Weissensee – Grand Prix 2 – Sprint. Het is een hele mond vol, maar in de reeks natuurijswedstrijden op het Oostenrijkse bergmeer staat de maandagse race niet erg hoog aangeschreven. “Maar als je ’m kunt meepakken is het toch heel lekker”, vindt een uitbundige Harm Visser, terwijl Jumbo-Visma’s ploegleider de kleine Fries voor de derde keer binnen een minuut halfdood knuffelt. “Misschien is het wel mijn laatste kans op een overwinning deze week”, zegt Visser tussen de omhelzing door. “In de Alternatieve Elfstedentocht wordt het lastig, als we dan opnieuw met slechts twee man zullen vertrekken… Het doet me zo goed dat het deze keer onze kant opvalt.”
Die twee overgebleven Jumbo’ers: dat zijn hij en de jonge, duidelijk voor het natuurijs ontworpen Remco Stam. Want van Mats Stoltenborg en Robert Post is geen spoor te bekennen. Het duo ligt spugend en lamlendig in bed. De Vries schat de kans niet hoog in dat er sprake zal zijn van een wonderbaarlijke wederopstanding. “Robert moesten we vorige week reeds thuislaten. Hij kreeg toen een antibioticakuur. Ondertussen regelde ik een vliegticket voor hem, omdat hij opknapte. Gisteren stond hij voor het eerst op het ijs. Ik vertelde hem dat hij vandaag zou starten, op hetzelfde moment kwam Mats naar me toe en die zei: ‘Ik ben niet fit’. Na die woorden vertrok hij naar zijn kamer die hij sindsdien niet meer heeft verlaten. Oké, dacht ik, dan zijn we dankzij Post toch met z’n drieën. Tot vanochtend. Stuurde Robert me een appje: ‘Helemaal naar de kloten. Alles vliegt eruit’. Ach, die jongens kunnen er niets aan doen. Maar het is na dergelijke berichten érg fijn dat je zo’n koers kunt winnen.”
De Vries looft Stam, een pitbull pur sang die volgens afspraak de gehele wedstrijd controlerend heeft rondgereden. Geen ontsnappingspoging kon ontstaan of hij zat erbij, zestig kilometer lang. “Hij zorgde ervoor dat de wedstrijd liep zoals we wilden. Ik had gisteravond nog gezegd: draait het op een eindsprint uit, richt je dan op Reggeborgh. Zit je achter die gasten, houd rekening dat Royal A-ware daarna van achteruit zal opkomen. Vecht het dan maar uit.”
De gespierde benen en zijn instinct zijn weer eens goud waard. Zeven keer won Visser op kunstijs, in Winterswijk blonk hij uit toen de eerste natuurijsmarathon werd verreden, en uit de ruif van het Weissensee-pakket pikt hij de derde dagprijs mee. Evert Hoolwerf baalt behoorlijk. Hij moet genoegen nemen met plaats twee, de zesde top-drie buiten de twee zeges gerekend. “Ik ben hier om te winnen”, mompelt de Eemdijker. “Het was onze opzet het in de sprint af te maken. Als ploeg deden we alles goed. Blijkt er een sneller te zijn, dan is dat zo. Wat hadden we anders moeten doen? Iedereen vervulde zijn taak. De enige meevaller is dat ik op het podium finish. Dat proberen we woensdag weer, met Casper de Gier, Crispijn Ariëns en Ronald Haasjes beschikken we over uitstekende rijders die allemaal de tweehonderd kilometer aan kunnen. Al denk ik niet dat wij momenteel de te kloppen formatie zijn. Laten we vooral reëel blijven.” En weg is-ie, naar de ceremonie protocollaire.
Zoals gememoreerd, niet van de voornaamste race deze week, maar: “Winnen is winnen. We pakken er mooi een mee en gaan vol goede moed naar de Alternatieve van woensdag”, aldus de nog steeds stralende Visser, die even later met twee Reggeborgh’ers (Ariëns is nummer drie) op het huldigingsbruggetje staat te glunderen.
Daar voegen zich ook de beste drie rijdsters van de vrouwenwedstrijd. Het wekt, het wedstrijdverloop van de eerste twee races in ogenschouw nemend, geen verbazing dat na het ONK (Merel Bosma) ook de sprintproef (40 km) wordt opgeëist door BDM-BTZ. Ineke Dedden tippelt als winnares het trapje voor de zevende keer op. Acht jaar geleden is ze de serie begonnen met de derde plaats in de Aart Koopmans Memorial, daarna volgden de winst op het ONK (2017), de derde plaats in de Alternatieve (2019), dezelfde klassering in de Grand Prix 2 (2020), opnieuw eerste op het ONK (2023) en afgelopen zaterdag de derde positie van dezelfde race. Merel Bosma, kampioene sinds twee dagen, mag mee naar boven, voor de derde prijs wordt Tessa Snoek opgeroepen.
Laatstgenoemde, marathonvrouw bij VGR Sport – Vreugdenhil, kan haar geluk niet op. Vorige week woensdag kroop ze hondsberoerd onder de dekens, beseffend dat ze de Aart Koopmans Memorial kon schrappen. Omdat haar fysieke conditie niet erg verbeterde, moest ze ook het ONK laten schieten. Best speciaal dat ze nu alweer komt bovendrijven en als nummer drie wordt geregistreerd.
“Ik ben nog niet geheel fit, maar zodra we alle vier (ook Emma Engbers is een paar dagen geveld geweest, red.) weer honderd procent zijn, kunnen we BDM-BTZ in Zweden volgende maand verslaan. Deze derde plaats is al super, en sowieso meer waard dan de tweede en derde die ik in kunstijswedstrijden heb behaald dit seizoen. Mijn doel van het jaar was op dit bruggetje klimmen. Dat is binnen”, zegt een plotseling hoestende en proestende Snoek. Het griepje waart kennelijk nog rond. “Ja, misschien wel. Tijdens het schaatsen had ik in de gaten dat ik beter niet overeind kon komen, omdat ik dan veel minder lucht kreeg. Dus bleef ik zoveel mogelijk voorovergebogen rijden.” Het heeft zich uitbetaald.