Het zijn doorgewinterde shorttrackers, reden al tal van internationale toernooien op de 110-meterbaan, waarbij Jenning de wereldtitel op de 500 meter koestert als zijn hoogtepunt. Voorlopig hoogtepunt welteverstaan. Vorige week gaf hij in Italië nog zijn visitekaartje af, door het starclass-toernooi (de Europese competitie voor junioren red.) van Turijn op zijn naam te zetten. Naast hem op het podium trof hij Ted Dalrymple aan, die hij al jaren kent van het shorttracken, langebanen en skeeleren. “We zijn wel echt vrienden! We doen heel veel samen”, zegt Ted met de nodige overtuiging. “We zijn de enigen van het team die shorttrack en langebaan combineren. We zijn eigenlijk altijd samen en kennen elkaar al heel lang. We zijn wel echte maatjes.” Samen reisden ze ditmaal af naar het koude Finland om daar hun debuut te maken in de tweede junioren-World Cup van dit seizoen.
“Dit is inderdaad mijn eerste langebaan World Cup”, zegt Jenning lachend na afloop van het toernooi. Hij heeft alle reden tot vrolijkheid, want in Finland mocht hij tot twee keer toe het podium bestijgen.“Het is zeker een mooi resultaat, daar ben ik hartstikke blij mee, twee keer zilver.” Hij stond op de 500 en de 1000 meter op het ereschavot, maar moest de winst op beide afstanden laten aan Tim Prins, die op indrukwekkende wijze in totaal vier afstanden won. De Fries was dan ook voor niets minder gekomen. “Het was zeker wel het doel zoveel mogelijk te winnen dit weekend. Ik heb alleen de teampursuit niet gewonnen en daar baal ik van.” Een valpartij van Prins voorkwam de winst op dit onderdeel.
Voor Ted was een zesde plaats op de 1000 meter zijn beste resultaat. “Daar was ik heel tevreden mee”, zegt hij terugkijkend op zíjn eerste World Cup als langebaanschaatser. “Ik kwam hier zonder verwachtingen naar toe, het was mijn eerste echte internationale wedstrijd op de langebaan. Ik zat op die 1000 meter maar 5 tienden van de derde plek af, dus daar ben ik heel blij mee.” Gevraagd naar de schakeling van shorttrack naar langebaanschaatsen, geeft hij aan dat het wel meevalt. “Alleen met shorttrack heb je een paar races om te kijken hoe je ervoor staat. Dan heb je wel een bepaald gevoel en een perspectief erbij hoe je het gaat doen. Hier is het echt een momentopname. Het is wel iets spannender vind ik. Eén misser die bepaalt of je race goed is of slecht.” Ook voor Jenning speelt die andere manier van racen een rol. “Het is zeker de knop omzetten, maar ik ben ooit begonnen met langebaan. Qua techniek en wennen valt het meestal wel mee. Ik train door de week langebaan én shorttrack, dus ik ben daar ondertussen wel een beetje aan gewend geraakt.”
Wat Jenning betreft smaakt het succes van zijn debuut in de World Cup naar meer, al blijft zijn focus toch vooral gericht op het shorttracken. “Aan het begin van het seizoen heb ik al met m’n coach Dave (Versteeg red.) gezeten. Ik ga alle langebaanwedstrijden rijden, zolang het het shorttrack niet in de weg zit en denk ook dat ik de volgende World Cup ook wel wil rijden. En eigenlijk wil ik ook het junioren-WK langebaan in Inzell rijden, want dat komt perfect uit met het junioren-WK shorttrack dat ook in Duitsland is. Het is allemaal mogelijk qua planning. Als ik me plaats natuurlijk!”, haast hij zich er nog wel aan toe te voegen. “Dat moet ik eerst nog doen. Maar ik heb wel veel zelfvertrouwen naar de volgende wedstrijd toe.”