen van de grote ploegen, de pech van Reggeborgh of Essent, of pure klasse van een topper in spé, dat zal de toekomst moeten uitwijzen.
Puntje bij paaltje bleek wel dat Royal A-ware met vier mannen in de kopgroep een uitstekende uitgangspositie had om de wedstrijd winnend af te ronden. De eerste woorden van Anema aan zijn pupil waren na de huldiging dan ook helder: “Hé prutser! Nu wel met beide benen op de grond blijven staan!” Laat dat maar aan Slendebroek over, want de nuchtere Noord-Hollander was zich bewust van de krachtsverhoudingen in Hoorn. “Ik weet ook dat ik vandaag niet de beste was.”
Niet de beste wellicht, wel de slimste. Het juiste moment kiezen om aan te vallen is ook een gave en laten de jarenlange ervaring van Anema en de frisse benen van Slendebroek daar nou net een gouden combinatie blijken. Met vijf ronden te gaan ging hij er vandoor, met in zijn kielzog Niels Overvoorde. “Dan weet je: als de jongens het niet dichtrijden, moet je het afmaken ook.”
Dat lukte, al kwamen Harm Visser en Evert Hoolwerf van achter nog snel opzetten. Visser won die sprint nipt en stapte ondanks zijn blessureleed tevreden van het ijs. “Het ging iets beter en ik had iets meer stabiliteit, ondanks de zware wedstrijd. Ik denk dat ik de mannen van A-ware vanavond nog steeds voorbij zie komen in mijn slaap. Die jongens hebben het verdiend, eerlijk is eerlijk.”
Het verschil tussen de twee kemphanen was klein, Slendebroek kon kort daarvoor al de handen omhoog steken. “Dat was ook wel een opluchting. Ik had het niet echt door, maar wist gewoon dat ik moest doorsprinten tot de streep. Harm kwam in de bocht na de finish al vrij snel langszij, dus toen wist ik wel dat de streep niet heel veel verder had moeten liggen.”
Dat uitgerekend Slendebroek de nul voor A-ware van het bord veegde, was voor de jongeling een aangename verrassing. Want stond hij bij de wedstrijd op zijn thuisbaan nog langs de kant, nu Jorrit Bergsma in het wereldbekercircuit rondrijdt, is er voor de Alkmaarder een vast plekje vrij. “We aasden al een tijdje op die overwinning. Met Tjerk, Sjoerd en Jorrit zaten we er al een paar keer dichtbij. Heel fijn dat we hem nu binnen hebben.”
Met genoeg support langs de baan, was het voor Slendebroek in Hoorn ook net een thuiswedstrijd. “Mijn familie was er en heel wat vrienden. In Alkmaar mocht ik in goed overleg niet rijden, met het oog op de latere wedstrijden als het WCKT. Gelukkig maakt het me niet heel veel uit waar ik mijn eerste overwinning boek, maar het is wel extra leuk als er bekenden langs de kant staan.”
De beloften trapten de avond in Hoorn af en maakten er net als bij de eerdere wedstrijden een aantrekkelijke koers van. Na 100 ronden beuken en aanvallen zag het publiek echter geen kopgroep om de eindzege sprinten, maar een man of 40 dat over was gebleven van het peloton. In de sprint van de stervende zwanen was het Arjen van Damme die nog over de snelste benen beschikte.
Voor Van Damme, die bij de openingswedstrijd in Amsterdam al een verrassende derde plaats behaalde, was de overwinning een bevestiging dat hij op de goede weg zit. Na een mislukt seizoen in de topdivisie onderging hij afgelopen zomer een operatie aan zijn liesslagader. Met een kleine ondersteuning van schaatswinkel skate@sea rijdt hij nu als eenmansploeg bij de beloften.
“Na de podiumplek in Amsterdam had ik het zwaar in die pittige wedstrijden. Nu kan ik weer goed trainen en lekker opbouwen.” Van Damme is dan nog zeker niet op de toppen van zijn kunnen, geeft hij aan. “Als je driekwart jaar niet veel doet, kun je niet gelijk van nul naar honderd. We proberen het maximale eruit te halen om zo snel mogelijk weer in topvorm te komen.”
Zo nu en dan moet hij nog minderen in de training om zich niet over de kop te rijden, maar kijkt alleen nog maar vooruit. “Gelukkig gaat het elke wedstrijd beter. Ik weet dat ik goed genoeg ben om te winnen, maar ik moet me wel een beetje rustig houden.” De Vier van Noord-Holland wordt het volgende moment, als hij weer kan proeven aan de topdivisie. “Voor volgend jaar heb ik dan een ploeg nodig en daarvoor moet je je laten zien. Dan helpt een overwinning zeker mee.”
Achter Van Damme eindigde een euforische Arn Botman ondanks zijn krachttermen als tweede. De man uit Hoogkarspel, afgelopen zomer vader geworden, kon onderweg op veel aanmoedigen rekenen en evenaarde de beste prestatie uit zijn carrière: tweede. Chris de Velde eindigde op de derde plaats, terwijl zijn ploeggenoot Kevin van der Horst het oranje leiderspak behield.