Sven Kramer verwacht zelf dat hij niet wint, meldde hij gisteren aan NUsport. "Ik win 'm echt niet woensdag", liet de wereldkampioen optekenen. "Logisch ook, in een jaar met de Olympische Spelen en met het jaar dat Verstappen heeft gehad."
Maar dat vinden wij een beetje te bescheiden van Kramer. Want er zijn genoeg redenen waarom hij de prijs wél moet krijgen. Hieronder hebben wij vier redenen op een rij gezet wat Sven zo uniek maakt.
Maar liefst drie wereldtitels sleepte Sven Kramer begin dit jaar in de wacht. De Friese veelvraat werd voor de achtste (!) keer wereldkampioen allround en kroonde zich tot ’s werelds beste op de 5 en 10 kilometer. Daarnaast greep hij ook de Europese allroundtitel.
Begin november begon het officiële nieuwe seizoen met de KNSB Cup. Niet het belangrijkste evenement, maar wie verpulverde op dat openingstoernooi direct zijn concurrentie? Precies, Sven Kramer. Hij won er niet alleen zijn geliefde 5 en 10 kilometer, maar verraste ook vriend en vijand door – met de handjes op de rug – sinds lange tijd weer te zegevieren op de 1500 meter.
Het bleef niet bij die ene winst op de 1500 meter in een nationale wedstrijd. Ook op de eerste Wereldbeker van het seizoen pakte hij goud op de schaatsmijl. Opmerkelijk, want zijn laatste internationale zege op de 1.500 meter dateerde namelijk alweer van 8 november 2008.
Dus ook al is Sven 30 jaar en heeft hij een fenomenaal palmares, hij is nog steeds niet uitgeleerd.
Sven Kramer is niet alleen de beste schaatser aller tijden, hij kan ook ongelofelijk hard fietsen. Zo deed hij afgelopen zomer nog mee aan het Nederlands kampioen wielrennen voor elite-zonder-contract en leidde daar lange tijd de jacht van het peloton op de eenzame vluchter. En omdat de Fries zichzelf constant blijft uitdagen, maakte hij in november nog zijn debuut als marathonschaatser. In Tilburg hield hij zich ogenschijnlijk gemakkelijk staande in het peloton. Een zeer veelzijdig topsporter dus.
En daarom is Sven Kramer wat ons betreft de enige echte Sportman van het Jaar.