Diezelfde Jan Maarten Heideman is nog altijd de onaantastbare leider in het klassement van de alltime winnaars. Voor de fysiotherapeut uit Oldebroek staat de teller op 76 overwinningen. Wat dat betreft heeft Stroetinga dus nog wat werk te doen. Maar ‘Poeske', zoals Van Kempen in zijn hoogtijdagen door het leven ging, heeft hij nu dus achterhaald.
Dat vond Stroetinga zelf 'wel mooi', maar verder is hij niet echt bezig met die ranglijst. "Om iemand als Richard van Kempen te achterhalen, ja, dat zegt wel iets. Maar eigenlijk ben ik zelf alleen maar bezig met wedstrijden winnen. Het zijn anderen die zich bezighouden met tellen."
Maar uiteraard kent Stroetinga wel de statuur van Van Kempen, die nog altijd te boek staat als een grootheid uit de marathonsport. Die laatste kwalificatie voor de Noord-Hollandse rietdekker zegt meteen ook iets over de status van de Friese automonteur. Stroetinga ziet zichzelf niet meteen als grootheid. "Maar met 47 zeges op zak en vier nationale titels doe ik het natuurlijk niet slecht", stelde hij bescheiden vast.
Zege nummer 47 zal overigens niet de boeken ingaan als de meest spectaculaire die Stroetinga ooit boekte. De race in Assen werd vooral gekenmerkt door een dun pelotonnetje. Veel ploegen beleggen in deze weken een trainingskamp in het buitenland, met de Canarische Eilanden als meest gangbare bestemming. Daardoor ontbraken er in Assen nogal wat rijders, onder wie prominente mannen als Gary Hekman en Jouke Hoogeveen. Weinig ploegen konden een volledig team aan de start brengen.
Dat betekende wel een devaluatie van de wedstrijd, maar de koers was er uiteindelijk niet minder aardig om. Stroetinga – zelf dinsdag teruggekeerd van Tenerife – was daarin een van de smaakmakers. Op het loodzware ijs van De Bonte Wever liet de man uit Oldeberkoop zich veelvuldig zien. Hij was ook de voornaamste kracht in de meest kansrijke ontsnapping van de avond, toen naast Stroetinga ook Bart Mol, Mats Stoltenborg, Leander van der Geest en Mart Bruggink wegreden van het peloton.
Dat vijftal keek redelijk vlot het peloton in de rug en leek een ronde te pakken. Dat gevoel had ook Stroetinga, die zijn plannetje al klaar had. "In die kopgroep moest ik het meeste werk doen, dus ik wilde niet iedereen meenemen naar het peloton. Op vijftig meter wilde ik jumpen." Maar er zat een keerzijde aan dat plan. "Ik was bang dat op het moment dat ik zou jumpen, de mannen van Telstar aan de voorkant van het peloton zouden gaan rijden. Dan was ik gezien."
De jump van Stroetinga kwam er niet, maar dat de mannen van Telstar versnelden op het moment dat de kopgroep dicht bij de staart van het peloton kwam, had Stroetinga goed voorzien. Simon Schouten en Frank Vreugdenhil reden voluit, ondanks de aanwezigheid van ploeggenoot Mol in de kopgroep. Dat was het einde van de vijf, waar Stroetinga als een van de laatsten de handdoek wierp. "Op dat moment was het belangrijker te herstellen in het peloton."
Want Stroetinga leek flink met zijn krachten te hebben gesmeten. Dat viel echter mee, stelde hij zelf. "In het begin van de wedstrijd liep het niet zo lekker, daarna ging het aardig. In die ontsnapping ben ik niet tot het gaatje gegaan, waardoor ik toch nog wel vrij fris de finale in kon gaan."