Het gesprek met bondscoach Niels Kerstholt in april van dit jaar kan Sven Roes zich nog goed voor de geest halen. Net als zijn collega’s zou aan het einde van de winter zijn seizoen worden geëvalueerd. Maar al snel kreeg het gesprek een verrassende wending. “Niels zei tegen mij: ‘Ik zal gelijk met de deur in huis vallen. We hebben dit jaar geen plek meer voor je.’ Onmiddellijk kreeg ik tranen in mijn ogen”, herinnert Roes zich nog al te goed. “Ik kon het niet beseffen. Wat zegt hij nou? Omdat ik twee seizoenen niet gepresteerd had, werd ik uit het team gezet.”
Kerstholt: “Twee jaar heeft hij niets kunnen laten zien. We willen hem helpen, maar er is slechts een beperkt aantal plekken in het nationale team. Dan moet je keuzes maken en geven we de voorkeur aan shorttrackers die de afgelopen winters hard hebben gereden. Dat is een harde keuze en het was heel lastig om die boodschap over te brengen. Wij geloven in hem. Daarom hebben wij ook aangeboden dat hij mee kan trainen op het hoogste niveau en gebruik kan maken van de volledige begeleiding van ons medische team. Sven lijkt weer terug en heeft heel goede kansen om zich voor de World Tour te plaatsen.”
‘Niet gepresteerd’; de realiteit is gecompliceerder dan deze twee woorden. In oktober 2022 werd Roes aan zijn heup geopereerd. Een lange periode van herstel zou voor hem liggen. Hij mocht in mei 2023 weer de eerste voorzichtige stappen op het ijs zetten. Helaas werd hij snel teruggeworpen door een mysterieuze rugblessure. De oorzaak was niet te achterhalen. “Ik ben bij zoveel medici geweest. ‘We hebben iemand gevonden die het misschien kan oplossen.’ Misschien, ja… En dan ging ik erheen, was het weer geen oplossing.”
Het hield Roes zelfs in zijn dromen bezig. “Dan droomde ik dat een arts het gelijk op kon lossen en de pijn verdwenen was. Vervolgens werd ik wakker en was mijn blessure er nog. Ik wilde het zo graag dat ik er ook ’s nachts mee bezig was.” Roes verloor zijn kenmerkende glimlach, bezocht de shorttracktrainingen niet meer en vroeg zich af waar hij het nog voor deed. “Mentaal heb ik het zo zwaar gehad, omdat alles wat we probeerden niet werkte. Na drie maanden was de oplossing niet gevonden, na zes maanden niet. Het bleef maar slecht gaan.”
Totdat teamarts Karin Top de hulp inschakelde van de gepensioneerde Peter Vergouwen, gespecialiseerd topsportarts. “Hij drukte op mijn rug en ik zakte door mijn benen heen. Peter zag meteen dat de spieren rondom mijn heup en onderrug erg verzwakt waren. Hij gaf me een injectie, waarna ik twee weken niets mocht doen, behalve op de bank liggen en eenvoudige oefeningen doen. Daarna hebben we het uitgebouwd met spieroefeningen.” Hoewel het niet – zoals in zijn dromen – binnen één behandeling was opgelost, is de shorttracker Vergouwen eeuwig dankbaar. “Al bij binnenkomst voelde ik dat hij gelijk het probleem wilde oplossen. Streng, maar daar houd ik wel van. Hij vond mij zo’n gedisciplineerde sporter en had nog niemand meegemaakt die zo druk bezig was met revalideren. Zijn aanpak gaf me vertrouwen. Hij was echt de man uit mijn dromen ”
Toen Roes zich vervolgens weer volledig op het shorttracken kon storten, kreeg hij totaal onverwacht te horen dat hij vanaf de zomer niet meer onder contract zou staan bij het nationale team. “Schaatsen is mijn leven, al sinds ik een klein kind ben. Twee jaar hebben ze in mij geïnvesteerd om me erbovenop te helpen. Ben ik er bijna, zeggen ze: ‘Jammer jongen, we hebben geen vertrouwen meer in je.’ Zo kwam het op mij over. Topsport is blijkbaar superhard.”
“Ik was niet boos, maar teleurgesteld in de manier waarop het is gegaan. Het raakte mij als sporter dat ik eruit werd gezet omdat ik niet gepresteerd had, terwijl ze zagen dat ik weer beter aan het schaatsen was. Later heb ik nog een goed gesprek gehad met Niels en Remy (de Wit, technisch directeur, red.). Ze legden uit dat er geen budget was voor meer sporters. Ik heb mijn mening gegeven, maar de keuze was gemaakt. Wie ben ik dan om daartegenin te gaan?”
Voor een 24-jarige shorttracker zijn er verder weinig opties in Nederland. Roes was te oud voor het KNSB Talenten Team, waardoor alleen het Centre of Excellence (CoE) - een initiatief vanuit de ISU voor talentvolle schaatsers uit binnen- en buitenland – zou overblijven. Gelukkig kreeg hij vanuit de KNSB de mogelijkheid mee te trainen met de nationale ploeg. “Omdat ze een soort zorgplicht hadden naar mij, zou ik mee mogen trainen en gebruik kunnen maken van de fysio’s. In eerste instantie wilde ik dat niet. Ik twijfelde of ik wel door wilde met shorttrack. Zelfs overwoog ik naar het buitenland te gaan, naar Hongarije. Maar what the f*ck moest ik daar doen? Ik wilde in Nederland blijven.” Daarom besloot Roes op het aanbod van de KNSB in te gaan.
Hij is officieel teamlid van het CoE, wordt daar gecoacht door Benny Bruggemans en volgt de trainingen van Kerstholt. Omdat zijn volledige inkomen weg was gevallen, klopte hij bij WADRO – sponsor van het WADRO KTT Noord – aan met de vraag of het bedrijf hem financieel zou willen ondersteunen. Daarnaast kan hij rekenen op de hulp van zijn collega-shorttrackers. In de moeilijke tijd steunden ze hem, inmiddels staat hij weer met hen op het ijs, ‘ouwehoert’ hij erop los en krijgt hij zelfs technische aanwijzingen van Jens van ’t Wout.
Twee weken geleden, op 31 augustus, was de eerste wedstrijd na twee jaar vol blessureleed voor Roes. “Die vrijdag ervoor was ik zo zenuwachtig. Dat sloeg nergens op. Tijdens de warming-up zaterdagochtend zei Jens tegen mij dat ik lekker moest genieten. Op dat moment moest ik de tranen al wegslikken. In de voorronde kwam ik als eerste over de streep. Het was niet de beste rit, maar ik won hem wel. Na de finish kwamen de eerste tranen, maar in de heat box kwam echt alles eruit. Al het verdriet van de afgelopen twee jaar, dat ik niet had kunnen schaatsen. Dat ik thuis zat te huilen en me afvroeg of ik nog wel wilde shorttracken. Ik liep na de race naar mijn ouders toe en zij sloegen een arm om me heen. Gelijk kwamen de tranen weer.” Roes plaatste zich niet voor de A-finale, maar was wel de beste in de B-finale. “Het resultaat kon beter, maar ik was heel tevreden over hoe het ging. Ik kon eindelijk weer m’n ding doen.”
Roes koestert geen wrok. “Ik heb niet het gevoel dat ik me moet bewijzen komende winter. Ik ben blij dat ik weer lekker kan schaatsen en pijnvrij rondjes kan rijden. Uiteindelijk shorttrack ik voor mezelf. Inmiddels zit ik op 80%. De snelheid komt weer en de conditie is goed. Technisch wil ik me nog verbeteren, zodat ik mijn kracht beter op het ijs kwijt kan. Ik heb de donkere kant van de topsport gezien en nu kan ik weer genieten van de mooie.” De eerste kwalificatiewedstrijden zijn eind september, als de shorttrackers zich kunnen plaatsen voor de World Tour. “Kwalificatie zou supermooi zijn, anders probeer ik het in januari weer”, klinken de realistische woorden van Roes. Zijn grote doel is onveranderd: wereldkampioen 1500 meter. “Dat blijft mijn droom.”