"Ik had op meer gehoopt. Een rondje 8.0 en een tijd van 40,4 zegt dat ik goed bezig ben. Maar ik wil gewoon meer", keek Van der Wart terug. "Ik besef ook wel dat vorig jaar een unieke prestatie was, maar daar wil ik er graag meer van."

In de kwartfinale trof Van der Wart klassementsleider Charles Hamelin en wereldrecordhouder JR Celski. De voormalig Europees kampioen volgde op plaats vier. "Ik kwam een beetje klem te zitten. Je weet dat er in de laatste ronde kansen komen. En die misser van JR kwam, maar in plaats van agressief te zijn blijf ik er achteraan toeren."

"Je moet de kansen pakken die je krijgt. Doe je dat niet, dan lig je eruit. Daar baal ik van." Het Nederlands record dat hij op de klok zette beoordeelde Van der Wart als ‘leuk. "Daar gaat het in onze sport niet om."

Met de aflossingsploeg zette hij zaterdagavond de eerste stap naar een derde WK-medaille op rij. Samen met Niels Kerstholt, Sjinkie Knegt en Daan Breeuwsma bereikte hij de finale. "Het was echt een goede relay. Daar zijn we allemaal blij mee. We anticipeerden goed en namen op het goede moment het initiatief."

Waar de communicatie in de dramatische relayfinale tijdens de Olympische Spelen – na de vroege val van Van der Wart – in de heksenketel compleet de mist in ging, lag daar nu juist de sleutel tot succes. Kerstholt voelde zich tegen het einde wat minder. "Niels voelde aan het eind dat hij de snelheid niet kon dragen en zei tegen mij: ‘ik één’", aldus Van der Wart, die een extra halve ronde voor zijn rekening nam. 

"Dat is die communicatie, hè. We hebben maar één gebaar nodig en we weten het van elkaar. Eén knikje is voldoende en dan kan je schakelen", aldus Van der Wart. "Daardoor blijven we op kop. Zo pakt het goed uit."