Tijmen, je bent de eerste rijder die de overstap maakt van de opleidingsploeg van Team Jumbo-Visma naar de A-ploeg. Maakt dat je trots?
"Ja, daar ben ik heel erg blij mee, het is toch een teken van waardering. Toen ik twee jaar geleden voor de opleidingsploeg van Team Jumbo-Visma koos, hield ik in mijn achterhoofd dat het mogelijk zou zijn om door te stromen naar de A-ploeg, dus als het dan lukt, is dat heel mooi. Dat is uiteindelijk ook het doel van een opleidingsploeg."

Zag je het aankomen?
"Je hoopt er wel op, maar je weet nooit zeker hoeveel plek er in het team gaat zijn. Voor mij komt de stap precies op het goede moment, aangezien ik volgend jaar te oud zou zijn voor de opleidingsploeg. Het was dan ook een flinke opluchting toen ik vorige week het goede nieuws van Jac te horen kreeg!"

Kun je vertellen hoe dat gesprek ging?
"Jac belde me op en zei: 'Zullen we het volgend jaar maar bij de A-ploeg proberen? Dan gaan we aan die tijden van je schaven'. Volgens Jac kan ik op alle afstanden nog veel harder en hij denkt dat ik op de 1500 meter in staat zou moeten zijn om 1.44 te rijden. Ja, dat is zeker realistisch, maar je weet nooit of het ook écht gaat lukken."

Je hebt de afgelopen maanden al regelmatig meegetraind met Thomas Krol, Hein Otterspeer, Kai Verbij en Dai Dai N'tab. Hoe kijk je naar hun niveau?
"Die gasten rijden zo makkelijk hard, daar wil ik me graag aan optrekken. De beste manier om naar dat niveau toe te trekken, is om elke dag met ze te trainen. Ten opzichte van vorig jaar gaat er verder niet zo veel veranderen, de schema's kwamen al redelijk overeen en we kennen elkaar allemaal al."

Had je ooit gedacht dat je met zulke wereldtoppers in een team zou zitten?
"Dit is absoluut iets waar je als jonge jongen van droomt. Sinds ik op mijn tiende begon met schaatsen, zag ik allemaal Nederlanders op WK's en Olympische Spelen schitteren en dat wil je dan zelf ook. Dat ik nu elke dag met zulke grote namen mag trainen, is een stap in de goede richting, al besef ik het soms nog niet helemaal."

Wat kun je van ze leren?
"Op technisch vlak kan ik nog wel een aantal dingen leren, maar ook qua professionaliteit valt er nog winst te behalen. Zij hebben veel meer ervaring en weten hoe je bepaalde dingen aanpakt, dus ik denk dat ze mij daar zeker bij kunnen helpen."

Hoe kijk je terug op het afgelopen seizoen?
"Het was een heel succesvol seizoen waarin ik veel progressie heb gemaakt. Niet alleen qua tijden, maar ook qua klasseringen op de nationale toernooien deed ik goed mee. Op de NK Afstanden werd ik vijfde op de 500 meter en vierde op de 1500 meter, op het NK Sprint eindigde ik als vijfde en op het WK Kwalificatietoernooi reed ik zelfs drie PR's. De omstandigheden tijdens dit toernooi waren natuurlijk erg goed, maar als het dan lukt, is het extra fijn."

Foto: Soenar Chamid

Sicco Janmaat, je trainer bij het Development Team, zegt dat je soms nog niet helemaal doorhebt hoe goed je bent. Kun je je daarin vinden?
"Dat zou kunnen hoor, maar ik heb zoiets van: je moet het eerst maar eens in de wedstrijden laten zien. Op papier kun je wel heel goed zijn, maar daar heb je niks aan. Misschien onderschat ik mezelf wel een beetje, al had ik daar bij het WKKT weinig last van. Met Jac heb ik in ieder geval een coach die zegt waar het op staat. Dat is normaal gesproken wel een aanpak waar ik van houd."

Waar ga je je komend seizoen op richten?
"Ik denk dat de grootste winst te behalen valt in mijn efficiëntie op het ijs, dus daar wil ik de komende tijd veel aan werken. Ik focus me voornamelijk op de 1000 en 1500 meter, maar ook de 500 meter ging het afgelopen seizoen supergoed. Het zou zonde zijn om die links te laten liggen."

Komend seizoen staat – zeker voor je ploeggenoten – in het teken van de Olympische Spelen. Is dat ook voor jou het hoofddoel?
"Als je kijkt naar het afgelopen seizoen, zijn de Olympische Spelen voor mij nu nog niet heel realistisch. Ik ga het seizoen in met het idee dat ik mezelf verder wil ontwikkelen en dan weet je nooit hoe het loopt. Eerst maar eens wat dichterbij de top komen en dan zien we wel hoe ver we komen."