Op de Optiesport IJsbaan Twente, aan de stadsgrens van Enschede gelegen, stapte de bijna 24-jarige Maikel Stam zaterdagavond met een iets minder voldaan gevoel van het ijs. "Ik was vanavond niet goed genoeg", was de eerste mededeling. Bij gebrek aan echte sprintersbenen nam hij zich in oktober voor zo vaak mogelijk present te zijn in de kopgroepen – want dat is zijn idee van de sport: aanvallen en koers maken – ongeacht waar zijn naam na afloop zou staan op de uitslagenlijst. Toch nestelde hij zich al vier keer bij tussen de beste tien van een marathon, met twee zesde plaatsen (Heerenveen en Hoorn) als beste resultaten. De 23e stek die zaterdag volgde, wierp de system engineer bij een grote bouwonderneming echter een plek terug in de ranking: van elf naar twaalf.

Stam, die als excuus mocht aanvoeren dat hij vrijdag voor de derde keer in een maand een zenuwbehandeling aan zijn gebit had ondergaan en al even aan de antibiotica had gezeten, bemoeide zich niet al te veel met het spaarzame strijdgewoel van de nauwelijks opwindende koers die Bart Hoolwerf won. “Aangezien een goed klassement na zestien Cup-races niet zo’n grote doelstelling van me is, doe ik sowieso niet mee aan de sprints. De kleinere ploegen komen er trouwens bijna niet tussen wanneer de treintjes van de topteams in gang schieten, dus is het ook verspilde moeite. Ik kan beter proberen in de kopgroep te zitten dan wekelijks voor een plek tussen de acht en vijftien te knokken”, aldus de zoon van oud-marathontopper Arnold Stam.

In zijn derde seizoen tussen de mannen van de Topdivisie heeft hij een forse stap vooruit gedaan. De progressie daarvoor is bescheiden geweest. “Mooi om te constateren dat je het aan de uitslagen kunt zien. Van marathonschaatsen word ik niet rijk, dus moet ik op een gegeven moment een keuze maken: wil blijven sporten om er echt iets mee te bereiken, of doe ik het alleen omdat ik het zo leuk vind?” Het is dat eerste, maar dat staat los van meer verdienen of per se bij een groot team terechtkomen. “Ik wil een prestatie neerzetten waarop ik trots kan zijn.”

Maikel Stam
In Enschede schaatste Maikel lang niet z'n beste marathon van het seizoen. | Foto: Neeke Smit

Een race winnen zou geweldig zijn. Tijdens een interview van een Brabantse krant met het hele gezin – vader Arnold, moeder Elly, en de drie schaatsende zonen Remco (Team Essent), Maikel (VGR Sport) en Danny (Team Ormer ICT) – van verleden jaar merkte de middelste gekscherend op dat de jongens de domme genen van pa hadden geërfd. ‘We rijden net als hij vroeger deed: te aanvallend en smijten met onze krachten’, zei Maikel. “Dat is deels nog steeds waar. Ik probeer iets slimmer te schaatsen.

Alleen, afgelopen woensdag (nieuwjaarsdag, NK, red.) was daar ook weer een voorbeeldje van. Ik behoorde tot de groep die een ronde voorsprong had gepakt. Daarna viel het een paar keer stil, en toen begon mijn instinct te werken: als het stilvalt moet je doorrijden. ’s Avonds keek ik de wedstrijdbeelden terug op televisie, tegen mezelf mopperend. Jongen, blijf nou toch eens een keer zitten! Maar nee, ik ging twee of drie keer in de aanval. Na de derde sprongen er twee van Royal A-ware naar me toe. Ik had intussen te veel energie verspild en kon niet meer aanpikken. Dat gebeurt me steeds. Ik heb verrotte potten, anderen springen van achter bij me vandaan en volgen wordt dan heel lastig.

Maar goed, die domme genen waar ik het net over had… tijdens de laatste wedstrijd in van de ‘Vier van Noord-Holland’, op de Jaap Edenbaan, demarreerde ik op zestien ronden van de finish met de gedachte laten we het nog maar eens proberen. De koers ontbrandde door die actie nog een beetje. Daarom wil dat offensieve wat ik heb niet helemaal kwijtraken. Want het heeft ook iets moois, vind ik. Plus: de aanhouder wint.”

Laat de beloning dan maar komen op de Weissensee. “Kunstijs is prachtig om op te rijden. De beleving van schaatsen in de natuur is echter onvergelijkbaar. Remco eindigde vorig jaar als derde in de Aart Koopmans Memorial. Sindsdien hoor ik hem zeggen dat ik dan ook maar eens podium moet rijden. Ik zal er m’n uiterste best voor doen straks. Dan beseffen mijn pa en ma dat ze voortaan niet meer kunnen wegblijven uit Oostenrijk. Ze zijn er alle jaren bij, alleen is er nu een andere keuze gemaakt….”

Maikel Stam
"Op kunstijs schaatsen is mooi, maar het haalt het niet bij rijden in de vrije natuur op echt ijs." | Foto: Neeke Smit