De voormalig wereldkampioen bij de junioren stelt dat hij fysiek sterker is dan ooit.

"Vooral de testen gaan erg goed. Ik maak progressie, zet grote stappen. Ik had eerlijk gezegd niet verwacht zulke stappen nog te kunnen maken. Maar het gebeurt en dat is mooi. Natuurlijk moet ik het ook nog wel op het ijs laten zien."

"Ik merk het vooral aan mijn kracht. Ik kom eigenlijk vrij gemakkelijk mee en herstel best wel goed. Als ik vergelijk hoe ik vier jaar geleden met de jongens meefietste en hoe ik nu mee kom. Dat gaat nu wel een behoorlijk stuk beter."

Over de vraag of er een groter verschil is tussen TVM vier jaar terug en nu én Koen Verweij toen en nu, moet de schaatser even nadenken. "Ik denk dat er grote verschillen zijn bij beide."

"Ik was toen heel erg jong en dacht dat ik wel in de buurt zat van de toppers, qua niveau. Maar achteraf gezien viel dat heel erg tegen. En ook TVM is anders. Er werkt nu een andere staf, bijvoorbeeld een andere assistent-trainer, en er wordt meer gewerkt met individuelere routes voor de schaatsers."

Toen Verweij op achttienjarige leeftijd net aan zijn eerste termijn bij TVM begonnen was stelde hij zonder omwegen dat hij, op die leeftijd, beter was dan kopman Sven Kramer. Dergelijke uitspraken bezigt hij niet zomaar meer nu hij vier jaar later terug is in diens ploeg.

"Dat was natuurlijk ook wel een uitspraak die heel erg op de persoon was en toen ik net bij de ploeg zat was dat gewoon mooi om te zeggen. Maar toch, ik wil nog steeds de beste worden en daar hoort Sven verslaan ook bij."

Eerst moet er echter samengewerkt worden met de kopman van de TVM-ploeg, vooral met het oog op de olympische ploegenachtervolging. Samen met de 1500 meter het onderdeel waar Verweij, die verder ook naar de 1000 en de 5000 meter kijkt, zich dit seizoen op wil richten.

"Daar heb ik misschien ook wel de grootste kans op olympisch goud. Samen met Sven en Jan Blokhuijsen (die afgelopen voorjaar vertrok bij TVM, red.) hebben wij het afgelopen seizoen ook laten zien een topteam te hebben dat moeilijk te verslaan is. En ook met Jorrit Bergsma in de gelederen hebben we gewonnen."

De schaatser van BAM werd afgelopen zomer echter uit de ploeg gezet nadat hij niet kwam opdagen bij een trainingskamp op Vlieland. Daardoor is het de vraag welke schaatser naast Kramer, Verweij en Blokhuijsen de ploeg gaat completeren.

"Of ik hoop dat Bergsma alsnog terugkeert?", blikt de jongste schaatser van TVM terug. "Hij is er zelf uitgestapt. Of hij heeft zich in ieder geval niet aan de achtervolging willen committeren zoals Sven, Jan en ik dat wel hebben gedaan. En ik denk dat er genoeg andere schaatsers te vinden zijn die net zo vol voor de ploeg willen gaan als wij."

"Het zou ook fijn zijn als we een vierde schaatser van dit niveau aan de ploeg kunnen toevoegen. Je weet nooit wanneer er bijvoorbeeld iemand ziek wordt. Het gaat erom dat je ook dan kunt blijven winnen."

Zoals gebruikelijk in een olympisch jaar zijn de door schaatsbond KNSB en NOC*NSF gestelde selectiecriteria weer flink onderwerp van discussie. Chef de mission Maurits Hendriks ruimde, op voorspraak van technisch directeur en bondscoach van de achtervolging Arie Koops, op een totaal van tien startbewijzen twee aanwijsplekken voor de achtervolging in.

Verweij vindt het te makkelijk gesteld dat hij en Blokhuijsen, bij een verwachte kwalificatie van Kramer, daardoor ook beiden nu al als enigen verzekerd zijn van de deelname aan de Winterspelen. "Natuurlijk zou je het zo geredeneerd een fijn vangnet kunnen noemen. Maar ik wil gewoon de beste zijn en dat wil ik straks ook op het OKT laten zien."