Diverse spandoeken, fans en schaatsers van alle leeftijden begroeten je bij binnenkomst in Thialf. Er hangt een gemoedelijke sfeer. De bezoekers staan klaar om hun club naar de overwinning te juichen. Het is even wennen wie in welk schaatspak rijdt. De commerciële tenues worden afgewisseld door de lokale looks, zoals de blauwe kledij van STG Pinguïns uit Friesland. Het NK Clubs zet in op gemeenschappelijkheid. Zo heeft een individuele fout van een sporter gevolgen voor het hele team. Het eindklassement wordt namelijk bepaald door de gezamenlijke resultaten van de junioren en senioren.
De ‘niet-schaatsers’ worden ontvangen met een warm kopje koffie op het middenterrein, temidden van de clubs. IJsclub Tilburg heeft er zin in, maar verwacht ook prestaties van zijn jeugd. In het juniorenklassement eindigen ze uiteindelijk als tweede. “Jammer, we hadden de ambitie om eerste te worden”, vertelt Jeroen Happel, bestuurslid bij IJsclub Tilburg. “We hebben ons bij de junioren enorm ontwikkeld en dat zie je terug in de resultaten die individueel gereden worden. Kijk maar naar Ramzi (Coenraad). Alleen met Angel Daleman hadden we geen rekening gehouden. Wat een rit van haar, zeg.”
Suzanne Schulting maakt indruk op de 1000 meter bij het NK Clubs. Ze verbetert niet alleen haar eigen persoonlijk record, maar schaatst ook het toernooirecord van Ireen Wüst uit de boeken. Dat is verrassend te noemen, omdat de shorttrackster pas sinds dit seizoen serieus werk maakt van haar langebaanambities. Met een tijd van 1.15,53 is ze bovendien sneller dan specialist Antoinette Rijpma-de Jong, die een tijd van 1.16,00 aantikt.
Ook Angel Daleman presteert opvallend met een persoonlijke record van 1.16,12. Ze heeft bovendien een goede tijd nodig op de 1000 meter om zich te plaatsen voor het World Cup Kwalificatietoernooi. “Het is onverwacht, ik ben blij. Vorig jaar kwam ik telkens niet onder de 1.17. Het leek een soort vloek, en dat ik er nu onder zit is echt een opluchting. Op de 500 en 1500 heb ik ook nog geen goede tijden gereden tot nu toe. Ik had nieuwe schoenen en kon mijn timing niet vinden. Vrijdag schaatste ik de 500 meter ook als een natte krant. Toen besloot ik: dit kan zo niet verder. Ik ben terug gewisseld naar mijn oude schoenen en nu schaats ik dit. Ik had direct een beter gevoel op het ijs”, verklaart Daleman, die volgende week met TeamNL Shorttrack op pad gaat.
Ze rijdt dan de eerste World Tour, waarna ze normaal gesproken met Suzanne Schulting terugkeert naar huis om zich voor te bereiden op het WCKT.
Ramzi Coenraad komt samen met zijn oudere broer Geophrey voor IJsclub Tilburg uit. De rest van het jaar rijdt Ramzi voor de baanselectie van de club. Geophrey draait mee bij KNSB Talentteam Zuid en stond eerder dit jaar op de Jeugd Olympische Spelen. Het Brabantse sprintkanon geldt als een groot talent, maar ook zijn 15-jarige broertje kan er wat van. Dat laat hij vandaag zien. Ramzi komt op de 500 meter tot een persoonlijk record van 39,10, waarmee hij zijn pr met een seconde verbeterde. Dat is bovendien sneller dan wat zijn broer heeft laten zien op die leeftijd. “Ja, dat is toch wel een dingetje”, zegt Geophrey. “We zien elkaar niet als rivalen, maar je houdt elkaars resultaten wel bij. Dit had ik niet verwacht”. Geophrey mag zelf echter ook tevreden terugkijken op zijn 1000 meter, waar hij eveneens een persoonlijke toptijd schaatst.
De broers uit Goirle knallen op het ijs, maar houden niet van kou. “Dat kan wel te maken hebben met onze Antilliaans-Marokkaanse roots”, lachen ze beiden. Geophrey en Ramzi behoren tot een sportieve familie, van wie hun twee zussen ook hebben geschaatst. “Niet de meest logische keuze gezien onze achtergrond, maar mijn moeder zette mij voor het eerst op schaatsen. Ze had gezien dat het skeeleren met de buurjongen erg goed ging en dacht dat ik talent zou hebben. Ik vond het eerst helemaal niks, maar het ging al snel beter. Toen werd het leuk”, vertelt Geophrey. Ramzi vult aan: “Door jou wilde ik het ook gaan doen, dus ben ik op mijn zevende gestart met schaatsen.” Het talent van Geophrey is inmiddels ontdekt, en Ramzi is nu hard op weg om in zijn voetsporen te treden.
De broers Coenraad zullen zichzelf overigens niet snel zo op de borst kloppen. Beiden zijn ingetogen en dat is niet de enige gelijkenis. Ze schaatsen het liefst de sprintafstanden en ze hebben hetzelfde idool: Dai Dai N’tab. “We vinden het mooi dat hij de korte afstanden schaatst, en hij heeft net als ons een andere afkomst”, vertelt Ramzi. “Dan herken je jezelf in iemand en wil je ook zo goed zijn.” Geophrey beaamt dat: “Het is extra leuk om hem te zien schaatsen. En ik denk dat hij net als ons snelle buitenlandse sprintvezels heeft.”
Geophrey en Ramzi zijn bescheiden over hun kwaliteiten. Waar Geophrey al bewezen heeft veel potentie te hebben bij de jeugd, moet Ramzi het nog laten zien. “Ik moet vooral nog doorgroeien in kracht en techniek”, zegt de 14-jarige. “Ik wil mijn bochten verbeteren”, vertelt Geophrey. “Met de tijd van vandaag ben ik blij. Na de zomer is het een meting waar je staat, zo aan het begin van het seizoen. Ik kan zeker beter, maar het is een prima uitgangspositie.”
Beide jongens hebben veel drive om zichzelf verder te ontwikkelen. Ze zijn trots dat ze zaterdag de kracht van de jongeren van IJsclub Tilburg hebben mogen demonstreren. “Ik zie wel dat er veel potentie zit in onze club. Een heel nieuwe lichting sinds vorig jaar, met jonge rijders, onder wie ikzelf”, legt Ramzi uit. “We zijn allemaal ongeveer van hetzelfde niveau en maken elkaar beter. Dat belooft veel goeds.”
Naast de broers Coenraad, kent IJsclub Tilburg met Lotte (19) en Maud (15) Groenen nog een talentvol duo uit hetzelfde gezin. Zus Floor (18) zit ertussenin, en heeft ook een schaatsverleden. Maud schaatst voorlopig nog met de junioren mee, voor Lotte is het haar eerste seizoen bij de senioren. Dat opent ze goed; in Thialf scherpt ze haar beste score op de 1500 meter aan, tot 2.03,30.
De Tilburgse fanatiekelingen komen uit een sportief nest. “Onze vader heeft aan ijshockey gedaan, misschien hebben we het talent van hem. Sport zit verder sowieso in de familie. Toen wij alle drie op schaatsen zaten, hebben onze ouders ook wielrenfietsen gekocht. Op vakantie gingen we dan met zijn allen fietsen”, vertelt Lotte enthousiast. “Volgens mij is het redelijk uniek dat wij allebei – uit hetzelfde gezin - op hoog niveau schaatsen.”
De zusjes Groenen lijken niet alleen qua uiterlijk op elkaar, maar ook in hun karakter zitten veel overeenkomsten. Waarom ze beiden talent hebben? “We zijn competitief en halen plezier uit hard trainen. Dat is ons met de paplepel ingegoten vanuit huis” aldus Maud. “En we hebben er mogelijk ook aanleg voor, het zit wel in ons. Vooral dat we altijd doorzetten en perfectionistisch zijn in alles wat we doen”, vervolgt Lotte. “Ja”, onderbreekt Maud. “We willen altijd de beste zijn.”
Lotte en Maud spreken van een fijne omgeving waarin ze zijn opgegroeid. “Het scheelt veel dat onze ouders ons overal in steunen. Daardoor kom je verder”, aldus Lotte. Ook IJsclub Tilburg ervaren ze als een warm bad. “Er heerst een prima sfeer, je herkent de mensen langs de kant. Dat zorgt voor een bepaald clubgevoel. De club heeft van tevoren het NK enthousiast onder de aandacht gebracht”, vertelt Maud. En dat komt tot uiting. “Er heerst gevoel van saamhorigheid. Je hoort de mensen uit het publiek jouw naam roepen. Dat is letterlijk een duwtje in de rug”, aldus Lotte.
De 19-jarige zit in haar vierde jaar bij het KNSB Talent Team Zuid. Vorig seizoen kreeg ze van Ireen Wüst wat training, die ook van IJsclub Tilburg afkomstig is. De Brabantse zal alle zeilen bijzetten om dit seizoen te laten zien wat ze waard is. Voor Maud lonkt na dit jaar een plek bij KTT Zuid. “Ik denk dat ze kans maakt, hoor”, zegt Lotte enthousiast. Maud: “Ik hoop het vooral.” Beide vrouwen geven in elk geval niet op.
Niet alleen de jeugd van de Tilburgs IJsclub vormt een voorbeeld van de verbroedering. Ook de Ter Aarse IJsclub brengt graag het enthousiasme over. De deelnemers benadrukken het belang van het NK Clubs. Ze eindigden als laatste, maar vinden het een eer om erbij te mogen zijn. “Je ziet in de groep dat het een extra speciaal toernooi is. De jonkies kijken er zo naar uit. Het is moeilijk geweest om ons te plaatsen – vorig jaar hadden wij bijvoorbeeld niet genoeg rijders voor alle afstanden – maar je ziet dat we onze jeugd een groot plezier doen”, vertelt Sandra Könst. “Wil je nog een stukje appeltaart?”. vraagt ze vervolgens. “We zijn dan wel laatste geworden, maar we maken er echt wat van met elkaar.”
Het is het vierde jaar op rij, bij de zesde editie van het toernooi, dat HCH de wisselbeker in ontvangst neemt. Door de regel dat schaatsers aangesloten moeten zijn bij een club uit hun woonplaats, rijden veel topschaatsers bij HCH. Veel topsporters verhuizen namelijk naar Heerenveen. Het is daarom geen verrassing dat HCH na de afgelopen drie succesvolle edities dit jaar weer eerste wordt. Grote namen als Antoinette Rijpma-de Jong en Wesley Dijs dragen daar weer hun steentje aan bij met respectievelijk een tweede plek voor Rijpma-de Jong op de 1000 meter en een eerste plaats voor Dijs op de 1500 meter. Laatstgenoemde scherpt daarmee het toernooirecord aan dat hij vorig jaar in Thialf neer heeft neergezet. Zijn tijd 1.46,08 uit 2023 is vandaag overtroffen met 1.45,96.
Namens IJsvereniging Groningen reed Jenning de Boo de eerste 34’er van het seizoen op de 500 meter. Met 34.94 was hij ‘redelijk tevreden’. “Het is onder de 35, dus daarvoor een duimpje omhoog. Maar het kan natuurlijk beter”, aldus de Reggeborgh-schaatser.