“Wat opvalt is dat Jordan Stolz niet diep zit”, steekt Bennie Douwes meteen van wal, die hiermee alvast een tipje van de sluier oplicht, waar volgens hem het deel van het succes van de Amerikaan verborgen ligt. Concurrenten van Stolz kunnen de vinger er maar niet op leggen. Zo liet Patrick Roest na afloop van het WK Allround in Inzell weten: “Ik denk dat ik geklopt ben door een fenomeen.’’ Ook Kjeld Nuis uitte zijn verbazing in de media over de inmiddels zevenvoudig wereldkampioen: “Jordan gaat amper door de knieën en toch gaat hij nog zo hard, hoe kan dat?”
Volgens de docent en performance consultant is hier een heldere verklaring voor. “Ieder mens wordt geboren met natuurlijke cognitieve, emotionele en motorische voorkeuren. Voor wat betreft de motoriek, zijn er twee manieren van voortbewegen: vanuit het onderlichaam (walking from the bottom) – waar Kjeld Nuis een goed voorbeeld van is - en vanuit het bovenlichaam (walking from de top), zoals Jordan Stolz. Hij moet het bovenlichaam lichtjes van boven naar beneden en vice versa kunnen bewegen. Daar maakt hij snelheid en kan hij heel dynamisch en ritmisch zijn kracht kwijt op het ijs. Nuis haalt zijn kracht juist uit het hebben van een kleine kniehoek tijdens het schaatsen."
Douwes: “Mark Tuitert omschreef het tijdens zijn analyse in Inzell bij de NOS heel treffend: ‘Jordan schaatst heel dynamisch met een doorlopend ritme.’ Dit is precies het beeld wat een skating from the top – type laat zien. Stel: je zou Stolz forceren om diep te zitten, dan zet je zijn dynamiek ‘op slot’, waardoor optimaal bewegen en snelheid maken voor hem onmogelijk worden. Hij moet het hebben van ritme en doorbewegen. Jordan doet dit geweldig en blijft hiermee dicht bij zijn motorische voorkeuren; bij zijn natuurlijke dynamiek.
“In het schaatsen kun je dit goed in de bochten zien” aldus de Drent. Je hebt schaatsers die heel diep door een bocht gaan, zoals een Jenning de Boo. Hij blijft met zijn bovenlichaam vlak, terwijl een rijder als Stolz meer ‘verend’ door de bocht gaat. Dit is wederom een typisch voorbeeld van skating from the top; een beweging initiëren vanuit het bovenlichaan, zoals ook Ragne Wiklund en Nils van der Poel doen. Dynamisch schaatsen is cruciaal voor hen.”
Hoe zit het met de aerodynamica wanneer je minder diep zit? Douwes resoluut: “De beste toelichting hiervoor is Jordan Stolz zelf. Hij schaatst met bijna rechte benen, maar gaat toch keihard. Dit laat zien dat ‘aerodynamisch zijn’ ondergeschikt is aan het aannemen van de motorische voorkeur. Als iemand zijn natuurlijke dynamiek niet kan volgen, kun je nog zo'n aerodynamische houding hebben, maar dan ga je niet hard. Zowel Stolz, als Van der Poel en Wiklund zijn hiervan het levende bewijs, mits het dus overeenkomt met de desbetreffende bewegingsvoorkeur.”
Ondanks dat er mensen zijn bij zowel de KNSB als vanuit de ijsverenigingen en talentontwikkeling die open staan voor de ActionTypes Benadering, tonen coaches van de commerciële teams vooralsnog geen belangstelling. Douwes: “Er zijn coaches die zeggen dat het met andere dingen te maken heeft. Zij zoeken andere verklaringen. Dat mogen ze en bepalen zijzelf. Echter, ik vind het jammer dat het juist binnen deze groep nog niet wordt omarmd”, aldus de performance consultant die eraan toevoegt dat hij, naast veel interesse, soms ook in andere sporten vergelijkbare soorten weerstand ziet.
Douwes begrijpt waar de gevoeligheid zit. “De coaches zijn opgeleid met het idee dat je in het schaatsen diep moet zitten. Als je het altijd zo geleerd en gedaan hebt, is het heel lastig om hiervan af te stappen. Bovendien komt het ‘diep zitten’ vanuit de wetenschap, waar natuurkundige mechanica achter zit. De praktijk maakt evenwel duidelijk dat je dit niet onverkort op mensen kunt toepassen. Ieder heeft zijn of haar eigenheid, ook motorisch. Bij sommigen werkt het principe van diep zitten en kracht leveren heel goed, en voor anderen juist niet.”
Hoe staat Jillert Anema, coach van Jordan Stolz bij schaatsteam Albert Heijn Zaanlander, tegenover het gedachtegoed van de ‘ActionTypes Benadering’? Douwes geeft aan dat Anema heeft laten zien geen inbreuk te doen op de eigenheid van de motoriek van zijn schaatsers. Je hoeft alleen maar naar het verschil in stijl en expressie te kijken tussen bijvoorbeeld Irene Schouten en Jorrit Bergsma. “Blijkbaar respecteert Jillert wat hij ziet bij de rijders en stelt zichzelf vragen: is het vloeiend, werkt het, gaat het hard, etc.? Ook al maakt Anema geen gebruik van onze benadering, hij snapt de expressie van Jordan, die de hogere uitgangshouding nodig heeft en niet in een keurslijf van een schaatser wordt gedrukt om diep te zitten.”
Douwes noemt nog een bepalend detail in de ontwikkeling van Stolz. Als je de verhalen terugleest, is Jordan een jongen van de boerderij, die met zijn zus rondom het huis van z’n ouders op de vijver rondjes reed tot middernacht. Daar stond nooit een coach bij, dus Jordan zoekt wat voor hemzelf werkt. Op een gegeven moment werd Shani Davis zijn coach. Beiden hebben dezelfde motoriekstijl, ook skating from the top. Davis zal niet tegen Stolz hebben gezegd: 'Je moet het anders doen of dieper zitten'. Hij zal ‘de hogere zit’ omarmd hebben.”
"Naast die hogere uitgangshouding is er nog een andere ‘ActionTypes Parameter’ die je bij Jordan heel mooi terug ziet komen: een verticale organisatie van zijn motoriek. Dit wil zeggen dat hij relatief smal en rechtdoor rijdt. Sven Kramer schaatst bijvoorbeeld veel breder; een meer horizontale organisatie van zijn motoriek. Hij gaat meer van links naar rechts. De schaats maakt een grotere S-curve op het ijs en hiervoor wordt het lichaam ingezet. Dat zijwaartse werkte voor Sven heel goed. Dit zie je bijvoorbeeld ook in de techniek van Joy Beune terugkomen”, legt Douwes uit en voegt daaraan toe: “alle verschillende combinaties met betrekking tot de motorische voorkeuren komen voor."
Douwes sluit af met een tip: “Coaches doen er goed aan om uit te zoeken voor welke rijder welke dynamiek van toepassing is. Hier zijn relatief eenvoudige testjes voor vanuit de ActionTypes Benadering. Als je dit niet doet, bestaat de kans dat je veel potentieel laat liggen en vallen er talenten af die heel goed zouden kunnen worden. Het gaat er dus om dat je beweegt naar je motorische voorkeur. Als dit omarmd wordt, realiseer je de basisvoorwaarden om het aanwezige natuurlijke potentieel optimaal te benutten: Jordan Stolz.”