Jorien ter Mors

De eerste maanden van het seizoen zette Ter Mors mooie resultaten neer in de wereldbeker. Van de acht afstanden waarop ze van start ging, eindigde ze slechts één keer buiten de top tien. In Montreal kwam ze dichtbij de medailles op de 1500 meter, met een vierde en vijfde plaats. “Het geeft een lekker gevoel op weg naar de EK. Ik weet nu wat ik kan.”

“Als alles klopt en ik goed rij, kan ik Europees kampioen worden”, kijkt Ter Mors zelfverzekerd vooruit naar de Europese titelstrijd in eigen land. Shorttrackkenners zien de Italiaanse Fontana als favoriet voor de titel. De tweevoudig Europees kampioene moest vorig jaar de titel laten aan de Tsjechische Novotna, maar wist een maand later als enige Europese beslag te leggen op een Olympische plak. Ze pakte het brons op de 500 meter. “Fontana is te verslaan. Bij de wereldbekers heb ik dat al laten zien”, stelt Ter Mors.

“Er zijn meer sterke rijders. Op de EK gaat de slimste winnen. Het blijft een spelletje en dat moet je goed kunnen spelen om te winnen.” Naast Fontana zijn de Britse Elise Christie, de Hongaarse Bernadett Heidum, titelverdedigster Novotna en ploeggenote Annita van Doorn de belangrijkste concurrenten.

Ook op de afstanden gaat Ter Mors voor winst. “Het doel is om allround kampioene te worden en daarvoor heb je ook goud nodig op een afstand.” Ter Mors dicht zichzelf op alle afstanden kansen toe. “De 500 meter wordt voor mij het moeilijkste. Op die afstand zijn er een aantal goede specialisten.”

Naast het individuele toernooi is Ter Mors met het vrouwenteam ook kansrijk voor de medailles. “Na drie keer brons, mag er nu wel een keer goud komen”, aldus Ter Mors, verwijzend naar de afgelopen vier Europese toernooien. In Heerenveen gaat het damesteam van de start met een bronzen plak van de wereldbekerwedstrijd in Changchun op zak. “Dat brons was mooi, maar biedt zeker geen garantie. Bij het EK zijn er andere teams en moet er opnieuw gestreden worden.”

De eerste voortekenen voor haar sterke rijden dit seizoen waren er voor Ter Mors al een jaar eerder. “Rond de Spelen voelde ik me goed en die lijn heb ik kunnen doortrekken”, kijkt Ter Mors terug. Dat liet ze bij de wereldkampioenschappen in maart in Sofia zien door de finale te bereiken op de 1500 meter, waarop ze uiteindelijk als zesde eindigde.

“Alles valt nu meer op z’n plek. Ik rij goede races, vooral doordat ik veel sterker ben. Ik kan me meer bezig houden met de race zelf en hoef niet bang te zijn dat ik te veel doe, waardoor ik aan het eind tekort kom”, legt Ter Mors uit. “Ik kan meer op intuïtie rijden.”