“Ik had van tevoren uitgerekend dat als ik elf sprints zou winnen, dat me dan niets kon gebeuren. Dus ben ik volle bak voor de eerste elf sprints gegaan”, vertelde Kamminga.
Haar medevluchter, Elma de Vries, had wel door dat Kamminga al elf keer dubbele punten op zak had, vertelde de winnares. “Elma had niet echt het idee dat het al zover was toen ze in de aanval ging, maar ik wist het wel.”
Die aanval van De Vries kon Kamminga niet pareren. “Ik werd op dat moment wel echt door haar gelost. Ik kon echt niet mee. Het was heel zwaar, zo met zijn tweeën.”
Ook Ariëns wilde zich absoluut niet laten verrassen nadat hij vrijdag door Geert Plender in de luren was gelegd op de afvalkoers. “Gisteren was ik niet scherp, maar vandaag wilde ik vanaf het begin zoveel mogelijk punten pakken. Normaal gebruik ik de tussenrondes om weg te rijden, maar vandaag wilde ik echt voor de sprints gaan. En ik kon op het laatst alsnog mooi weg rijden”, vertelde Ariëns.
De langere afstanden zet hij de laatste tijd vaak eenvoudig naar zijn hand, maar de les van de afvalkoers was dat hij altijd uit moet gaan van sterke tegenstanders en niet te licht moet denken over de wedstrijd. Dat had hij zich zaterdag goed in de oren geknoopt. “Natuurlijk ligt er altijd druk op, want titels blijven titels. En bovendien zijn er altijd weer een paar goeien die meerijden. Zo was vandaag Jan Blokhuijsen heel sterk.”
Hoe zijn prestaties op het KPN NK zich verhouden tot het internationale veld dat over een maand in Almere het EK rijdt, weet Ariëns niet. “Het EK is een heel ander niveau. Internationale wedstrijden zijn sowieso heel anders. Maar dit NK is wel een goede training voor het EK.”
Zondag komt Ariëns in actie op de 500 meter en op de aflossing. Die koers rijdt hij samen met Ronald en Michel Mulder.