Ook al reed Ter Mors bij de trainingswedstrijden in Enschede een nieuw persoonlijk record op de 500 meter en een baanrecord op de 1000 meter, toch weerspiegelen die tijden alleen niet volledig hoe het met haar gaat. “Die trainingswedstrijd ging goed, maar ik heb hem wel moeten bekopen”, zegt ze.

De wedstrijden in Enschede waren een testmoment. “Om te kijk hoe het lichaam op zo’n inspanning zou reageren.” De conclusie was duidelijk: haar herstelvermogen is nog niet helemaal in orde.

“Ik heb laten zien dat ik al wel weer hard kan schaatsen, maar het lastigste is om goed te herstellen”, vertelt Ter Mors. Mede daardoor vallen de trainingen haar nog zwaar. “Negen van de tien keer is het voor mij een stuk zwaarder dan voor mijn ploeggenoten.”

Het doel voor komend seizoen laat zich niet uitdrukken in medailles of tijden. “Ik wil zorgen dat ik met een goede vorm het seizoen afsluit. En dan wil ik er volgend jaar weer staan”, legt de 25-jarige rijdster uit.

Dat betekent dat ze dit seizoen af en toe ‘met de rem erop’ zal rijden. “Ik rijd nu liever twee wedstrijden te weinig dan eentje te veel”, zegt ze. “Want als ik nu één dag te lang doorga dan lig ik er vier dagen uit in plaats van een halve dag, zoals vroeger.”

Toch is Ter Mors voor komende winter ambitieus, want ze heeft haar zinnen op zowel de WK Shorttrack als de WK Afstanden gezet. Om daar te komen moet ze heel voorzichtig plannen en goed luisteren naar haar lichaam, benadrukt ze. Ze kan daarom nog weinig zeggen over de wedstrijden die ze in de aanloop daar naartoe zal rijden.

Twee wedstrijden staan al wel vast: de Invitation Cup van komend weekend en de World Cup-selectiewedstrijd eind oktober in Enschede. De eerste is het selectiemoment voor de World Cups shorttrack, de tweede voor de wereldbeker langebaan.

Omdat ze zich in Enschede wil plaatsen voor de World Cups langebaan zal ze sowieso de eerste shorttrackwereldbekerwedstrijd, in Montréal, missen. Coach Jeroen Otter sluit niet uit dat ze wel de tweede wereldbeker in Toronto zal rijden, want als ze zich voor de langebaanwerelbekerwedstrijden plaatst zal ze toch al naar Canada komen voor de wedstrijd in Calgary. “Maar dat is allemaal afhankelijk van hoe de selectiewedstrijd gaat en hoe ze zich voelt”, aldus Otter. “We monitoren alles, maar het gevoel van Jorien staat bovenaan. Zij weet waar ze staat en waar ze gestaan heeft.”

Ze heeft van ver moeten komen, geeft Ter Mors toe. Bijna een jaar had ze niet geschaatst en toen ze eind mei in Enschede voor het eerst haar schaatsen aantrok was het even slikken. “Shorttracken was één groot drama. Dat was echt frustrerend. Ik dacht dat ik wel wat kon, maar ik zakte door mijn benen in de bocht.” Ze was de druk in de krappe shorttrackbochten niet meer gewend.

Gelukkig kon Ter Mors haar geluk ook meteen op de 400-meterbaan beproeven. “Dat was een verademing”, lacht ze. “Ik kon het toch nog. Dat voelde zó fijn. Ik maakte twee, drie klappen en een stroom van rust ging door me heen. Ik kan schaatsen, dacht ik. Ik kom er wel. Dat was zo geruststellend.”

Inmiddels is het goede gevoel op de shorttrackijzers er ook weer. “Het schaatsen gaat heel goed. Ik ben alleen wat eerder kapot”, stelt ze vast.

Zowel rijdster als coach denken dat de combinatie van twee disciplines, langebaan en shorttrack, geen probleem vormen bij de terugkeer van Ter Mors op topniveau. Ze neemt niet te veel hooi op haar vork, benadrukt ze. Otter vermoedt dat het juist in haar voordeel is. “Dat wisselen tussen langebaan en shorttrack is juist heel goed. Dat zouden meer rijders moeten doen. Het geeft misschien wel wat extra energie.”

Komende winter zal Ter Mors in het pak van Afterpay de langebaanwedstrijden rijden, maar in de praktijk traint Ter Mors bijna altijd bij Otter. Hij maakt de programma’s en stelt met haar de wedstrijdkalender vast.  Zo nu en dan sluit ze wel aan bij ijstrainingen van het damessprintteam van iSkate. En als ze voor wedstrijden op het ijs verschijnt dan is Dennis van der Gun de coach.

De afspraken tussen Otter, Ter Mors en haar langebaanploeg zijn helder. Een herhaling van de breuk met Clafis is daarom niet waarschijnlijk. “Het is perfect zoals het nu is. Ik kan mijn eigen plan volgen”, zegt ze.

“Ik heb wel heel veel profijt van Afterpay, want ik wil mijn start verbeteren en waar kan dat beter dan in een sprintploeg? Ik ben heel blij met de vrijheid die ik krijg”, benadrukt ze.

Mogelijk komt er nog een voordeeltje voort uit haar sprintploeg, want Ter Mors sluit het niet uit dat ze ook een gooi naar het WK Sprint in Seoul zou willen doen. Dat WK wordt twee weken voor het WK Shorttrack in dezelfde stad gehouden. “Het is een optie die op tafel ligt”, zegt ze met een glimlach. “Maar er liggen er nog meer.”

Volgens Otter is het niet onwaarschijnlijk dat Ter Mors deze winter alweer bijzondere dingen zou kunnen laten zien op het ijs. “Goede prestaties zijn al mogelijk”, zegt hij. “Het is de uitdaging om te kijken hoe we haar zo goed kunnen krijgen. En dat zal misschien niet zo frequent zijn als voorheen.”

Ter Mors oogt in ieder geval fris en vrolijk. Komend weekend rijdt ze de International Invitation Cup in Dordrecht en zal blijken hoe haar wedstrijdvorm op het shorttrackijs is.