Enkele weken geleden berichtte het Algemeen Dagblad dat de financiële situatie bij veel sportbonden er somber uitziet. Teruglopende sponsorinkomsten en een korting op de Lotto-gelden zorgen bij veel sportbonden voor hoofdbrekens.
Tachtig procent van de sportbonden heeft het afgelopen jaar personeel moeten ontslaan, 65 procent zit zonder hoofdsponsor en bijna vijftien procent heeft een negatief eigen vermogen, zo becijferde de krant.
Sportbestuurders en betrokkenen reageerden behoorlijk eensgezind: om het hoofd boven water te houden moeten sportbonden op zoek naar nieuwe manieren om geld te verdienen. Deze nieuwe verdienmodellen vereisen een verandering in de manier van denken bij de bonden, maar in veel gevallen ook een andere organisatiestructuur.
Bij de KNSB is het kwartje al enige tijd gevallen en zit de bond midden in een veranderingsproces. De schaatsbond beseft dat er een ander bestuursmodel nodig is, zo merkt Dielessen."Ik heb de indruk dat de dagelijkse leiding, onder anderen Paul Sanders en Arie Koops, veel over die bestuurlijke vernieuwing nadenkt. Zij zijn op zoek naar meer bedrijfsmatige modellen voor de bond. De KNSB moet geld zien te verdienen om te zorgen dat meer mensen kunnen schaatsen. Daar gaat het uiteindelijk om."
Maar met goede plannen alleen komt de schaatsbond er niet, benadrukt Dielessen. De plannen moeten ook gedragen en uitgevoerd worden. "Het probleem van de KNSB op dit moment, en daar maak ik me wel zorgen om, is dat het bestuurlijk in een onrustige periode zit. Ik zou het prettig vinden als dat zo snel mogelijk ten einde komt. Het schaatsen is immers een belangrijke sport."
Met het vertrek van Doekle Terpstra als voorzitter van de KNSB is het bestuur vanzelf minder slagvaardig geworden. Volgens Dielessen is de bond zeker niet stuurloos, maar is er om de bestuurlijke vernieuwing door te voeren een krachtiger bestuur nodig. "Er moet een bestuur komen dat van wanten weet en goed kan samenwerken met de directie."
Als het lukt om een daadkrachtig bestuur te formeren dan is het eenvoudiger om de noodzakelijke veranderingen door te voeren, meent Dielessen. "Ik hoop dat het stuk over bestuurlijke vernieuwing, dat ik nog niet gezien heb, binnenkort zijn beslag kan krijgen en dat de bond op zoek kan naar consistente bestuurlijke invulling."
Vaak worden veranderingen met wantrouwen tegemoet getreden, maar volgens de NOC-directeur is dat bij de meeste sportbonden niet echt het geval en zeker niet bij de KNSB. De belangrijkste betrokkenen zijn volgens Dielessen doordrongen van de noodzaak om te veranderen.
En nietsdoen is ook geen optie, benadrukt hij. "Ik denk dat de opzet waar nu aan gewerkt wordt de goede weg is, hoewel dat natuurlijk altijd nog moet blijken. Je kan en moet werkende weg ook altijd willen aanpassen. Ik zeg daarom wel eens: 'liever een slechte keuze dan geen keuze'.
De KNSB is anders dan de meeste bonden in Nederland van nature al gedwongen tot een meer bedrijfsmatige aanpak. De meeste bonden drijven financieel namelijk op ledengelden, op contributie. Dat is bij de KNSB niet het geval. Slechts zeven procent van de inkomsten komt uit contributie. "De KNSB heeft dus al een totaal ander model en daarmee is het vanzelf al veel afhankelijker van commercie en subsidie."
Ook subsidiegelden zijn echter een relatief onzekere inkomstenbron en daarom is het ook voor de schaatsbond zaak om vooral de commerciële aanpak uit te werken. En, zo benadrukt Dielessen nog maar eens: "Het belangrijkste voor de KNSB is in ieder geval een consistent bestuur. Dat is hun eerste uitdaging."
Tot slot pleit Dielessen niet alleen voor een meer bedrijfsmatige aanpak bij de sportbonden, maar ook voor meer samenwerking tussen bonden. Ook fusies zijn daarbij een mogelijkheid. In het verleden heeft de KNSB daarin ook al een belangrijke stap gezet, vindt hij. "Het is heel goed dat de KNSB het skaten erbij getrokken heeft en nu ook in de zomer actief is."
Mogelijk zal er in de komende jaren wel weer worden nagedacht over samenwerking vanuit de KNSB. "Misschien moet er in de toekomst wel naar andere ijs- of sneeuwsporten gekeken worden om mee samen te werken", zegt hij.