Amper drie jaar oud bereikte Schaatsvereniging Rotterdam al een prestatie die nooit meer werd overtroffen. De club leverde in 1967 zowel bij de mannen als vrouwen de wereldkampioen schaatsen: Stien Kaiser en Kees Verkerk. Beiden stoomden zich met conditietrainingen in het Kralingse Bos klaar voor de schaatswinters. De meeste nationale toppers trainden daar. Omkleden deden ze in de kelder van Café Plasbos.

Deze beginjaren van SVR staan beschreven in het jubileumboekje ‘De eeuwige zoektocht naar een thuis’, dat op 16 november wordt gepresenteerd. “Gekscherend zijn wij eigenlijk altijd een voetbalclub zonder veld geweest”, zegt Sander de Iongh, die het boekje met Alma Schröder heeft samengesteld. Goed beschouwd geldt dat natuurlijk voor de meeste schaatsverenigingen, want geen enkele club bezit een eigen ijsbaan. Maar in Rotterdam is de hunkering naar ‘eigen’ ijs wel heel lang heel groot geweest.

In 1974 opende SVR wel een eigen clubhuis, aan de rand van datzelfde Kralingse Bos. Een ideale plek voor de droog- of bostrainingen. Maar om te schaatsen op een ijsbaan van 400 meter moesten de SVR-leden uitwijken naar Amsterdam (Jaap Eden, al open vanaf 1961), Utrecht (vanaf 1970) of Den Haag (1973). In Rotterdam kwam in 1978 aan het Weena een Ton Menken-hal, met een rondje van 220 meter, maar die ging in 1995 weer dicht. “En toen had je hier achttien jaar niks”, blikt De Iongh terug.

SVR 60 jaar: het kleedlokaal van weleer
De schaatstoppers van vroeger trainden in het Kralingse Bos en kwamen in Café Plasbos om zich om te kleden. | Foto: Eigen foto SVR
SVR 60 jaar
Trainen in de aanvangsjaren van SVR zag er zo uit. | Foto: Eigen foto SVR

In 2013 kwam, op het complex van hockeyclub Leonidas de Schaatsbaan Rotterdam: een tunnelijsbaan, die elke winter open is van november tot februari. Drukbezocht, een commercieel succes en ook aantrekkelijk voor SVR. Serieuze schaatsers blijven weliswaar aangewezen op De Uithof in Den Haag, omdat je daar wedstrijden kunt rijden en in de Maasstad niet. “Toch is Schaatsbaan Rotterdam inmiddels van groot belang voor SVR”, zegt De Iongh. “We krijgen meer beginnende jeugd én schaatsers van boven de dertig jaar, die het fijn vinden om ook dichter bij huis weer rondjes te rijden. De gemeente Rotterdam zou meer werk moeten maken van een nieuwe locatie voor de ijsbaan. Een versie 2.0 zou langer open kunnen zijn en meer ruimte kunnen bieden voor hardrijders.”

Sinds de eeuwwisseling ziet SVR vooral de populariteit van het inlineskaten groeien. “Mede dankzij het skeeleren is ons ledental de laatste jaren gestaag gegroeid”, zegt De Iongh, die van 2014 tot 2022 voorzitter van SVR was. “Vijf jaar terug zaten we rond de 140 leden, nu zijn het er ruim 220.” Met meer aandacht voor het skeeleren moest SVR ook op zoek naar een nieuwe trainingslocatie. Na enkele omzwervingen vond de club onderdak bij wielerclub RWC Ahoy, dat pal naast Rotterdam The Hague Airport zijn eigen wielerparkoers heeft.

SVR 60 jaar: tal van acitiviteiten
Vooral het aantal skeelerende leden is fors gegroeid. | Foto: Eigen foto SVR

Ook Schaats & Inline Lansingerland (SIL) trok hierbij in. De samenwerking is, na een weifelende start, tot volle wasdom aan het komen. Met zijn drieën maken ze, de krachten gebundeld in een stichting, gebruik van het Sportpark Noordrand. Daar is intussen een wedstrijdpiste voor inlineskaten gerealiseerd, met Vesmaco-toplaag en dus geschikt voor internationale wedstrijden. Dit jaar vond op Sportpark Noordrand reeds het Daikin NK Baan en Weg plaats.

“En we willen nog veel meer”, zegt De Iongh. “Want nu je hier een prachtige topsportbaan hebt, kun je ook denken aan een verblijfsaccommodatie, zodat teams hier kunnen neerstrijken voor trainingskampen. We krijgen al aanloop vanuit het buitenland. Dus waarom niet? Je zou hier zelfs het Papendal van de Randstad kunnen realiseren, we hebben ruimte genoeg.”

Aan enthousiasme ontbreekt het niet bij de jubilaris. Samen met onder meer het Sportbedrijf Rotterdam (eigenaar van het complex) werkt de stichting Sportpark Noordrand reeds hard aan ambitieuze toekomstplannen. Komt er nog meer ruimte voor breedte- en topsport, zoals BMX of het commercieel interessante padel? Of ga je meer de maatschappelijke kant op, bijvoorbeeld met buitenschoolse opvang?

De Iongh: “Als je hier op een doordeweekse avond komt, bruist het van de activiteit. Maar overdag is het, zoals op de meeste sportcomplexen, stilletjes. Dat is zonde. We willen ook naar een dagprogrammering toe, inspelen op de behoefte van de stad. Voorbeeld: in Rotterdam wonen veel vluchtelingen, die je hier in alle rust fietslessen zou kunnen geven. Buitenschoolse opvang in combinatie met sport is geweldig, dan doe je ook iets aan de beweegarmoede onder jeugd.”

SVR 60 jaar
Op doordeweekse avonden is het druk op sportpark Noordrand, maar dat moet het in de toekomst ook worden.overdag | Foto: Eigen foto SVR

Een eerste aanzet voor verrijking van het complex is reeds in de maak. Bij de entree komt een jeugdpark met een rondje asfalt om te skeeleren, ruimte voor droogtrainingen én apparaten om spelenderwijs krachtoefeningen te doen. “Dat jeugdpark is medio volgend jaar klaar. Het is bedoeld om de jeugd uit te dagen om meer te bewegen en het verruimt onze trainingsmogelijkheden.”

Na opheffing van de skeelertak bij KNSB Talent Team Zuidwest hebben twee leden van SVR een eigen topsportploeg opgericht. Met dat Team SPR (Skeelerpiste Rotterdam) wil de vereniging het inlineskaten in Zuid-Holland naar een hoger plan tillen. “Dat draait al aardig. Bij het laatste NK behaalden ‘onze’ rijders vijf gouden en achttien zilveren medailles”, zegt De Iongh. “Dat is heel euk, maar we willen vooral structureel een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het inlineskaten. We hebben hier nu een prachtige piste liggen, geschikt voor topsport, die willen we graag optimaal benutten.”

Van ‘voetbalclub zonder veld’ is SVR uitgegroeid tot een ‘schaatsclub met een (deels) eigen skeelerpiste’. Met ruim 220 leden is de 60 jaar oude vereniging anno 2024 springlevend. Dat viert ze met een receptie op 16 november. “Ik kan niet anders zeggen dan dat we er goed voor staan,” zegt De Iongh in het clubhuis op Noordrand, dat binnen enkele jaren wel aan renovatie toe is. “Het is nu zaak om door te pakken met het verdere ontwikkelen van dit complex. We zijn er druk mee bezig, willen de juiste keuzes maken. Als het vliegwiel eenmaal draait, kunnen we hier weer een grote sprong voorwaarts maken, dan staan we aan het begin van een nieuwe bloeiperiode.”