Stempelkaart is vol: Mark Ooijevaar reed alle afstanden op alle ijsbanen

Mark Ooijevaar is een naam die bij de echte schaatsfans wel een belletje doet rinkelen. De Noord-Hollander stond één keer aan de start van de WK Afstanden: in 2008. Hij behaalde in Nagano een vijfde plek op de 10 kilometer. Hij schopte het tot de nationale subtop, met name op de langste afstanden. Sinds 2015 is Ooijevaar succesvol bij (inter)nationale masterwedstrijden, waar hij de ene na de andere titel verovert.

Je kunt hem met recht een schaatsliefhebber noemen. Ooijevaar is een man wiens leven helemaal draait om het (kunstmatig) bevroren water, rondjes van 400 meter, altijd weer linksom. Hij behaalde aan de Wageningen Universiteit zijn bachelor bos- en natuurbeheer, maar werkt als toetssurveillant om maar zo veel mogelijk op het ijs te kunnen staan.

Die liefde voor het schaatsen leidde hem, bijna dertig jaar nadat hij in Alkmaar (‘de baan in Hoorn bestond nog niet’) zijn eerste wedstrijdje reed, naar een bijzonder record. Sinds 15 maart heeft de stayer uit Hoogkarspel op alle kunstijsbanen van Nederland op alle zes courante afstanden een wedstrijd volbracht. “Ik zat zo’n vijftien jaar geleden eens te kijken naar mijn resultaten. Toen zag ik dat ik ongeveer veertig procent al eens had gedaan”, vertelt Ooijevaar. “Het leek me leuk om te proberen die hele matrix vol te maken.”

Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Waar schaatstoppers weleens een wedstrijd laten schieten vanwege een te volle agenda, daar moest Ooijevaar alle kalenders afstropen om wedstrijden te vinden waar ook nog plek voor hem was. “Vooral tien kilometers worden niet meer zo vaak verreden. Gelukkig kon ik elk seizoen weer wat afstanden wegstrepen. Het leuke is: je komt zo nog eens op plekken die je anders als schaatser niet zo snel aandoet, Geleen bijvoorbeeld.”

Ooijevaar rijdt, tegenwoordig als master in de categorie 40+, nog altijd serieus wedstrijden. Trainend op Groningen, Haarlem en Hoorn neemt hij het mastercircuit heel serieus. Hij heeft dan een hele reeks nationale en internationale titels op zijn naam staan, behaald tijdens NK’s en WK’s. Bij de Winterspelen voor Masters behaalde Ooijevaar zowel in 2020 (Innsbruck) als 2024 (Baselga) vier gouden medailles.

Kortom: het afvinken van alle afstanden op alle Nederlandse ijsbanen was niet zijn hoofddoel als schaatser. “Het was leuk voor erbij. Als er wedstrijden waren die ik nog moest wegstrepen, moest het wel in mijn seizoensplanning passen.” Stiekem maar gestaag naderde echter de voltooiing van zijn lijstje. Sneller dan verwacht kon Ooijevaar vorige week ineens toeslaan. Omdat hij de WK Masters in Stavanger had laten schieten, kon hij op 11 maart een 10 kilometer rijden in Deventer. En toen ging die wedstrijd in Utrecht (15 maart) ook nog door. “Die wilde ik niet missen, want misschien moet je dan wel jaren wachten op een volgende kans.”

Op De Vechtsebanen verscheen Ooijevaar niet in topvorm aan de start. “Ik was al niet fit aan de week beginnen en die 10 kilometer in Deventer had er aardig in gehakt.” Hij vergat na de warming-up zijn wollen muts af te zetten en ook de tijdwaarneming haperde. Maar dat alles mocht de pret niet drukken. Ook met zijn handgeklokte tijd van 15.25,17 minuten schreef Ooijevaar geschiedenis.

“Ja, mooi hè. Dit is niet iets wat je zo maar eventjes doet”, zegt hij als het weekeinde achter de rug is. “Het heeft echt wel wat voeten in aarde gehad om dit te realiseren. Onderweg kwamen er nog twee ijsbanen bij. In Rotterdam worden geen wedstrijden gereden, maar in Leeuwarden wel. Dus moest ik weer zes extra afstanden rijden. Leuk dat het allemaal gelukt is.”

Ooijevaar volbracht zijn missie op in totaal 18 kunstijsbanen. Naast alle zestien bestaande wedstrijdpistes van 400 of 333 meter lengte staan op zijn lijst ook nog de ijsbanen van Assen en Dronten, die respectievelijk in 2016 en 2021 werden gesloten. De afstanden die hij op alle ijsbanen reed, waren de 500, 1000, 1500, 3000, 5000 en 10.000 meter. Dat brengt het totaal op 108 resultaten.

Ooijevaar mag de wereldtop niet hebben bereikt, hij is absoluut geen krabbelaar. Sterker nog, op vijf kunstijsbanen heeft hij in totaal nog acht baanrecords heeft staan: in Amsterdam (3, 5 en 10 km), Dronten (10 km), Geleen (5 en 10 km), Nijmegen (10 km) en Tilburg (10 km). Dat van Dronten zal nooit meer worden verbeterd, want die baan is dicht. “Dat record staat redelijk vast”, zegt hij met een glimlach.

Welke van die Nederlandse kunstijsbanen is eigenlijk zijn favoriet? Zonder aarzelen: “Kardinge! Vanwege de mensen daar, de sfeer die ik ervaar en het ijs is er altijd goed. Relatief gezien presteer ik in Groningen bijna altijd beter dan elders. Het zou voor mij ondenkbaar zijn dat ze Kardinge sluiten. Liefst zou ik daar nog eens meedoen aan de Gruno Bokaal.”

Zijn erelijst als masterschaatser is intussen best indrukwekkend en het eind is nog niet in zicht. Dit jaar liet hij de WK’s voor masters schieten. Milwaukee (sprint) was te ver en te duur. Stavanger (allround) schrapte hij om in Deventer het voorlaatste vinkje te zetten. Volgend jaar strijken de masters voor hun WK’s neer in Innsbruck en Inzell. “Daar wil ik zeker weer aan de start staan.”

Verder vooruit plannen doet Ooijevaar niet. Een nieuwe uitdaging nu de stempelkaart is volgemaakt? “Haha, ik ga niet zeggen dat ik dit nu op alle internationale ijsbanen ga doen. Dat zou een prijzige missie worden. Ga maar eens al die Chinese en Japanse ijsbanen af, dan ben je wel even onderweg. Nee hoor, ik ga volgend seizoen gewoon weer lekker schaatsen. Ik hoop ook nog wedstrijden op Nederlands natuurijs te kunnen rijden.”

Kortom: hij ziet wel wat op zijn pad komt. Eén ding is zeker: het schaatsen blijft voorlopig centraal staan in zijn leven. Hij verdient de kost voornamelijk als toets-surveillant bij grote onderwijsinstellingen in Amsterdam en Assen. “Ik ben heel flexibel, kan overal in het land werken. Schaatsen staat voor mij op nummer 1, de rest brei ik daar omheen. Als ik voor iets anders zou kiezen, moet het écht de moeite waard zijn om daarvoor het schaatsen op een lager pitje te zetten.”