Best een beetje gekkenwerk, die uitdaging van de Noord-Amerikaan uit Cumberland, een dorp van goed 3000 inwoners op Vancouver Island. De Haître (27) moet lachen: hij heeft de opmerking net te vaak horen langskomen de voorbije maanden. De dubbel waar hij op jaagt, is natuurlijk voer voor veel media, vooral vanwege de rare tijden die we beleven. Er zijn meer sporters geweest die hun talent optimaal benutten en zo actief konden zijn op Zomerspelen en Winterspelen. Alleen, er zat vrijwel altijd meer tijd tussen dan de 180 dagen die De Haître zijn gegund. Om met de gezongen woorden van Herman van Veen te spreken: ‘Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelooflijke haast’. Ze zijn zó van toepassing op deze twintiger.

Als gevolg van corona verkaste Tokio2020 naar deze zomer, en prijkt Beijing2022 vooralsnog ‘gewoon’ van 4 tot en met 20 februari volgend jaar op de kalender. De voor De Haître belangrijke data: 8 februari (1500 meter) en 18 februari (1000 meter), met misschien een kans op de team pursuit (15 februari). Meer dan ooit wordt het ‘rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan’ in het geval van de allround-atleet, die zich na een paar weken vrijaf inmiddels heeft gemeld in Calgary, de thuisbasis van Speed Skating Canada.

Een beetje nagenieten van de prestaties in Tokio mag nog wel. De nationale baanploeg van Canada heeft geen uitgebreide geschiedenis als het gaat om olympische successen, maar wat De Haître en zijn drie teamgenoten hebben klaargespeeld, is buitengewoon. Het kwartet stond als achtste natie in de landenranking bij de start van het olympisch toernooi. In de wetenschap dat die positie doorgaans vrij nauwkeurig de kracht van een ploeg weergeeft, was het een enorme verrassing dat de vier in de kwalificatieronde de zesde tijd lieten noteren, bovendien een nationaal record op zeeniveau. Toen de Canadezen vervolgens Duitsland –  vijf keer winnaar van het goud in de geschiedenis van dit nummer – in de strijd om de vijfde plaats versloegen (wederom met een nationaal record), ging het dak eraf van het Izu Velodrome.

“Dat resultaat is gigantisch voor een kleine speler in het baanwielrennen als Canada”, zegt Vincent, wiens rol tijdens de races beperkt bleef tot de startfase. Hij moest het team op gang brengen waarna de mannen met meer duurvermogen de vaart erin hielden tot de finish van de vier kilometer lange opdracht. “Ik heb dus getraind voor de achtervolging, terwijl ik me als schaatser toeleg op de 1000 meter. Na de Spelen van Pyeongchang heb ik gevraagd aan de wielerbond of ik aan het programma mocht meedoen richting Tokio. Er werd toegelicht wat de plannen waren voor de duurrenners en de sprinters, ik deed een test en die wees uit dat ik voor beide disciplines geschikt was. Sterker nog, ik bleek de hoogste snelheid te halen.”

Hij koos na overleg met de begeleiding voor de achtervolging. De rest? Geschiedenis. Nu is het tijd de focus te verleggen naar het betere glijwerk. De drive is enorm. “Zoals ik in dit verhaal stond voor Tokio, zo is het opnieuw. Ik ben een man van mijn woord. Hoewel door het opschuiven van de Zomerspelen alles in het nauw kwam, wilde ik mijn belofte aan de baanploeg waarmaken. We wilden samen de Spelen halen, dat is gelukt. Met Beijing is het niet anders. Dat heb ik het schaatsteam ook laten weten, en gezamenlijk is er een plan opgesteld. Ik kan niet ontkennen dat dit waarschijnlijk de grootste uitdaging is die ik tot dusver ben aangegaan. De opgedane ervaring van intussen drie deelnames aan verschillende Spelen (De Haître was actief in Sochi 2014, Pyeongchang 2018 en in Tokio, red.) komt me goed van pas. Van alle evenementen steek je wat op, waarmee je steeds wat comfortabeler kunt toeleven naar de volgende grote afspraak. Wellicht kan ik ook andere sporters helpen in de toekomst, wanneer ze een soortgelijk traject willen bewandelen.”

Foto: Huub Snoep

Beijing zou veel kunnen lijken op de Spelen van Tokio: coronamaatregelen tot en met, en daardoor hoeft niemand te rekenen op een uitbundig ontmoetingsfeest van sportmensen uit alle hoeken van de wereld. “Afspreken met buitenlandse atleten is moeilijk. Bovendien ben je ervan doordrongen dat een positieve test betekent dat je hele ploeg misschien wel in quarantaine zal moeten. Dat risico wil je niet lopen. Toch was het hele avontuur wat waard voor me. Ik ben tien dagen in Japan geweest, maar alleen om de trainen, te racen en te rusten.”

Dat is het ritme tussen nu en februari. Samen met de Nederlandse coach Bart Schouten heeft De Haître het laatste anderhalf jaar een schema ontwikkeld dat hem door de altijd genadeloze olympic trials moet leiden. Geplaagd door de pandemie die de Canadese schaatsers gedurende een lange tijd buitenspel zette (geen ijs, geen toestemming te trainen, alleen buiten op een meer bij -25 graden wat rondjes rijden) weet De Haître wat tegenslagen zijn.

“Het is wat het is. Ik ben ervan overtuigd dat ik via de Canadese bond de beste mogelijkheden krijg op weg naar Beijing. Daarom heb ik er alle vertrouwen in. Ik tref een team van succesvolle en op en top gemotiveerde schaatsers. Dat is een interessant gegeven na zo lang in een andere sport te zijn bezig geweest. Als ik op mijn best kan terugkeren, zie ik podiumkansen. Eerst zien wat ik kan neerleggen op het ijs in oktober, wanneer de trials zijn. Mocht ik me nog niet plaatsen, dan is er een kans bij de skate-off, eind december.”

Neemt niet weg dat het een klus van jewelste blijft… even twee keer naar de Spelen gaan in een vloek en een zucht!

Foto: Soenar Chamid

De missie van Vincent De Haître lijkt wel op die van NOS-sportcommentator Herbert Dijkstra. De oud-stayer uit Drenthe wist de (sowieso de vaderlandse) schijnwerpers op zich gericht toen hij in 1988 eerst tijdens de Winterspelen in Calgary twee keer aantrad (13e op de vijf kilometer; 11e op de tien kilometer), om daarna de route af te leggen die hem als coureur toegang verschafte tot het zomerspektakel van de vijf ringen. Dijkstra (55) moest in Seoul tot zijn spijt vernemen dat hij reserve was voor de ploegentijdrit. Maar….hij had het wel tot dubbele olympiër geschopt.

“Het traject naar Zuid-Korea leek wel op dat van De Haître, met dien verstande dat de volgorde van mij andersom was: Winterspelen eerst, daarna Zomerspelen. Ik was amper klaar met het schaatsen, of ik kon me voorbereiden op de kwalificatie voor de ploegentijdrit, ergens eind mei of begin juni, meen ik me te herinneren. Want in die tijd werden beide evenementen in hetzelfde jaar gehouden.”

“Het was een tropenjaar. Wat me duidelijk werd, is dat je zulke grote evenementen in zo’n kort tijdsbestek niet kunt combineren. Wat ik erbij wil opmerken is dat we in andere tijden leefden. De trainingsleer was gebaseerd op hard, veel en zwaar. We kregen bijvoorbeeld in een rit van 180 kilometer bij een temperatuur van dertig graden, geen drinken onderweg. Helemaal niets! Want, zo luidde de opvatting, als je daar goed tegen kon, werd je hard."

“Dat is allang achterhaald. Wij – jongens van 22, 23 jaar – werden in feite zwaar over de kling gejaagd. Ik overleefde dat olympisch jaar nog redelijk. Maar ik leerde ervan, mede doordat ik al sinds mijn juniorentijd elk jaar twee wereldkampioenschappen deed: ’s zomers het wielrennen, in de winter het schaatsen. Dat is niet vol te houden. Bovendien was ik voor het schaatsen een stuk zwaarder, omdat ik veel krachttraining deed en daardoor spiermassa kweekte. Om goed mee te kunnen met het wielrennen moest ik terug van 76 naar 69 kilo, en dat steeds binnen een jaar. Niet te doen eigenlijk. Maar je wist niet beter.”

Dijkstra noemt het gunstig dat de Spelen na 1992 uit elkaar zijn gehaald. Dat jaar joegen de wintersporters nog op de medailles in Albertville. Vijf maanden later gebeurde hetzelfde in Barcelona, maar de volgende Winterolympiade had alweer in 1994 (Lillehammer) plaats. De Zomerspelen kwamen pas opnieuw aan de beurt in 1996 (Atlanta). “Met uitzondering van deze uitgestelde editie, kun je nu wat makkelijker focussen op twee verschillende disciplines, aangezien er twee jaar tussen Winterspelen en Zomerspelen zit. De Haître heeft dat voordeel niet. Het is heel knap, mocht hij zich kwalificeren voor het schaatstoernooi.”