Loopschoenen
De simpelste van de reeks is de loopschoen. Atleten gebruiken ze bij het hardlopen, schaatsers trekken ze aan bij elke rechtdoorgaande loopbeweging. Tijdens de warming-up voor een wedstrijd of een training, of voor een simpele duurloop.
"In de winter worden ze iets minder intensief gebruikt dan tijdens de zomer. Het aantal specifieke looptrainingen is dan minder, maar ook in het winterseizoen hebben mijn schaatsers ze elke dag aan. Ze worden immers bij het inwerken gebruikt", aldus De Wit.
De zool van een hardloopschoen is anders dan die van een tennisschoen of een krachtschoen. Ze zijn gemaakt om voorwaartse snelheid te genereren, niet om makkelijker te springen of zijwaarts te bewegen. "Daarom kiezen wij dus voor hardloopschoenen."
Spikes
Staat er een sprinttraining op het programma? Dan gaan de spikes aan. Bij korte sprints, van twintig tot tachtig meter. Let wel: het gaat hierbij specifiek om de sprint zelf. Bij het inlopen dragen de sporters van De Wit nog hun hardloopschoenen. "Accelereren uit stilstand, vanuit een schaatsstarthouding, dat werk", zegt de trainer.
Ze zijn vergelijkbaar met de noppen van een voetbalschoen. Spikes zorgen door de metalen puntjes onder de schoenen voor meer grip en verbeteren het overbrengen van kracht. Deze schoenen worden in de atletiek veel gedragen en worden ook alleen op een atletiekbaan gebruikt, op de weg kan dit namelijk niet.
Krachtschoenen
Krachtschoenen hebben een hogere hak aan de achterkant van de schoen. De voorkant is dunner. Daarnaast is de hak hard en vaak van hout. De krachtschema’s van De Wit bevatten een combinatie van oefeningen met gewichten en sprongen, dit laatste om te voorkomen dat een sporter te traag wordt door de krachtoefeningen.
Wordt er gesprongen? Dan is er eerst gewisseld van schoen. De krachtschoenen zijn geschikt voor oefeningen met gewichten. "Door die hogere hak wordt de kuitspier wat korter gemaakt, zodat er lagere hoeken gehaald worden. Dat is belangrijk voor een schaatser. Wij willen bij squats graag een hoek van 90 graden halen, misschien zelfs iets lager. Op platte voeten is dit lastiger te realiseren", zegt De Wit.
Sprong- en elastiekschoenen
Eigenlijk is het een ordinaire tennisschoen; de schoen die door schaatsers gebruikt wordt tijdens sprongtrainingen en het elastieken. Ze zijn gemaakt voor zijwaartse bewegingen, voor het glijden over gravel en daardoor zijn ze het beste materiaal voor een schaatser die schaatspassen nabootst, in een elastiek of gewoon vrijstaand.
"Natuurlijk, het gebeurt ook wel op gewone loopschoenen, maar dan kunnen zijkanten afslijten en lipjes loslaten bij het slepen over de grond, iets wat vaak gebeurt tijdens het elastieken en het springen. De hardloopschoen is namelijk iets minder stevig aan de zijkant dan de tennisschoen", zegt De Wit. Daarnaast beschikt de tennisschoen over een stevigere zool.
Belangrijk
Is het nou echt zo belangrijk, die variatie aan schoenen? Sport kan al snel heel duur zijn en draait het niet voornamelijk om een paar goede klapschaatsen? Onderschat het belang van goed schoeisel niet, vindt De Wit. "Ook een gewestelijk rijder zou hier bijvoorbeeld al veel mee bezig kunnen zijn. Een loopschoen is eerder versleten dan je denkt."
En het hoofdargument voor goed schoeisel volgens De Wit: "Je kunt er blessures door krijgen als je met verkeerde schoenen werkt. Tijdens het hardlopen worden de klappen op je kuiten, achillespezen en knieën bijvoorbeeld groter. Ik weet dat het een flinke uitgave kan zijn, maar het is het vaak wel waard. Een extra bezoek aan de fysiotherapeut kost tenslotte ook geld."
Meer tips lezen? Je vindt ze op schaatsen.nl/tips.