De 20-jarige shorttracker steeg in Dordrecht boven zichzelf uit en drong voor het eerst door tot de top zes in een wereldbeker. Dat deed de Fries in een aantrekkelijke stijl. Iedere race ging hij vroeg in de aanval en probeerde hij zijn tegenstanders zijn wil op te leggen.
Daarbij had hij veel aan zijn Jeroen Otter, die langs de boarding stond. “Jeroen kan goed in de gaten houden wanneer de anderen gaan versnellen en gaf dat aan. Dan wist ik dat er gas bij moest”, legt hij het samenspel tussen coach en rijder uit. Daardoor beten de Fransman Thibaut Fauconnet en Chris Creveling uit de Verenigde staten zich stuk op de jonge Nederlander. De winst in de B-finale leverde hem de zesde plaats op.
Rijden in Dordrecht is speciaal voor Visser. “Het is supervet om hier te rijden. Iedereen klapt voor je.” Pijn in zijn benen voelde Visser daardoor niet. “Aan het einde van de race heb ik veel meer over dan normaal. Ze juichen je hier echt naar de finish toe.”
Met het uitvallen van Sjinkie Knegt waren de verwachtingen voor de Nederlandse ploeg wat getemperd. Toch stonden er drie Nederlanders in individuele finales. Naast het sterke optreden van Visser, zorgde Suzanne Schulting voor brons op de 1500 meter. Bovendien wist Rianne de Vries zich voor het eerst in haar carrière te kwalificeren voor een finale. Otter was zeer te spreken over de optredens van zijn jonge schaatsers. “Dat is het mooie. Als je de ‘alfadog’ wegneemt, dan staan er anderen op. Dat waren Dennis en Suzanne vandaag.”
De Vries wist voor het thuispubliek haar beste races neer te leggen. “Dit had ik echt niet verwacht”, aldus de 25-jarige Friezin. “Ik heb al mijn ritten veel aanvallender gereden. Iedereen is er voor mij, dus dan wil ik het laten zien ook.”
Toch baalde ze na afloop een beetje na de finale. In een race waarin Europees kampioene Elise Christie een gat trok op de regerend wereldkampioene Mingjong Choi, eindigde De Vries als vijfde. “Ik kan wel meerijden”, kijkt De Vries terug. “Maar ik was liever aanvallend vijfde geworden. Er had meer in gezeten.”
Liever had ze zich vroeg in de race op kop genesteld, zoals ze in de andere races deed. “Misschien had ik toch nog een keer naar voren moeten gaan. Nu zat ik achter Christie en laat ik me veel te snel verassen door de anderen.”