“Van tevoren had ik niet verwacht om het eindklassement te winnen”, blikt Stijn van de Bunt maandagochtend terug op zijn weekend. “De 500 meter is niet mijn ding, daarop verlies ik te veel tijd ten opzichte van de andere klassementsmannen.” Na het openingsnummer van de Gruno Bokaal (zestiende in 39,23) begon de inhaalslag van de rijder van Team IKO – X2O, die inzette op een plek bij de eerste vijf, goed voor kwalificatie voor het Daikin NK Allround.

Door een versnelling aan het einde van zijn vijf kilometer pakte hij in Kardinge de afstandszege op dat nummer. Ook het slotonderdeel viel ten prooi aan Van de Bunt, die de tweede helft van de tien kilometer sneller reed dan de eerste. Op het Groningse ijs was hij zeer tevreden met 13.20,23. “Deze tijd is absurd, ook mijn coach Erik Bouwman verwachtte dat niet. Bij het WCKT (World Cup Kwalificatietoernooi) reed ik in topvorm naar 13.17.”

Het was slechts de derde tien kilometer in de carrière van de 20-jarige schaatser. “Ik schaatste volledig op gevoel en gelukkig klopte dat. Ik zat in een lekkere flow en kon in het begin stabiele rondetijden neerzetten. Misschien had ik iets eerder kunnen versnellen. Hoe meer tien kilometers ik rijd, hoe meer ervaring ik daarmee krijg. Dat weten we voor de volgende keer en daar kunnen weer een mooi plannetje op maken.”

De derde tien was afgelopen weekend in Groningen, de tweede tijdens het WCKT begin november en de eerste? Een jaar geleden, ook tijdens de Gruno Bokaal in Groningen. Zijn tijd van 14.02 ligt mijlenver af van zijn huidige niveau. “Maar dat was schuurpapierijs en nu was het ijs heel goed”, brengt Van de Bunt het verschil in perspectief, al was de ijskwaliteit zeker niet het enige element dat verbeterd is. “Nee, het lag niet alleen aan het ijs. Tot nu toe is dit een heel goed seizoen.”

Aan het begin van deze maand verraste Van de Bunt zichzelf en de coaches door naar 6.18,66 te schaatsen op de vijf kilometer, bijna zeven seconden sneller dan zijn oude toptijd, die hij kort daarvoor had neergezet in een trainingswedstrijd. “Ik had tijdens de race van het WCKT niet verwacht dat ik de rondetijden naar beneden kon krijgen, maar ik zat in zo’n goede flow dat het me lukte. Het rondebord motiveerde mij op het moment dat ik kapotging. Na de finish dacht ik dat ik mijn tijd niet goed gezien had. Die 6.18 kon niet kloppen", maar niets bleek minder waar. "Er kwam ontlading naar boven, want eindelijk liet ik zien wat ik in me had.”

Eindelijk had ik laten zien wat ik in me had

‘Eindelijk’, voor een jongen van 20 die bezig is aan zijn tweede seizoen bij een commerciële ploeg, klinkt het ietwat ongeduldig. Hoewel hij vorig jaar in de trainingen voelde dat hij progressie maakt, kwam het tijdens de belangrijke wedstrijden in Thialf niet tot uiting in zijn tijden. Van de Bunt was dan te gretig, gooide het wedstrijdplan overboord en startte te snel, wat hij in de laatste rondes steevast moest bekopen. Daarnaast focuste hij zich te veel op rondetijden in plaats van op het gevoel tijdens het schaatsen. De honger is niet verdwenen, wel heeft hij meer vertrouwen in zichzelf en het wedstrijdplan en durft hij geduldig zijn race op te bouwen.

Bovendien plukt hij nu de vruchten van twee zomers vol zware trainingsarbeid. Toen hij anderhalf jaar geleden zich aansloot bij Team IKO kwam hij terug van een liesblessure en moest hij vanaf nul starten. Om dan te beginnen aan een trainingsprogramma dat afgeleid is van trainingsbeest Nils van der Poel, is een zware kluif. Hij maakte wel stappen, maar had tijd nodig zich aan te passen aan het nieuwe regime. Bovendien was het zijn eerste jaar bij een commerciële ploeg, was hij verhuisd van Enschede naar Heerenveen en wilde hij zichzelf graag bewijzen. Inmiddels merkt hij dat de filosofie van de gebroeders Ten Hove en Erik Bouwman aanslaat en hij ook binnen zo’n vierkamp van de Gruno Bokaal snel herstelt.

Met zijn zege heeft Van de Bunt zich gekwalificeerd voor het NK Allround. Een mooi toernooi in een vol Thialf, de stayer maakt zich alleen geen illusies over een ereplaats. “Ik heb nu verrast op een allroundtoernooi, maar ik heb mezelf nooit als allrounder gezien. Ik denk dat er op het NK bijna niemand een langzamere 500 meter heeft dan ik. Dat is zuur, want dan verlies je gelijk al veel in het klassement”, vertelt de schaatser, die wel hoge ogen kan gooien op de langste afstanden. Want hoewel hij al negen (vijf kilometer) en 42 seconden (tien kilometer) van zijn pr heeft afgesnoept, ziet hij genoeg verbeterpunten om zijn barrières opnieuw te slechten.

Overigens was Van de Bunt niet de enige van zijn ploeg met een grote glimlach op zijn gezicht. Ook Robin Groot mocht de Gruno Bokaal op haar naam schrijven door twee afstandszeges. Op de Vechtsebanen waren er twee zilveren plakken: Kayo Vos moest Mats Siemons voor zich laten, Pien Hersman werd afgetroefd door Chloé Hoogendoorn. Aan de andere kant van de wereld waren er drie plakken voor Joy Beune tijdens de World Cup in Nagano. “Als team hadden we een heel goed weekend. Laat in de avond, toen Martin en Erwin (ten Hove) wakker werden in Japan, ontving ik nog een paar leuke appjes van ze. Door zoveel positiviteit in de ploeg blijft de stoomtrein maar doordenderen.”

Stijn van de Bunt Robin Groot Erik Bouwman
Een blije coach Erik Bouwman met zijn pupillen Stijn van de Bunt en Robin Groot. | Foto: Eigen foto

Glunderende ogen bij de nummer drie

Een bijzondere naam op het podium afgelopen weekend was die van Sylke Kas. Zij werd derde in het eindklassement. “Ik was heel tevreden met deze Holland Cup”, blikt Kas terug. “Op de eerste 1000 meter was ik verbaasd over mijn niveau en mijn tweede plaats, want ik wist niet dat dit er nu al in zou zitten. Mijn ogen begonnen ervan te glunderen.”

Sylke Kas
Een tragere slagfrequentie van Kas om beter haar kracht kwijt te kunnen op het ijs. | Foto: Hanneke Mennens

De sprintster van Development Team Fryslân is bezig met een gestage opmars. “Mijn hoofddoel was kwalificatie voor het NK Sprint, waarvoor top-9 waarschijnlijk nodig zou zijn. Daarom focuste ik me op het rijden van vier stabiele ritten zonder te vallen of een diskwalificatie. Dat deze podiumplaats erbij komt, is heel leuk en daar kan ik echt van genieten. De afgelopen tijd heb ik geschaafd aan mijn techniek, zodat ik minder gehaast schaats. Omdat ik heel hard wilde rijden, had ik minder controle en kon ik mijn kracht niet kwijt op het ijs. Eerst lukte het niet om dat aan te passen en vielen mijn rondetijden tegen, maar op een gegeven moment viel het kwartje. Nu maak ik echt stappen en dat geeft veel vertrouwen.”

Ted Dalrymple
Ted Dalrymple was met Serge Yoro verrassend de snelste op de tweede 1000 meter. Beiden klokten 1.11,22. | Foto: Hanneke Mennens