Begin september 2023 vertrokken de schaatsers van Jumbo naar het Italiaanse Cecina voor een trainingskamp. Een van hen was Sijmen Egberts, die pas een half jaar in het geel/zwart trainde. Na een goed begin van de zomer kreeg hij last van enkele vage klachten. Hij had veel dorst, moest vaak plassen en verloor veel gewicht. Op Schiphol zocht hij online naar antwoorden. “Toen begon het kwartje te vallen. Alle symptomen pasten bij diabetes.”

Desondanks stapte Egberts in het vliegtuig om het de volgende dag met de staf te bespreken. Na enkele testjes werd duidelijk dat er gelijk actie moest worden ondernomen. Hij vertrok naar het ziekenhuis in Pisa en kreeg daar de diagnose diabetes type 1. Wat overkomt mij? Waar komt dit vandaan? Veel van dit soort vragen spookten door zijn hoofd. “Het was heel confronterend, want ik kreeg te horen dat ik er de rest van mijn leven last van zou houden. In het ziekenhuis gaven ze mij het advies dit nieuws eerst een plekje te geven. Erover praten en het accepteren voordat ik weer door kon gaan.”

Via Erben Wennemars kwam Egberts in contact met Bas van de Goor. De olympisch kampioen van ’96 kreeg in 2003 diabetes en volleybalde daarna nog twee jaar op topniveau. “Op de eerste dag dat ik terug was in Nederland heb ik direct met hem afgesproken. In het ziekenhuis vertellen ze de wetenschappelijke kant van het verhaal, maar Bas is zelf topsporter geweest met diabetes. Binnen een maand speelde hij alweer wedstrijden. Voor mij was het heel prettig om met zo’n ervaringsdeskundige te kunnen sparren.”

Er is geen handboek voor topsporten met diabetes

Diabetes type 1

Bij diabetes type 1 maakt het lichaam geen of nauwelijks insuline aan. Daardoor kunnen de cellen geen glucose opnemen vanuit het bloed. Bij een te hoge bloedsuiker kunnen op lange termijn de bloedvaten beschadigen, wat ernstige gevolgen kan hebben voor het hart- en vaatstelsel. Om te voorkomen dat de bloedsuikerwaarden te hoog worden, moet Egberts insuline spuiten. Hij vertelt: “Ik heb altijd een etuitje bij me met twee insulinepennen. Eentje is voor de langwerkende insuline, die spuit ik voor het slapen en werkt de hele dag door om mijn bloedsuiker stabiel te houden. Voor elke maaltijd spuit ik kortwerkende insuline, zodat mijn lichaam de glucose uit het eten kan opnemen.”

Daarbij is het continu zoeken naar de perfecte balans. Spuit Egberts te veel, dan daalt zijn bloedsuiker te ver en heeft hij te weinig energie om te sporten. Spuit hij juist te weinig, dan krijgt hij een te hoge bloedsuikerwaarde. Dankzij een sensor op zijn arm, die verbonden is met zijn smartwatch en telefoon, kan hij zijn bloedsuiker monitoren. Als het te laag is, gaat op zijn telefoon een alarm af en moet hij actie ondernemen.

Het noodpakket
Het noodpakket van Egberts met de twee insulinepennen en een rolletje dextro voor snelle suikers. | Foto: Eigen foto

Omdat elk lichaam anders reageert, is er geen handboek voor topsporten met diabetes. Egberts moest aan den lijve ondervinden wanneer en hoeveel hij moest spuiten. “Elke dag is anders wat betreft eten en ritme. Eerst had ik dat niet in de gaten, maar nu zie ik het terug in mijn bloedsuiker. Ik heb met mijn trainer Sicco Janmaat, onze arts Aernout Snoek en Bas van de Goor gevideobeld. Samen hebben we een plan gemaakt. Hoe pakken we het aan? Wanneer is de eerste wedstrijd die we willen rijden? Eigenlijk was het superleuk om dit te ontdekken en zo steeds wijzer te worden”, haalt Egberts de positieve kant van de situatie naar boven.

De schaatser kwam zichzelf meermaals tegen. “In het begin strandde ik vaak met fietsen. Dan moest ik opgehaald worden, omdat ik geen energie meer had om verder te gaan. Ik had dan te veel insuline gespoten de avond van tevoren, waardoor mijn bloedsuiker te snel daalde tijdens mijn inspanning. Het heeft een tijd geduurd voordat ik in de gaten kreeg hoeveel ik nodig had.” Bij het spuiten moet Egberts namelijk rekening houden met veel variabelen: de komende trainingen, zijn voeding, de temperatuur en zelfs op welke hoogte hij verblijft.

Bijna dagelijks belde Egberts met Snoek of Van de Goor voor advies. “Ik sta weer met de fiets langs de kant van de weg. Wat moet ik nu doen? Of: Ik heb twee wedstrijden dit weekend, hoe ga ik dat aanpakken? Je wilt tussen de races door eten, maar dat kan niet zonder te spuiten.” Al in oktober 2023 reed schaatste Egberts voor het eerst weer een wedstrijd. De resultaten vielen tegen, maar dat was een maand na zijn diagnose niet verwonderlijk. De Gruno Bokaal van november was zijn eerste sterke optreden, hij won op dat toernooi de 1500 meter. “Die race gaf mij veel vertrouwen en ook de motivatie om er dat seizoen wat moois van te maken.”

Sijmen Egberts
Sijmen Egberts stond ruim twee maanden later weer hard te schaatsen. | Foto: Neeke Smit

Steeds beter kreeg Egberts het spuiten in de vingers, maar daarbij moest hij continu alert blijven. “Ik moet nu altijd weten hoe laat ik ga eten. In een hotel of restaurant kan dat lastig zijn, omdat je niet precies weet wanneer je eten komt of wat je gaat eten. Ik heb weleens in een restaurant eten besteld en daarna gelijk geprikt. Omdat het lang duurde voordat het eten kwam, kelderde mijn bloedsuiker. Daardoor voelde ik me heel slap, vergelijkbaar met een hongerklop. Ik zat zwetend aan tafel.” Mocht de bloedsuiker te veel dalen, krijgt Egberts een hypo en valt hij flauw. Omdat hij vervolgens zelf geen eten tot zich kan nemen, moet het toegediend worden. “Heel gevaarlijk, maar bij mij gelukkig nog nooit gebeurd.”

Inmiddels heeft de 21-jarige schaatser de diabetes redelijk onder controle. Met de winter voor de deur heeft Egberts zin om te racen. Fysiek is hij in orde en hij heeft een zomer zonder problemen achter de rug. Hij wil zich focussen op de schaatsmijl, maar daarbij onderzoekt hij nog met de staf of hij die wil benaderen vanuit de sprint- of de allroundonderdelen. Focussen op de snelle ronden of werken aan zijn inhoud? “Ik ben aan het experimenteren en het is een gokje, maar ook een leuke zoektocht.”