Weer of geen weer: Natuurijsmeesters zijn altijd in voorbereiding

Maar de 7.500 natuurijsmeesters in Nederland staan op scherp. Zet de kou een beetje door, dan moeten zij aan de bak. Want meteorologen zijn het erover eens: vroeg of laat slaat Koning Winter gewoon weer toe en dan kun je er maar beter klaar voor zijn. “Gewoon zorgen dat die spullen dik voor de winter al op orde zijn.”

Het wordt warmer, het aantal vorstdagen per winter is bijna stabiel laag en de laatste wedstrijd op écht natuurijs was in 2013 de Ronde van Gaasterland, de neoklassieker die werd gewonnen door Bob de Vries en Foske Tamar van der Wal. De laatste georganiseerde toertocht stamt ook uit die vorstperiode, dus we staan al een flink tijdje droog. Wel wordt er vrijwel iedere winter geschaatst op verschillende landijsbanen, waar met een paar graden vorst gewoon ouderwetse ijspret wordt georganiseerd. De Club van Natuurijs wil de 450 natuurijsverenigingen en 80 toertochtorganisaties in Nederland ondersteunen. Het delen van kennis en het stimuleren van innovatie zorgen ervoor dat natuurijsmeesters miljoenen mensen snel en veilig schaatsplezier kunnen bieden.

Het is een gegeven waar ijsmeesters in den lande volop op inspelen. Want gaat het vriezen, dan moet je er klaar voor zijn, nu meer dan ooit. Een korte vorstperiode dwingt ijsmeesters om zo snel mogelijk te schakelen, weet voorzitter Bert Timmerman van IJsclub Vooruitgang in Ammerstol. Het is zo’n baan waar vrijwel ieder jaar wel een paar dagen geschaatst wordt, waar kinderen kennismaken met schaatspret, waar duizenden mensen hun rondjes komen rijden. “We zorgen altijd dat onze spullen op orde zijn en we niet twee weken van tevoren denken: nou, er is kans op vorst, laten we eens gaan beginnen. Dan ben je negen van de tien keer te laat. We zijn echt het hele jaar rond bezig, maar zeker in de laatste maanden van de herfst. Dan lopen we alles toch even na: ‘Zijn de pompen in orde, doen de auto’s die moeten dweilen het, al dat soort gedoe. Gewoon alles even doorlopen. Alle materialen die je straks nodig hebt, zodat je niet zegt van: ‘Jongens, we gaan pompen’ en de pomp doet het niet. Dan loop je achter de feiten aan.”

Kennis delen, dat doet Bert Timmerman ook graag, want hoe meer ijsbanen er komen die snel voor goed ijs kunnen zorgen, hoe beter. “We krijgen regelmatig bezoek. Ik heb afgelopen jaar vijf, zes ijsclubs over de vloer gehad die komen kijken. Die krijgen dan een nieuwe baan vanwege verplaatsing voor woningbouw.” Een goed argument om een type ijsbaan als Ammerstol aan te leggen, is naast snel ijs, ook de soms fabelachtige ledenaantallen. “Wij gaan richting de 3400 leden”, zegt Timmerman trots. “Dat is inclusief kinderen, want die vallen onder de gezinskaart. We zijn altijd open en eerlijk en de clubs kunnen wat mij betreft ook alle tekeningen krijgen als ze dat willen. Ze mogen alles zien en we hebben geen geheimen, want je moet met elkaar proberen het te blijven doen.”

Dat het warmer wordt, daar laten de ijsclubs door het hele land zich niet door uit het veld slaan. Korte vorstperiodes moeten sneller worden benut, kennis moet zoveel mogelijk worden gedeeld en de politiek moet actief betrokken blijven. En natuurlijk, die kans wordt kleiner, maar dat motiveert alleen maar om niets aan het toeval over te laten. “Het belangrijkste advies is: zorg dat je altijd klaar voor bent”, besluit Timmerman. “En dan zit er vast wel eens een jaar tussen dat je het voor niks hebt gedaan. Aan de andere kant: als je het een keer een jaar niet hebt gedaan en je bent te laat, dan is dat rotter. Dan sla je jezelf ook voor de kop.”