“Het is gek dat het over is”, vervolgde ze. “Maar het is prima zo. Ik ben er blij mee. Ik heb genoten van de afgelopen jaren en vandaag heb ik genoten van een vol Thialf.”
Dat genieten was een van de twee doelen die ze zichzelf gesteld had voor haar laatste wedstrijd. Het andere dat ze wilde was: hard rijden. Met 2.00,10 en een tiende plek slaagde ze daar niet in. Die situatie is precies de reden van haar afscheid. “Ik wil hard rijden, maar telkens komt daar een andere tijd uit dan ik aan de start had verwacht.”
Met die teleurstelling moet Valkenburg al bijna het hele seizoen omgaan. “Ik heb het hele jaar het idee dat ik 4.04 en 1.56 in mijn lijf heb. Met dat gevoel start ik, maar als je dan ziet dat het er niet in zit, dan is dat frustrerend.”
Deze winter kon de rijdster van Team koopjesdrogisterij dat nog opbrengen, maar nog een seizoen zichzelf teleurstellen, dat ziet ze niet zitten. “Ik wil vooral niet nog zo’n jaar”, benadrukte ze.
“Zo is het niet meer leuk. Ik wil meedoen voor het podium op internationale wedstrijden. De omstandigheden en de vorm om dat te doen waren er dit seizoen, maar ik kreeg het niet voor elkaar.”
Die trend had zich vorig jaar toen Valkenburg nog bij Jac Orie trainde al ingezet, maar hoewel ze heeft genoten van de omgeving en het programma bij koopjesdrogisterij.nl kon ze ook daar het tij niet keren.
Het begin bij de KNSB Cup in Enschede was nog veelbelovend, vond ze. Ze plaatste zich voor de ISU World Cups op de 1500 meter, maar de KPN NK Afstanden en het KPN NK Allround liepen uit op een deceptie. Na dat laatste toernooi sloeg de twijfel toe.
“Eigenlijk is alles in mijn carrière perfect verlopen, van Gewest Zuid-Holland en VPZ tot bij Jac Orie en afgelopen seizoen”, zei ze. “Maar op een gegeven moment houdt het op en dat moet je accepteren.”
Zelf had ze wel eventjes de tijd nodig om die conclusie te trekken. “Vorige week nog was de kans ongeveer negentig procent dat ik zou stoppen. Ik wilde het nog niet voor mezelf toegeven. Ik vond het eng”, gaf ze toe. “Maar als je gaat twijfelen is het eigenlijk al gebeurd.”
En genoegen nemen met minder ambitie wilde ze absoluut niet. “Ik kan de lat niet lager leggen. Ik wil presteren. En als dat in het schaatsen niet meer lukt, dan moet het maar ergens anders.”