Onder de schaatsers bevinden zich ook Koen en Kimberly. De twee twintigers zijn al tien jaar bij elkaar en werden afgelopen najaar lid van de Tilburgse ijsvereniging. Ze hadden wel eens geschaatst, maar eigenlijk nog nooit echt getraind. Toch gaven ze zich meteen op voor de bijzondere trip naar de Weissensee. Ondanks een valse start (de transponder van Koen werkte niet) houden ze flink de vaart erin en rijden ze strak op schema om ruim binnen de tijd binnen te komen.
Hun ouders staan langs de kant en trotseren net als het schaatsende koppel de regen en de wind. Af en toe trekken ze hun schoenen los uit het door de dooi langzaam smeltende ijs. “Ze komen er zo weer aan hoor”, luidt het enthousiast. “Dan moeten we er natuurlijk wel staan met een drankje en een reepje.” Ook Hans is meegereisd en moedigt zijn vrouw Angelique van harte aan. Via de app van de organisatie houdt hij alles tot in detail in de gaten. Met een fles Schrobbelèr in zijn tas vangt hij ook nog eens alle deelnemers op die al klaar zijn of onderweg zijn afgehaakt. Ondanks de nodige pechgevallen, twee gebroken polsen en een rijder met een schouder uit de kom, blijft de sfeer langs de kant positief.
De rijders hebben het lastig op het zware ijs en zien hun rondetijden langzaam maar zeker vertragen. Toch houden ze de moed erin. Deelneemster Gerrie heeft er 100 kilometer opzitten en staat inmiddels langs de kant om haar clubgenoten te ondersteunen. Als haar trainingsmaatje Judith langs komt bieden zij en Hans haar meteen een stoeltje aan. “Het gaat hartstikke lekker, we hebben een mooi groepje te pakken. Nog twee rondjes voor de 150!” Al snel is ze dan ook weer uit het zicht verdwenen.
Als het later op de dag wordt, wordt het ijs steeds slechter. De plassen op het ijs worden dieper en steeds meer rijders geven er de brui aan. Koen en Kimberly moeten nog drie ronden rijden, maar Koen zit er al aardig doorheen. Op karakter rijdt hij verder, terwijl de moeder van Kimberly een traantje moet onderdrukken. “Als het echt niet gaat moet je stoppen hè”, roept ze hem nog na. Angelique heeft haar tocht er inmiddels opzitten en wordt door Hans naar de kant begeleid. Ze heeft flink moeten doorbijten, vertelt ze uitgeput. “Na vier rondjes ging ik onderuit en sindsdien staat er twee centimeter water in mijn linkerschaats. Er zit helemaal geen gevoel meer in!”
Met het vallen van de duisternis wordt het steeds rustiger op het meer, waar de regen steeds heviger wordt en bij momenten met bakken uit de lucht komt. De wind trekt ook nog eens aan en op enig moment dreigt zelfs de finishboog het te begeven. Koen en Kimberly zijn op dat moment net begonnen aan hun laatste ronde. “Wat er ook gebeurt, ze gaan de finish halen. Al moeten ze kruipen”, spreekt de vader van Koen iedereen nog even moed in. Ze verlaten hun post waar ze de hele dag gestaan hebben, halen de champagneglazen vast tevoorschijn en begeven zich naar de finish om het duo op te wachten.
Daar wordt iedere rijder die over de finish komt getrakteerd op applaus en het genot van droge kleding. Het is voor iedereen een barre tocht geweest. Vol verwachting kijkt iedereen de finishstraat in. De telefoon met de GPS-tracker heeft het intussen begeven, dus elk lichtje dat in de duisternis opdoemt wordt met hoop bekeken. Zouden ze het zijn? Na lang wachten worden ze eindelijk door de speaker aangekondigd. De kurk kan van de fles! Moe en voldaan halen ze even later hun welverdiende kruisje op. Volgend jaar weer? “Nou dat weet ik nog niet hoor. Doe mij eerst maar een biertje!”