Voor Joy Beune was het pas de derde World Cup-race over vijf kilometer die ze vrijdagavond, Canadese tijd, reed. Beginnend met een rondje 30,6 kwamen er elke passage van de finishlijn enkele tienden bij haar rondetijd op. In de wetenschap dat haar grootste concurrente Merel Conijn een afbouwend schema had in de slotrondes en er nog twee schaatssters na haar het ijs op moesten, wilde Beune strijden tot de allerlaatste meter.

Ze maakte er geen race tegen de klok van of tegen haar directe opponente, Ivanie Blondin die met haar 7.12,20 nauwelijks het vernoemen waard was, maar tegen zichzelf. Aan alles was te zien dat de benen van de Nederlandse vol waren gelopen en het zuur bijna uit haar oren spoot. De blik ging steeds vaker naar beneden, waar ze kon zien dat ze haar ene schaats in de bocht nog steeds over de ander kreeg. Ze moest en zou het verval beperkt houden.

De grimassen op haar gezicht en de moeizame slagen vertaalden zich niet door naar dramatische rondetijden, die liepen nog steeds met slechts een paar tienden op. Aangemoedigd door de gebroeders Ten Hove op de kruising en in de laatste ronden door Kjeld Nuis in de finishstraat, wrong ze haar hele lichaam uit. De ineenstorting kwam niet, hoewel ze eenmaal over de eindstreep haar nieuwe persoonlijk record van 6.45,76 niet uitbundig kon vieren.

Eindelijk mocht ze toegeven aan de vermoeidheid. De pijn. De verzuring. Het afzien had zich uitbetaald, want niemand kon tippen aan de vijf kilometer en de vechtlust van de 25-jarige schaatsster. Ze pakte haar eerste wereldbekeroverwinning over vijf kilometer. “Bij de coaches zei ik: ik ga out, ik ga out. Ik was op een hoop gegaan en kwam tijdens de race lucht tekort. Alles voelde ik uit mijn lichaam gaan en ik wist niet meer waar ik was”, vertelde ze even later bij de camera van de NOS.

Zo naar de knoppen durven gaan, vraagt de nodige mentale kracht en onverschrokkenheid. “Het is een mentaal spelletje”, gaf Beune toe. “Terwijl je de kracht uit je benen voelt gaan, moet je proberen te blijven bewegen. Keer op keer zeg je dat tegen jezelf. Dit is wat hoogte met je doet. Ik ben heel trots dat dit de derde tijd ooit gereden is in Calgary. Ik ben sneller dan op het WK van vorig jaar, een race die ik veel heb teruggekeken omdat ik zo goed schaatste. De laatste weken verliepen mijn vijf kilometers een beetje moeizaam, vandaag reed ik weer lekker. Ik pakte de winst in de slotrondes.”

'Laffe hap'

Het bleef bij een medaille in ‘huize Nuis’, zoals vriend Kjeld het later verwoordde bij de NOS. “Ik vond haar race geweldig om te zien. Ik ben supertrots op haar”, terwijl hij afsloot met een kushandje naar de camera. Over zijn eigen 1500 meter was hij minder te spreken. Hij werd slechts zesde in 1.43,09, bijna twee seconden achter winnaar Jordan Stolz – die zo ongeslagen bleef in de World Cup-reeks van deze winter.

Een kritische noot over de race van Nuis hoeven we niet te geven, dat deed de realistische schaatser zelf: “Die andere jongens reden met vuur. Ik startte veel te traag. Na de valse start dacht ik: kalm aan, maar dan doe ik de hele eerste 300 meter te kalm. Bij mijn eerste World Cup in Nagano, waar ik voorzichtig moest doen vanwege mijn liesklachten, opende ik harder dan op een van de snelste banen ter wereld. Daarmee is alles gezegd. Het was laffe hap.”

Kjeld Nuis
Beune vooruitschreeuwend, zelf te 'lafjes' om door de pijngrens heen te gaan. | Foto: Martin de Jong

De zege van Joy Beune was de eerste individuele van TeamNL dit seizoen. Alleen Marijke Groenewoud (2x), Bart Hoolwerf (beiden op de mass start), de vrouwen van de ploegenachtervolging en de teamsprintsters hadden al een overwinning op hun naam staan. We moeten helemaal terug naar het seizoen 1987-1988 dat het zo lang duurde voordat Nederland het eerste individuele goud pakte in de wereldbeker. Jan Ykema reed destijds in Insbruck in het vierde weekend naar de winst op de tweede 5000 meter.

Ook een primeur voor Merel Conijn: de vrolijke schaatsster van Albert Heijn Zaanlander greep voor het eerst eremetaal in de wereldbeker: zilver. Ze zette 6.47,44 op de klokken en was daarmee anderhalve seconde sneller dan haar persoonlijk record, gereden tijdens het Daikin NK Allround afgelopen december. "Heel blij mee", klonk de conclusie na afloop. Slechts twee dagen in Calgary is ze nog niet hersteld van het tijd- en hoogteverschil. "Natuurlijk ben ik moe en heb ik een jetlag, maar daar kan ik niet zoveel aan veranderen. Met het NK Afstanden in ons achter hoofd (14 t/m 16 februari) wilden we investeren in trainingen door een week in Tenerife te verblijven. Je wil immers niet aan het einde van het seizoen instorten. Maar het was echt zwaar op mijn longen vandaag."

Wie eveneens een glimlach op haar gezicht had, was Jutta Leerdam na haar 1.13,46. De sprintster kan niet altijd genieten van een plaats op het tweede schavot, maar was tevreden met haar groei: "Ik heb mijn schoenen omgeruild en voelde veel meer ontspanning. Ik durfde nog niet alles eruit te halen, maar deze race voelde meer als mezelf. De eerste ronde is weer hard, op de start moet ik nog even oefenen. Daar laat ik drietienden en uiteindelijk de winst liggen. Miho Takagi (de winnares in 1.13,10, red.) kijkt weer een beetje achterom." Op diezelfde afstand lukte het Angel Daleman nét niet om Joy Beune uit de boeken te rijden. Met 1.14,22 kwam ze 0,01 tekort voor het wereldrecord junioren op die afstand. Wel reed ze bijna zeventienden van haar persoonlijk record af.

Benieuwd naar alle noteringen van de Nederlanders? Snuffel dan nog even tussen de uitslagen.