Als hoofdcoach van Wadro KNSB Talent Team Noord had Versteeg vrijwel alle grote shorttracktalenten van de laatste jaren op enig moment onder zijn hoede. De functie ‘hoofdcoach’ dekte op den duur niet meer de lading. Versteeg waakte niet alleen over de talenten van de toekomst, hij had nog zoveel meer te doen dat de functie eigenlijk over meer mensen verdeeld moest worden. “De energie die ik ervoor terugkreeg was niet meer in balans met de werkdruk die ik ervoer”, zegt Versteeg, nu gekleed in het geel-zwart van Jumbo. “De werkdruk was te hoog, ik zocht naar manieren om het beter te managen en zelf meer rust te krijgen.” Dat lukte mondjesmaat tot Versteeg voelde dat zijn lichaam op de rem trapte. “Anderhalf jaar geleden voelde ik een burn-out aankomen. Gelukkig ken ik m’n eigen lichaam goed en was ik er op tijd bij. Daardoor kwam ik er vrij snel vanaf.”

De olympiër van Nagano probeerde alles te geven voor zijn pupillen. “Niet ‘ach, ze zijn slechts junioren’, ik wilde het allerhoogste”, gaat Versteeg verder. “Maar op een gegeven moment was dat niet meer mogelijk. Om de sporters voldoende wedstrijden te geven moesten we die zelf organiseren. Iedereen vond dat een goed idee, maar de organisatie kwam niet van de grond: dat moesten we zelf doen. Dat lukte wel, alleen lag er veel druk op mijn schouders.” Dat was niet alleen voor Versteeg een struikelblok, ook de talentontwikkeling ging eronder lijden. “We willen professioneel zijn, maar dan moeten we zo werken en ons ook zo gedragen.”

Wel was dat voor Versteeg het moment dat hij nadacht over het verbreden van zijn horizon. “De energie die ik erin stopte, kreeg ik niet meer terug. Soms had ik trainingen waarbij ik tegen de groep zei: Wat doe ik hier? De alarmbellen gingen af bij mij, want ik nam bepaalde dingen mee naar huis. De momenten waar ik wel energie van kreeg, waren niet genoeg om de batterij op te laden voor de momenten die mij veel kostten. Dan moet je een keuze maken.”

Een telefoontje van Sven Kramer, commercieel directeur van Schaatsploeg Jumbo, bracht uitkomst. “Ik had niet gelijk het idee van: Ja, dit wil ik. Maar ik wist hoe laat het was en wat hij wilde bereiken.” De schaatsploeg van Jac Orie werkt volgens een bepaalde filosofie, Versteeg wilde daarover eerst gesprekken voeren voordat hij zijn ja-woord gaf. “Wat verwacht Jac van mij? Kijk, ik heb een bepaalde expertise en heb dingen waar ik goed in ben. In die zin moet ik wel m’n rol kunnen vervullen en nuttig zijn voor het team. Ik wil een aanvulling zijn, geen – om het plat te zeggen - loopjongen.” Na de gesprekken met Kramer en Orie kwam Versteeg tot de conclusie: “Deze rol is op mijn lijf geschreven.”

Foto: Robert Prins

Hij werd gepresenteerd als assistent-coach, maar hoe gaat de rol van de oud-wereldrecordhouder op de 500 meter er echt uitzien? “Ik ga mij zeker druk maken over materiaal en de ontwikkeling daarvan. Het shorttracken heeft wat dat betreft een grote voorsprong, daar is winst te halen.” Het is niet zo dat de schaatsers van Jumbo met het nieuwste van het nieuwste materiaal moeten schaatsen, want ze zijn over het algemeen gewoontedieren die hun vertrouwde materiaal zo lang mogelijk trouw blijven. “Maar als de sporter ervoor openstaat, moet je zorgen dat er dingetjes zijn die ze kunnen testen. Misschien komen er dan ook nieuwe oefeningen bij. Op technisch vlak heb ik best kijk op bepaalde bewegingen. Daar krijg ik een rol in en kunnen we testjes mee doen. Dat heb ik nooit echt kunnen doen, er was geen tijd voor. De rol als duizendpoot blijft en dat vind ik erg leuk.”

Na een teleurstellend seizoen vond er dit voorjaar een grote schoonmaak plaats bij Jumbo, rijders vertrokken of eigen houtje of werden de deur gewezen door de ploeg. "Je zag op een gegeven moment dat het vertrouwen en plezier ontbrak, vooral dat laatste is een belangrijke drijfveer", analyseert Versteeg het laatste seizoen. "Het was geen team meer, er waren eilandjes. Dat zag ik al vanaf de buitenkant. Een team is altijd sterker dan het individu, als je geeft en neemt wordt iedereen beter. Als we dat weer kunnen creëren, zal iedereen boven zichzelf kunnen uitstijgen.”