Maandje vakantie, zes weken trainen en hup het ijs op. Dat was vroeger wel anders. Zat er tussen de seizoenen zeker zeven maanden waarin niet geschaatst kon worden. Was er sprake van ’ijsgewenning’, als de ijzers weer uit het vet werden gehaald. Zelfs toppers leken heel even beginnelingen als ergens in oktober de schaatsen weer werden ondergebonden.

Het woord ’ijsgewenning’ hoor je echter nooit meer. Zeven maanden zonder ijstraining is er sinds de komst van de overdekte ijspaleizen namelijk niet meer bij. Vanaf juni meerdere weken trainen op ’zomerijs’ als tussendoortje is inmiddels de gewoonste zaak van de wereld. Menigeen pakt zelfs een wedstrijdje mee. Vooral in Calgary en Salt Lake City kan het in augustus al razend hard gaan.

Het fenomeen zomerijs deed zijn intrede in 1981. Verschenen er in Sovjetsky Sport, de dagelijkse sportkrant van de Sovjet-Unie met een miljoenen oplaag, in de tweede helft van augustus berichten dat wereldkampioene Natalja Petrusjeva 41,9 en 7.51,8 had gereden op de 500, respectievelijk de 5000 meter in een hal in Leningrad met de bijna onuitspreekbare naam ’Kompleks Imeni V I Lenina’. 

Toen ik vorig jaar mei een stedentrip naar St. Petersburg maakte, leek het me aardig om die ijsbaan te bezoeken. Onze Russische gids wist me echter te vertellen dat die ijsbaan destijds in een fabriekshal was neergelegd en dat die hal al jaren geleden met de grond gelijk was gemaakt. “Als je hier wil schaatsen, kan dat alleen op natuurijs”, was ze duidelijk.

Maar de zomerwedstrijden in het ’Kompleks Imeni V I Lenina’ spraken destijds wel tot de verbeelding. Was dit weer iets nieuws? De Sovjet-schaatsers hadden immers al hun Medeo, waar ze vaak tot eind maart, begin april ’wondertijden’ schaatsten.

Een jaar later hadden de Russen niet alleen in Leningrad schaatsijs tot hun beschikking, maar lag er in augustus ook trainingsijs in het Olimpijskij Sportscomplex in Moskou. De ijsperiode in Leningrad werd afgesloten met het 2e USSR Summer Tournament.

Het Berliner Sportforum was de eerste ijsbaan in het ’westen’ die met zomerijs kwam, in 1987. Zo konden de DDR-rijdsters Karin Kania en Andrea Ehrig zich optimaal voorbereiden op de Winterspelen een jaar later in Calgary. De Olympic Oval introduceerde zomerschaatsen in 1994. Nederlandse ploegen gingen niet zelden een aantal weken in augustus trainen in Calgary. Erben Wennemars reed er in augustus zelf tot drie maal tot een wereldrecord kleine vierkamp. De eerste keer in 1998, de laatste keer in augustus 2005.

In ons land was Dronten in 1999 de eerste 400 meter-baan die in de zomer zijn deuren opende. Thialf volgde een jaar later. Sindsdien is zomerijs ook in Nederland de gewoonste zaak van de wereld. En logisch. De beste training is immers zo sportspecifiek mogelijk. Bij schaatsen is dat schaatsen.

Zomerijs. Eigenlijk apart als je bedenkt dat het aan de andere kant van de wereld winter is. In Nieuw-Zeeland werd, voor zover bekend, al in 1946 een nationaal kampioenschap verreden op natuurijs. ’Winterijs’ in onze zomer, terwijl wij ’zomerijs’ maken in hun winter.

Zomer of winter, winter of zomer: het maakt voor schaatsen niet meer uit. Met de komst van de ijspaleizen maken we ijs wanneer we dat willen.