1. Blijf in je baan
Op de ijsbaan houdt men over het algemeen drie banen aan: in de meest linkerbaan rijden de snelle schaatsers, in het midden de langzamere, maar ervaren rijders en rechts de krabbelaars. Op die manier worden botsingen vermeden.
2. Zorg voor goed passende en scherpe schaatsen
Met scherpe schaatsen heb je meer grip op het ijs en sta je dus veel stabieler. Omdat je schaatsen beter doen wat jij van ze vraagt, kun je sneller reageren op onverwachte situaties.
3. Draag (snijvaste) handschoenen
Een val is gebeurd voordat je er erg in hebt. Zorg daarom voor goede handschoenen. Bij een val kan het zomaar gebeuren dat iemand over je handen schaatst, met alle gevolgen van dien. Let er sowieso op dat je passende kleding draagt.
4. Draag een helm
Draag een helm. Je kunt zelf een val veroorzaken, maar ook bijvoorbeeld andere schaatsers en oneffenheden in het ijs kunnen hiervoor zorgen. Een helm beschermt je hoofd bij een val en draagt zo bij aan het voorkomen van (hersen)letsel. Als je schaatst met een helm is het belangrijk dat deze helm een val op het hoofd goed opvangt, maar ook dat deze geen puntige vorm aan de achterkant heeft en dat er geen schaatsijzer door kan komen.
Meer tips lezen? Je vindt ze op schaatsen.nl/tips.
Klik hier voor meer informatie over de Trachitol Trials en over de Sprint app.