“Dit was weer een ouderwets goede”, constateerde Freek van der Wart tevreden. De vier Nederlanders schaatsten een stabiele race, controleerden op de tweede positie, om in de laatste 9 rondes het heft in eigen hand te nemen.

Met twee ronden te gaan wist Sjinkie Knegt handig de aanval van Olympisch kampioen Charles Hamelin af te slaan. De Canadees kwam binnendoor, maar de Fries wist hem toch af te houden. “Bij de wissel probeerde hij gelijk voorlangs te komen. Ik schaatste lekker, met veel druk, en kon de bocht gewoon rustig mee lopen. Met een paar klappen op het rechte stuk zat ik er weer voor.”

De Canadees stond gelijk geparkeerd, waardoor Knegt onbedreigd op de finish af kon rijden. Al was het in zijn reactie na afloop duidelijk dat de Europees kampioen het lesje van Dordrecht, waar hij in gewonnen positie op de finish werd gepasseerd, niet vergeten is. “Het was alleen nog volle bak doorrijden… en in de gaten houden waar die Chinezen zaten.”    

De actie met Hamelin ging hem makkelijk af. “Sjinkie heeft blijkbaar zo’n goed overzicht. Het leek wel een training”, verbaasde bondscoach Jeroen Otter zich. “Je moet niet in paniek raken”, stelt Knegt nuchter. “Ik weet wat ik kan: de laatste twee rondes hard schaatsen. Als je je druk maakt, dan wordt het alleen maar moeilijker.” 

De 23-jarige Knegt kon door het goede rijden van zijn ploeggenoten zijn eerste zeven beurten energie sparen, om alles in het eindschot te kunnen stoppen. Niels Kerstholt, Christiaan Bökkerink en Van der Wart weten wat Knegt kan. “We vertrouwen op Sjinkie en hebben tegen hem gezegd dat hij het kan. Het is mooi om zo’n man als laatste rijder te hebben”, aldus Van der Wart.

Voor Bökkerink was het de tweede keer dat hij een grote internationale race in de Nederlandse ploeg schaatste. Net als tijdens de Europese finale, toen hij ook inviel voor Daan Breeuwsma, was het alsof de 20-jarige Enschedeër niet anders doet. “Hij schaatste stabiel en ik kreeg veel snelheid van hem mee”, aldus Van der Wart, die door zijn jongere ploeggenoot werd geduwd.

“We doen het met z’n allen. Chris draait al een tijdje mee, al zie je hem niet vaak in het team schaatsen. Een rijder die een uitvaller kan opvangen heb je nodig. Dat maakt je team sterk.”

Voor de finale zondag is het duidelijk waar de mannen voor rijden. “We zijn tweede op het WK. Hier kunnen we ook winnen”, blikt Van der Wart vooruit.

Na de eerste twee wereldbekers in Canada bekeken de mannen van Otter met een bezorgde blik de ranking. De punten die een finaleplaats met zich meebrengt zijn meer dan welkom. Alleen de beste acht landen zijn immers zeker van de WK. “We willen de beste van de wereld worden, maar dan moet je er wel eerst staan”, aldus Van der Wart. “Het verschil tussen niet goed en wel goed is heel klein. De teams liggen dichtbij elkaar.”