Welkom op De Witte Poorte, zoals de gecombineerde skeeler- en ijsbaan van de Winterswijkse IJsvereniging (WIJV) officieel heet. In de ijskoude kantine serveert voorzitter Auke Spijkstra lekker warme koffie. Samen met ijsmeester Hendrik van Prooije neemt hij, tegen het eind van deze schaatswinter, de tijd om het verhaal van Winterswijk goed te vertellen. Opdat andere verenigingen geïnspireerd raken, zodat ook zij sproei/ dweilbanen gaan aanleggen waarop bij lichte vorst sneller geschaatst kan worden. Eén ding weten ze zeker: in een opwarmende wereld is dit de toekomst voor het schaatsen op natuurijs. “Het is jammer, maar de vertrouwde landijsbaan is een relict uit het verleden”, zegt Van Prooije.
Even terug naar 2016, wanneer Spijkstra in de algemene ledenvergadering van WIJV een onheilsboodschap brengt. De Winterswijkse IJsvereniging, die al bestaat sinds 1887, dreigt na negen verhuizingen geen toekomst meer te hebben. De ijsbaan aan de Misterweg moet worden opgedoekt, want de grond is nodig voor de uitbreiding van een logistiek bedrijf. Het ligt voor de hand om de baan te verlaten en de natuurijsclub op te heffen. De vereniging telt immers nog maar 60 leden (dat aantal zal zelfs nog dalen tot 39) en slechts 98 euro in kas.
Op de ALV zijn die avond welgeteld twee leden aanwezig. Een van hen is Van Prooije, die als kascommissielid wel present móet zijn. Hij zorgt die avond mede voor de ommekeer. De stekker gaat er niet uit, want dat is hun eer te na in de koudste plaats van Nederland (het KNMI registreerde hier in 1942 het nationale record: min 27,4 graden Celsius). Ze besluiten om elders in Winterswijk de modernste natuurijsbaan van Nederland te realiseren. Dat moet een gecombineerde baan worden, waarop je zomers kunt skeeleren en in de winter bij vorst zo snel mogelijk kunt schaatsen.
Binnen vier jaar slaagt WIJV erin die combibaan te realiseren. Knap werk. In november 2020 gaat het complex op de hoek van de Bataafseweg en Kottenseweg officieel open. We zijn nu vier winters verder en iedereen weet dat Winterswijk een van de weinige plekken in het land is waar ze wél onbekommerd over één nacht ijs kunnen gaan. Op de ledenlijst van WIJV prijken weer meer dan duizend namen. “Alleen de sproeiploeg telt al 25 man”, zegt Van Prooije. Spijkstra: “Zo dood als WIJV in 2016 was, zo springlevend is de vereniging nu.”
Beter goed gejat dan slecht bedacht. De Winterswijkers steken vanaf 2016 hun licht op bij ijsclubs die hun sporen al hebben verdiend als het om natuurijs-maken gaat. Denk aan de IJsclub Haaksbergen, IJsvereniging Doetinchem ’96 en IJsvereniging Hard Gaat-ie uit De Lier. Ook krijgt WIJV hulp van ‘natuurijsoloog’ Jop van der Werff en de Universiteit Twente. Twee succesfactoren bedenken ze uiteindelijk zelf: het isolerende schuimbeton, dat warmte uit de grond tegenhoudt, én de sproei-installatie die zelf rondjes van 400 meter rijdt.
“De Lier had al een installatie die mechanisch werd voortbewogen, maar dat was boven een rechthoekige baan. Onze sproeiconstructie is bedacht door een fietsmaat van me, die werkt bij een landbouwmechanisatiebedrijf”, vertelt Van Prooije. “Tijdens een trainingsrit zocht ik hem op, vertelde over onze plannen met de ijsbaan en waar we behoefte aan hadden. Hij reageerde nauwelijks, maar toen we thuiskwamen, had hij wel een idee… Dat heeft-ie uitgewerkt en toen het klaar was, wilde hij zelf ook wel komen sproeien.”
De constructie bestaat uit sproeikoppen aan een lange aluminium arm, die vastzit aan een elektrisch wagentje dat we kennen van koffertransport op vliegvelden. Een tastwiel dat de ijsbaanrand aftast helpt om de constructie ‘zelfrijdend’ te maken. De sproeiploeg rijdt niet rond met giertanks vol water, maar monitort het karretje vanuit de kantine. De fietsende uitvinder heet Bernie Korten. Samen met Victor Hoijtink, Henrie van Koot, Jo Ebbers en Harrie Rosman vormt hij een clubje Willie Wortels. Allemaal handige vakmannen.
En zij zijn niet de enige vrijwilligers die WIJV zijn komen helpen. Sinds de opening van de ijsbaan in 2020 groeit het ledental net zo hard als een ijsvloer bij 20 graden vorst. De ommekeer is ingezet. Van Prooije: “Mensen zijn graag betrokken bij succes. Als je ijs hebt, komen de mensen vanzelf kijken en steken dan ook de handen uit de mouwen.” Spijkstra: “Vaak nemen ze dan weer een vriend of kennis mee. Iedereen is anders, maar ze zijn allemaal goed in iets. De kunst is ervoor te zorgen dat ze goed met elkaar overweg kunnen.”
Zodra het vriest, slaat de schaatskoorts toe. Kranten-, tv- en radioverslaggevers weten de weg naar Winterswijk blindelings te vinden. In deze tijden vol wereldleed is de behoefte aan positief nieuws dichtbij huis meer dan welkom. Bij WIJV voelen ze feilloos aan dat de media smullen van alles wat met natuurijs te maken heeft. Dus als de baan na een nachtje vorst al open kan, ontvangen ze de pers met open armen.
Soms wordt een event bedacht om media-aandacht te genereren, dan komt bijvoorbeeld marathonschaatser Bart Vreugdenhil een (officieus) werelduurrecord rijden in Winterswijk. Als een radio-reporter van de Engelse BBC op bezoek komt, laten ze bij minimale vorst om vier uur ’s nachts de sproeiwagen draaien. “Om zes uur hadden we 1,5 millimeter ijs, daar ben ik toen op gegaan, zodat hij nog echt schaatsgeluid kon opnemen” vertelt van Prooije. “Schaatsen op zo’n dun laagje ijs is volgens mij ook een wereldrecord.”
In vier winters tijd, die nauwelijks streng genoemd kunnen worden, is de ijsbaan in Winterswijk 42 dagen open geweest. In diezelfde periode haalt WIJV zes keer het Acht-uur Journaal. Diverse keren scoort WIJV op de voorpagina’s, onder meer wanneer de club begin april (!) nog een ochtend opengaat. Als Winterswijk de eerste natuurijsmarathon van deze winter mag organiseren is het een gekkenhuis aan de Bataafseweg. Het dorp staat definitief op de kaart. “Voor journalisten hield het land vroeger bij Arnhem wel op, wat in de Achterhoek gebeurde kreeg amper aandacht”, zegt pensionado Spijkstra, die persvoorlichter bij de politie was. “Nu weet echt iedereen dat hier in Winterswijk de modernste natuurijsbaan van Nederland ligt.”
Wat is het geheim van Winterswijk? Daar zou je pagina’s over vol kunnen schrijven. IJsmeester Van Prooije heeft de technische kant van het verhaal in een beknopte notitie vastgelegd, eindigend met een advies aan de schaatswereld. Kort en krachtig luidt zijn boodschap:
- leg meer sproei/dweilbanen aan (ijs bouw je laagje voor laagje op),
- die banen bestaan uit een dunne asfalt- of betonvloer (Winterswijk heeft 9 cm dik asfalt)
- op isolerend schuimbeton (20 cm of meer),
- schilder dat asfalt hagelwit (om zonlicht te weerkaatsen) en
- monitor de temperatuur van het asfalt/beton (juist tijdens opbouw van de ijsvloer).
Van Prooije heeft zijn verhaal reeds vele malen gedeeld met belangstellende partijen, waaronder bijna vijftig natuurijsclubs. Desgevraagd geeft de ijsmeester van Winterswijk nog wat wijze lessen, onder meer afkomstig van collega’s uit De Lier. Je moet naar de lucht kijken! Want is de hemel helder, dan daalt de temperatuur aan de grond veel sterker dan bij een bewolkte lucht. “Toen we op 3 april 2022 nog opengingen, was de asfalttemperatuur in de namiddag ervoor 13 graden boven nul! Maar de lucht was helder en ’s nachts koelde het asfalt razendsnel af. De volgende ochtend kon er geschaatst worden, op 4 millimeter ijs. We hebben mensen gebeld om naar de baan te komen, voor het plaatje in de krant.”
Je moet ook aan de grond voelen! Aan de grond is het vaak kouder dan de anderhalve meter hoogte waarop het KNMI registreert. Dat leert Van Prooije recent uit een experiment in eigen tuin, in de nacht van 28 op 29 januari. “Volgens KNMI was het die nacht niet kouder geweest dan 3,8 graden boven nul. Maar thuis had ik een ijsplaatje van 5 mm dik”, zegt hij. “Een heldere nacht en vorst aan de grond, daar maak je dus al ijs mee. Als het nul graden aan de grond is, helder en windstil, kan er volgens onderzoek van de Universiteit Twente al 0,7 mm ijs per uur aangroeien. Dus kijk naar de lucht én voel aan de grond!”
Alles bij elkaar heeft de modernste natuurijsbaan van Nederland bijna 1,5 miljoen euro gekost. De gemeente Winterswijk, met een enthousiaste burgemeester Joris Bengevoord, nam het grootste deel voor zijn rekening: 1,25 miljoen euro. Stevig lobbywerk heeft zijn vruchten afgeworpen, stelt Van Prooije. “Dat was de belangrijkste les die Doetinchem ons meegaf: zorg dat je richting gemeente lobbyt op drie niveaus: B en W, gemeenteraad en ambtenaren. Daar hebben we goed naar geluisterd.”
Hij realiseert zich dat het moeilijker wordt om de lokale overheid mee te krijgen, nu het Rijk kort op het Gemeentefonds. Daar komt bij dat bouwkosten flink gestegen zijn. Van Prooije: “Zou je dit nu realiseren, dan ben je twee miljoen kwijt.” Dat klinkt als veel geld voor een skeeler/natuurijsbaan. “Klopt”, zegt Spijkstra. “Maar andere natuurijsclubs kunnen dit ook voor elkaar krijgen. Als je er samen de schouders onder zet, kun je zóveel bereiken.”
Van Prooije: “Je merkt dat het woord natuurijs veel enthousiasme losmaakt bij mensen, op alle niveaus en waar je ook komt.” Het codewoord opent niet alleen deuren maar ook portemonnees, ook bij het lokale bedrijfsleven. “Er ontstond hier een gevoel van: wij gaan iets doen wat anderen nooit gedaan hebben. Het enthousiasme groeide.” Die geestdrift kan overal elders ook ontstaan, benadrukken de WIJV’ers, en of je het nu wilt of niet: “Bij het veranderende klimaat is dit echt de toekomst voor natuurijsbanen.”
Naoberschap is een term die iedereen in de Achterhoek kent, zeker in Winterswijk met zijn 30.000 inwoners. Samen zaken van de grond tillen, dat kunnen ze. Van Prooije: “We zijn een kleine gemeenschap, iedereen kent iedereen.” Die gemeenschapszin komt rond de ijsbaan tot volle bloei. “Mensen kwamen spontaan hun hulp aanbieden: met geld of door zaken te schenken, zoals onze keuken hier”, zegt Auke als hij een tweede rondje koffie schenkt.
In een bergruimte toont hij een wand vol (gebruikte) schaatsen en inlineskates. Allemaal gekregen. Spijkstra: “Als mensen hier komen schaatsen kunnen ze die gratis lenen.” Een deel van de voorraad komt van een opgedoekte schaatswinkel. De rest is door particulieren aangeleverd. “We hebben hier een keer asielzoekers uitgenodigd om te komen schaatsen: kinderen uit Syrië, Irak, Oekraïne… Dat haalde de krant, waarop mensen spontaan schaatsen kwamen brengen.” Ook mooi: een van de nieuwe vrijwilligers is handig in het slijpen en ronden van schaatsen; hij zorgt nu voor het onderhoud van het leenmateriaal.
WIJV prijst zich gelukkig met een aardige toestroom van mensen die hun handen uit de mouwen willen steken voor de club. Wanneer de club erin slaagt de eerste marathon van het seizoen binnen te halen, komen tientallen mensen spontaan helpen om het schaatspeloton, trainers, officials, de pers en een paar duizend toeschouwers te ontvangen. Alles is tot in de puntjes verzorgd: van de koek en zopie tot en met de verkeer- en parkeerbegeleiding.
Elke maandag komt nu ook een groepje gepensioneerde mannen naar de ijsbaan om samen een bak koffie te drinken, het wereldnieuws te bespreken én klussen te verrichten. “Er is altijd wel iets te doen: van veegwerk en het plaatsen van vlaggenmasten tot het leggen van 20.000 klinkers rond de baan”, zegt Spijkstra, die op maandag zelf ook vaak aanschuift. Ze tonen een foto van de groep vrijwilligers, genietend van het zonnetje op het terras. Van Prooije: “Iemand vergeleek ons gekscherend met FC Barcelona. Hij zei: ‘Je zit tot over je oren in de schuld - voor het schuimbeton hebben we inderdaad veel geld moeten lenen - en uiteindelijk zit het kapitaal op de bank’. Hij had gelijk. Alle hardware is nodig om hier snel ijs te kunnen maken, maar je hebt mensen nodig om de ijsbaan te laten functioneren.”
Zo is het Wonder van Winterswijk niet alleen een natuurkundig of technisch mirakel, ook op sociaal gebied zijn hier bijzondere zaken gebeurd. Van Prooije: “Het enthousiasme dat de nieuwe baan hier heeft losgemaakt, heeft onze stoutste verwachting ver overtroffen.”
Hoe gaat het verhaal verder? Eén ding is zeker: in Winterswijk zitten ze niet stil. Zo willen ze het inlineskaten in de zomer een serieuze boost geven. Uiteraard gaan ze verder met het perfectioneren van de natuurijsbaan. Om te beginnen leeft het plan om de hele 400-meterpiste een helderwitte coating te geven, want door (zon)licht te weerkaatsen warmt het asfalt minder snel op en houd je de kou in de ijslaag langer vast. Daarvoor worden eerst op de krabbelbaan diverse soorten coating getest, iets wat door het natte weer maandenlang niet mogelijk was.
Van Prooije: “We hopen die proef op de krabbelbaan nu wel snel te kunnen uitvoeren. Ik heb goede hoop dat de baan in 2025 helemaal wit kan zijn. Al moeten we daarvoor nog wel de benodigde centjes vinden. Die coating en het aanbrengen ervan kost 20 euro per vierkante meter en de ijsbaan bestaat uit 4000 vierkante meter asfalt. Sponsoring is welkom. Het betekent dat we straks nog sneller ijs kunnen maken.”
Nog een nieuwigheid is het sproeien met twee karretjes. Een reservekar met sproeiarm staat reeds in de loods. Kar nummer 1 reed aanvankelijk met een snelheid van 1,8 km/uur, omdat de accu anders te snel leeg was. Met een sterkere accu rijdt hij 3,6 km/uur. “Maar als we nu twee karren achter elkaar kunnen laten rijden, kunnen we nog sneller dunnere laagjes ijs opbouwen. Hoe dat werkt willen we komende winter uitproberen.”
Het is duidelijk dat de innovaties van Winterswijk razend interessant zijn voor iedereen die van schaatsen op natuurijs én van skeeleren houdt. De KNSB kijkt mee, volgt ook ervaringen van andere natuurijsclubs nauwgezet, en speelt een rol als kennisdeler en verbinder. “Want wat ze in Winterswijk doen, kan op elke andere plek in Nederland”, zegt Jurre Trouw, manager sportparticipatie van de KNSB. Recent is een expertgroep opgericht, met specialisten op uiteenlopend gebied, die lokale initiatieven kunnen ondersteunen. “Daar zitten ijsmeesters in, maar ook deskundigen op het gebied van onder meer asfalt, isolatie, bestuurlijke zaken en ecologie. Afhankelijk van de situatie kunnen verenigingen bepaalde experts inschakelen.”
Bij de schaatsbond zijn zo’n 650 verenigingen aangesloten, waaronder ruim 400 natuurijsclubs. Menig club maakt zich zorgen over de toekomst, nu natuurijs schaars wordt. Zeker voor de diepwater- en landijsbanen zijn het moeilijke tijden. Op diverse plekken in het land, zoals Voorschoten en Leimuiden, is de natuurijsbaan in beeld voor woningbouw. Ga je dan verhuizen, of hef je de vereniging op? Voor die keuze stond Winterswijk in 2016 ook. De bedreiging werd omgezet in een kans. Het resultaat is bekend.
“En dit voorbeeld verdient navolging”, zegt Trouw namens de KNSB. “We vergeten de landijsbanen zeker niet. Als die open kunnen, genieten we daar extra van. Maar de realiteit leert: die gaan niet meer vaak open zijn. En we willen wel graag blijven schaatsen, ook op natuurijs, juist op natuurijs. Niks mooier dan glijden op je ijzers in de frisse buitenlucht, zon op je bol, wind langs je wangen en een weiland vol rijp om je heen. En dat kan, ook nu nog, in tijden van klimaatverandering. Dat hebben clubs zoals Winterswijk wel bewezen. Dus laten we de lessen die zij hebben geleerd zo goed mogelijk benutten, zoals we ook moeten doen met de kansen die her in der in het land ontstaan. Vanuit de KNSB dragen wij daar, onder meer via deze expertgroep accommodaties, graag actief aan bij.”