Wauw! Dat zeggen schaatsers die voor het eerst de nieuwe Leidse ijshal betreden. Wauw! Als een student die zijn bedompte zolderkamer inruilt voor een frisse doorzonwoning, zo voelt deze verhuizing. De Leidse schaatsliefhebbers zullen hun oude thuisbaan, waar mooie herinneringen liggen, snel vergeten zijn. Die hal was knus als een huiskamer, maar ook donker, krap en versleten. De Vliet, hun nieuwe accommodatie, is licht, ruim en hagelnieuw.
Zonlicht valt binnen via grote glazen ramen, de led-lampen doen de rest. Zoals de sneeuw het licht weerkaatst op een ski-alp in de lentezon, zo schittert de ijspiste in dit schaatspaleis. “Die witte vloer betekent een verschil van dag en nacht”, zegt Jos Arts, voorzitter van stichting IJshal De Vliet. Hij kan het weten, want de hal werd met een grauwgrijze betonvloer opgeleverd. Die werd pas wit dankzij het verfwerk van 117 vrijwilligers. “We hebben alles bij elkaar zo’n 7000 vierkante meter geschilderd, in twee lagen. Het oogde daarna echt al een andere hal, nog veel ruimer dan hij al is.”
Sinds een week of drie ligt op dat beton een fijne ijsvloer. De Leidse schaatsers gaan er in alle opzichten op vooruit, dat zie je in één oogopslag, al zal het misschien even duren voor het oude huiskamergevoel van de Vondellaan terug is. Hier ligt allereerst een ijsvloer van 30 bij 60 meter, geschikt voor shorttrack, kunstrijden en ijshockey. Deze piste is exclusief voor de 25 verenigingen die in Leiden actief zijn. Daarnaast ligt nu ook een funbaan van 45 bij 20 meter, bestemd voor beginnende schaatsers én curling. Arts: “Het biedt ook commerciële mogelijkheden voor het houden van clinics, feestjes en andere evenementen.”
Dan heb je, een verdieping hoger, de grote ovalen piste voor langebaanschaatsers. Die is weliswaar geen 400 meter lang geworden, maar wel 250 meter (in de oude hal: 182 meter). Met een breedte van 11 meter (oude situatie: 6 meter) kan er ineens veel meer volk tegelijk op de baan. De buitenbocht heeft een diameter van 24,5 meter, die hetzelfde ‘loopt’ als de binnenbocht op een 400-meterbaan. “Ik hoorde bij het proefschaatsen al iemand die dat zo fijn vond, dat ze zich afvroeg of ze straks nog wel naar Haarlem gaat”, vertelt Willem van Vliet, secretaris van stichting IJshal De Vliet.
Tot zo ver het ijs. Uiteraard zijn de nieuwe kleedkamers van De Vliet, alle gevestigd op de begane grond, nog maagdelijk fris. Er zijn bescheiden tribunes aangebracht, zowel beneden als boven. In het ijs van de langebaan liggen lussen voor tijdwaarneming, zodat schaatsers via MyLaps hun rondetijden kunnen terugzien. Op de begane grond is naast de ijspiste een ruimte ingericht voor warming-up en krachttraining, inclusief een grote spiegel voor de ballettraining van kunstrijders. Op de eerste verdieping, waar langebaners het ijs op stappen, zijn naast een reeks bankjes ook nieuwe lockers neergezet voor het opbergen van persoonlijke spullen. Daar komen straks nog spinningfietsen te staan, waar schaatsers kunnen in- en uitfietsen. Van Vliet: “We doen het stapje voor stapje.”
Nog een fraaie noviteit: de oude Zamboni is vervangen door twee ijsdweilmachines van leverancier WM. Deze Mammoets rijden op accu’s en zijn voorzien van (gps-)techniek die, zoals Tesla’s, straks op de automatische piloot het ijs kunnen prepareren. Omdat de ijshal drie maanden later werd opgeleverd dan gepland – niet alles is hosanna in dit verhaal – is de afstelling van de machines nog niet voltooid. “Maar straks rijden ze als eerste van Nederland onbemand over de baan en maken ijs van de beste kwaliteit”, zegt Arts.
De ijshal is gecombineerd met een nieuw overdekt zwembad, als aanvulling op het gerenoveerde openluchtbad. Dus ook de zwemverenigingen in Leiden gaan er sprongen op vooruit. De totale bouwkosten bedroegen 40 miljoen euro, gelijk verdeeld over ijshal en zwembad. De combinatie van schaatsijs, waarvoor je koelmachines moet laten draaien, en zwemwater, dat verwarmd moet worden, maakt van De Vliet een energieneutrale ijshal. Opnieuw een voorbeeld dus van een duurzame ijsbaan, waar slim en zuinig met energie wordt omgegaan (zie kader).
Eind maart sloot de Ton Menken-hal aan de Vondellaan zijn deuren, na 47 jaar trouwe dienst. Het historische gebouw is reeds gesneuveld onder de slopershamer. Op de drassige bodem langs rivier de Vliet is, gestut met duizend heipalen, een accommodatie neergezet die weer veertig jaar mee kan. Arts: “Hier ligt het fundament voor een gezonde toekomst van het schaatsen in Leiden en omgeving. Ik hoop en verwacht dat hier nog veel meer mensen plezier beleven aan de schaatssport, vooral ook de jeugd. In de oude hal trokken we 100.000 bezoekers per jaar. We begroten hier op 120.000, maar ik heb goede hoop dat we groeien naar 140.000.”
De nieuwe faciliteiten bieden volop nieuwe mogelijkheden voor de verenigingen die Leiden als hun thuisbaan hebben. Zonder daarvoor de boer op te zijn gegaan, kreeg de stichting al twee interessante verzoeken uit het ijshockey. Zo vindt begin mei volgend jaar een internationaal vrouwentoernooi plaats en komt de Hongaarse ploeg naar Leiden voor een trainingskamp, met het aangrenzende (Bastion-)hotel als logeeradres. “Er liggen volop kansen, het is nu zaak om die ook te benutten”, aldus Arts.