In het succes van de eerste dag in Beijing deelt ook de diva van de Nederlandse sport, mee: Jutta Leerdam. Ze sprint naar de tweede plaats op de 500 meter, achter de volgende ster-op-de kortste-afstand van Japanse makelij, Yukino Yoshida, die 37,68 laat noteren. Leerdam scoort 37,89, een honderdste tel minder dan haar Westlandse achternicht Dione Voskamp (37,90) nodig heeft gehad. Suzanne Schulting completeert de Hollandse dominantie aan de top door vierde te worden.
Leerdam doet (zoals altijd) haar zegje lachend voor de camera; bij de NOS analyseert ze erop los (‘Ik raakte ze lekker op de het rechte eind’ en ‘Dit is weer beter’); de schrijvende mediavertegenwoordigers in de mixed zone laat ze staan. Haar collega op het podium neemt daarentegen de tijd om haar tweede medaille binnen een week uitvoerig onder de loep te nemen.
Die vrolijke Voskamp is er minstens zo ondersteboven van als in Japan, waar ze zilver heeft veroverd. “De mensen zeggen dat het moeilijker zou zijn om na de tweede plaats opnieuw in de top-3 te eindigen. Dus ben ik blij dat ik heb getoond dat ik zo goed ben. Het tekent mijn stabiliteit in de resultaten, en dat mijn niveau hoger is dan ooit. Geloof me, ik heb nu al zin in zondag, wanneer we de tweede 500 meter mogen rijden. Effe zien wat er dan gebeurt”, verklaart de rijdster van Team Novus.
Dat ze niet langer gek blijkt te maken, heeft ze bewezen in haar rit. Ondanks een valse start (‘Wat er nou precies aan de hand was weet ik niet eens, maar volgens mijn coach Daniel Greig had ik een arm wat omhoog’) passeert ze het meetpunt op honderd meter in 10,37 seconden, de snelste van de twintig vrouwen. “Ik stond te shaken op de startlijn, zo spannend vond ik het vandaag. Het is ook weer leerzaam, zo’n situatie waarin je opnieuw moet vertrekken. 10,3 is prima voor een tweede keer.” Ze pauzeert, slaakt dan een kreetje van opwinding. “Ik ben gewoon derde. Wauw!”
Ze kan het niet bevatten. “Ik ben veel technischer gaan schaatsen, misschien dat het daardoor allemaal op z’n plek valt. Het is de kracht van de herhaling. Steeds blijven doorgaan en geloven in mezelf. Plus de coaches, de staf, iedereen verricht zulk geweldig werk in de ploeg. Dat mag ik niet vergeten.”
Stefan Westenbroek keert terug van zijn race. Hij heeft Jordan Stolz bij de loting getroffen. Honderd meter lijkt het op een duel: beiden tikken aan na 9,6 seconden. “Vergeet het maar”, reageert hij quasi-lachend op de vraag of hij op dat moment de illusie had dat de ongrijpbare Amerikaan te pakken is geweest. “Nooit.” Niet door de ene man van Reggeborgh, noch door de ander, Jenning de Boo, degene die Stolz het kortst op de hielen heeft gezeten en zo zilver heeft geïncasseerd.
“Ik wilde voor Shinhama blijven (tegenstander van De Boo) en daar ben ik in geslaagd. Blij dus, hartstikke blij, zeker vanwege de tijd! (34,39) Het werd afwachten, want bij Stolz weet je: die kan gekke dingen doen. En dat heeft hij weer gedaan. Er blijft werk aan de winkel. Mijn opening moet beter, en als dat lukt kan ik die 0,12 op hem ook dichten. Dat durf ik te zeggen. Gelukkig vindt Gerard van Velde (de coach, red.) dat het nog veel harder kan, zodra ik laag kan blijven bij de start. Ja, hij ziet wel waar het aan ligt. Het is mooi dat er verbeterpunten zijn, ’t zou namelijk niet goed zijn wanneer dat op mijn leeftijd al niet meer aan de orde zou zijn geweest.”
De uitslagen van de eerste dag in de World Cup staan hier