In zijn eigen achtertuin sprintte de Fries naar de vierde nationale titel op kunstijs, een prestatie die nog niemand voor hem leverde.

De lading van de nationale titelstrijd in Heerenveen voor Stroetinga was uiteraard vooraf al bekend, zeker ook bij de automonteur uit Waskemeer zelf. Vorig jaar al realiseerde Stroetinga zich direct dat hij nu in de positie was om geschiedenis te schrijven.

En dat, vertelde hij, was ook het enige uitgangspunt voor deze dag in Thialf. "Die vierde titel, daar ging het om. Iets doen wat niemand ooit heeft gedaan, is natuurlijk altijd mooi", bekende hij.

Stroetinga slaagde in zijn missie. Met vlag en wimpel zelfs. Vier secondanten had hij in de Friese ijstempel. Bob de Vries, Jorrit Bergsma, Christijn Groeneveld en Willem Hut stonden hem terzijde. Mannen die de wedstrijd probeerden te sturen in de richting die Stroetinga het best past: een sprint. Maar eerlijk is eerlijk, ze schuwden ook de aanval niet als die gelegenheid zich voordeed.

Daardoor moest Stroetinga ook zelf regelmatig aan de bak om gaten dicht te rijden. "Ik heb hier en daar wel wat werk moeten verzetten, dat klopt. Maar dat was niet zo erg, ik voelde me goed en sterk."

Opvallend genoeg ondernam de concurrentie ook weinig pogingen om het ideale scenario van BAM en Stroetinga te doorkruisen. Een eindsprint staat momenteel immers gelijk aan winst voor de Fries, en alleen een geslaagde aanval zou roet in het eten kunnen gooien.

Maar wat dat betreft eindigde de strijd in Thialf net zo teleurstellend als de meeste eerdere NK’s. Niemand durfde echt de knuppel in het hoenderhok te gooien, niemand durfde de gashandel vol open te trekken.

Zo trok het peloton als één groep naar de streep voor de sprint. Die finale was wel spectaculair, met de mannen van de BAM voorop als gangmakers. Stroetinga zat in de rug van Bergsma en Groeneveld op fluweel, achter hen werd de strijd compleet gemaakt door de mannen van SOS Kinderdorpen. Het ging in die laatste rondjes in Thialf keihard, en het publiek stond op de banken.

De fans zagen hoe Stroetinga ongenaakbaar bleek in de sprint. Karlo Timmerman bleef nog het dichtst in de buurt en bijzonder verrassend was de derde plaats voor routinier Jan Maarten Heideman. Ook hij had al drie nationale titels achter zijn naam staan en had dus geschiedenis kunnen schrijven. Maar met Heideman hield vooraf niemand serieus rekening.

Onterecht, zo bewees de rijder uit Oldebroek, al bleef Stroetinga voor hem buiten bereik. Heideman stak zijn bewondering voor Stroetinga ook niet onder stoelen of banken. "Een alleskunner. Tijdens de wedstrijd heeft hij enorm veel werk verricht, en dan is hij nog zo sterk in de sprint."

Een alleskunner die inmiddels mannen als Lammert Huitema, Bertjan van der Veen, Jan Kooiman, Co Giling en dus ook Heideman achter zich heeft gelaten. Speciaal voor Stroetinga is er nu een nieuwe bladzijde in het geschiedenisboek van het marathonschaatsen.

En de erelijst van ’Stroet’ biedt nog ruimte tot uitbreiding. Toch? "Nou, Jillert Anema (trainer BAM, red.) heeft gezegd dat vier overwinningen mooi genoeg zijn en dat hij op zoek gaat naar een andere kopman voor het volgende NK. Dat is dus nog even afwachten."