Jan Smeekens is deel van de mondiale sprinttop
Mooi was het om te zien dat we met name op de sprintnummers steeds meer vooruitgang boeken en dat het gaatje met de wereldtop grotendeels gedicht is.
Het risico op de sprint is erg groot. Eén kleine misslag is genoeg om je naar de achterhoede te verplaatsen. En trainingstechnisch is het veel moeilijker om een heel seizoen goed te zijn. Het is een heel seizoen balanceren en dan lig je er ook wel eens naast.
Wat dat betreft kun je beter langeafstandsschaatser zijn. Dan loop je in de periodisering minder risico en zijn er uiteindelijk veel meer wegen die naar Rome leiden. Dat wil niet zeggen dat het zomaar een één-tweetje is om die vijf en tien kilometer te winnen. Maar één ding is best opmerkelijk en dat is dat de langeafstandsschaatsers die in het voorseizoen om de prijzen meedoen dit vaak aan het einde ook nog doen. Bob de Jong is daar weer een prima voorbeeld van. Hij is dan ook niet voor niets schaatser van het jaar geworden.
Wat ik geweldig vond om te zien is dat we de Ireen Wüst van lange tijd geleden weer eens hebben gezien. Zoveel zelfvertrouwen uitstralen en zelf weten dat je goed bent en dat ook roepen. Dan leg je jezelf veel druk op en als je het dan ook af kan maken dan behoor je tot een zeldzaam ras. Ook een terechte schaatsster van het jaar dus.
Nog even een opmerkelijk puntje, het valt mij op dat een topper nooit ziek word vóór een belangrijk kampioenschap maar altijd meteen erna. Het komt weleens voor dat een subtopper zich afmeldt voor de wedstrijd omdat diegene strontziek op bed ligt. Je mag als topsporter natuurlijk niet ziek worden en zeker niet als je gas terug genomen hebt voor een belangrijk kampioenschap.
Nu is het vakantie. Een goede zomer toegewenst.