De wedstrijden die Van der Werff afgelopen seizoen gereden heeft, zijn op één hand te tellen. Net in het olympische seizoen slaat het onheil toe. Tijdens de vorige zomer krijgt ze weer last van haar rechterknie waar ze tien jaar geleden al eens aan geopereerd is. In eerste instantie denkt ze dat de pijn hoort bij de gedane inspanning. Ze negeert de pijn en weigert de trainingen vroegtijdig te beëindigen.
De pijn wordt echter steeds erger. Zelfs zo erg dat ze niet meer lekker kan autorijden. De koppeling indrukken gaat moeizamer en moeizamer. Ook het traplopen kost veel kracht en doet pijn. Het voorbereidingskamp voorafgaand aan de NK Afstanden moet ze halverwege staken. Ze slaat het NK over en richt zich op het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) eind december. Het lijkt een missie die op voorhand lijkt te mislukken. Ze blijkt namelijk minischeurtjes en kalkvorming in de pees te hebben. De hersteltijd? Enkele maanden.
Ze raakt in paniek. Wat moet ze nu? Ze heeft jaren gedroomd van de Olympische Spelen, maar door een blessure lijkt dat doel ineens niet meer haalbaar. Er zit maar één oplossing op en dat is rust nemen. Stiekem hoopt ze het OKT nog te halen, maar ze krijgt tot haar grote verdriet geen aanwijsplek. "Dat was wel een reality check. In plaats van zelf te schaatsen zat ik thuis op de bank naar het OKT te kijken. Dat was heel pittig, zeker toen ik ook nog eens koorts kreeg. Tja, veel erger kon het toen ook niet meer worden", aldus Van der Werff, die in haar studie Voeding & Diëtetiek afleiding vindt.
Nieuw-Zeeland
Na het OKT besluit ze ook het NK Sprint niet te rijden en zich volledig te focussen op haar herstel. Om het dramatisch verlopen seizoen zo snel mogelijk te vergeten, gaat ze in maart samen met haar vriend twee maanden naar Nieuw-Zeeland. Ze wil mentaal even afstand nemen van de sport waar ze jarenlang in geïnvesteerd heeft. "Normaal neem ik één weekje rust en ga ik meteen weer door, maar ik heb nu voor het eerst gedacht: ik moet er even tussenuit, even het hoofd leegmaken."
In Nieuw-Zeeland genieten ze van de rust. Ze ontdekken het land, ontmoeten nieuwe mensen en gaan geregeld wandelen en hiken. "Het was goed om even een stapje terug te doen en het een keer op deze manier te benaderen. De reis heeft me heel erg goed gedaan. Ik ben rustiger geworden en besef ook dat ik heel gelukkig ben als ik niet kan schaatsen. Als het even niet lukt, is het fijn om te weten dat er ook andere dingen in het leven zijn die ook leuk zijn."
In het vliegtuig terug naar huis is Van der Werff druk bezig om een trainingsschema in elkaar te flansen. Het kriebelt om weer te trainen. Aanvankelijk denkt ze dat ze haar conditie is kwijtgeraakt, maar dat blijkt reuze mee te vallen. Onbewust is ze fit geworden van het wandelen en hiken in Nieuw-Zeeland. Het eerste fietsritje naar haar zus gaat haar verrassend goed af. "Het voelde heerlijk”, vertelt ze met een glimlach op haar gezicht. "De pijn is praktisch weg, ik kan alles weer doen. Ik merk dat ik nu weer vooruitga en nieuwe dingen kan doen. Dat is een lekker gevoel."
Team IKO
Een paar weken na haar trip krijgt ze nog meer goed nieuws. Ze krijgt een belletje van Erwin en Martin ten Hove met de vraag of ze bij Team IKO wil komen schaatsen. Dolblij is ze met de geboden kans die ze niet meteen aan heeft zien komen. "Ik heb geen uitslagen kunnen rijden en me daarom niet echt in de kijker kunnen schaatsen. Dat ze uiteindelijk nog een plek voor mij hebben, geeft veel vertrouwen. Ik krijg de kans om weer op niveau te komen en daar ben ik ze heel dankbaar voor."
Ze komt bij IKO in de ploeg terecht met onder meer Jorien ter Mors en Letitia de Jong, rijdsters met wie ze de vorige jaren bij Team AfterPay ook heeft getraind. "Het is een supergoed team", stelt ze vast. "Jorien, Letitia en Jutta (Leerdam, red.) zijn ongelooflijk snel en sterk. Ik kan elke dag veel van ze leren." Anders dan vorige seizoenen traint ze nu ook met een aantal jongens. "Ook dat is erg leuk en gezellig. Ik kan me veel aan hen optrekken."
Vooralsnog blijft Van der Werff voorzichtig en wil ze nog niet te veel prikkels voor haar knie. Het belangrijkste is om de blessure mentaal af te sluiten en vertrouwen te krijgen in haar lichaam. Ze wil zichzelf daarom ook niet te veel verwachtingen opleggen voor komend seizoen. "Ik kom van ver. Het gaat goed, maar ik weet ook dat het tijd nodig heeft. Ik geniet weer elke dag van de training en ik heb zin om wedstrijden te rijden. Zolang ik dat gevoel heb, blijf ik doorgaan."
Of ze de volgende Olympische Spelen mee gaat maken, weet ze niet. Maar het idee dat ze niet minder gelukkig wordt als ze het niet haalt, maakt haar rustig. "Ik zeg niet dat ik per se vier jaar door wil, maar het zou geweldig zijn om de Spelen ooit nog eens te halen. Maar ik focus me eerst op het nu, de stapjes moeten wel in de goede volgorde zijn. Dat ik weer pijnvrij kan schaatsen is echt een genot, zeker omdat ik even heb gedacht dat de pijn nooit meer weg zou gaan."