Een goede topsporter is altijd kritisch en dat ging zaterdagavond zeker op voor Bart Hoolwerf. Hij legt uit waar zijn onvrede vandaan kwam. “Ik hield me niet volledig aan mijn taak in de sprint. Vijfhonderd meter voor de finish zou ik aangaan. Op dat moment zat Casper (de Gier, ploeggenoot, red.) nog voor me en het voelde goed. Ik wachtte zolang mogelijk. Vervolgens schoten er drie man voorbij. Ik maakte het mezelf veel moeilijker dan nodig was.”
Door een rappe laatste bocht kon Bart Hoolwerf op de laatste honderd meter de concurrentie binnendoor voorbijsteken. Zijn broer Evert koos voor de langere route buitenom en finishte als tweede. “Ik wist dat het goed zat”, vertelt Bart, “maar ik moest nu vol risico die laatste bocht ingaan en dat was in principe niet nodig.”
Zijn coach Roy Boeve begrijpt de reactie. “Niet vanwege de uitslag, maar wel door de afspraken die we gemaakt hebben. Hij baalde omdat hij zelf niet aanging, maar in de achtervolging moest. Dat is ook balen voor hem. Het siert hem dat hij het beste eruit wil halen. Vandaag is het slechts een detail, met de eerste en tweede plaats zijn we heel tevreden. Dat is na afloop aan mij om te vertellen.”
Waar Bart Hoolwerf gewend is te jagen op zijn concurrenten in de sprint – zo won hij een week geleden ook de mass start in de World Cup – wil Boeve ook kunnen winnen van kop af aan. “Zo haal je de risico’s eruit. Bart is daar snel genoeg voor, we hebben er de hele zomer op getraind. Alleen in zijn hoofd zit de gedachte: dat is te ver. Hij liet in de mass start zien dat hij prima zes tot tien ronden hard kan schaatsen. Dat is het punt niet. Hij voelt zich alleen onzekerder. Het is mentaal ook niet eenvoudig als een heel treintje voor jou rijdt en jij moet het afmaken. Keer op keer lukt dat dit seizoen, maar het blijft spannend.”
Overigens kwam ook bij Hoolwerf weer de glimlach op zijn gezicht. “Ik ben echt superblij. Dit is mijn derde zege in vijf marathons. Vorig jaar pakte ik er geen een. Ik had alleen liever mijn klasse hier willen laten zien en met meer zekerheid gewonnen. Maar ik zit in een onwijs goede flow. Als je zo goed bent, wil je er het maximale uithalen. Ik moet mezelf nog uitvinden met de nieuwe manier van sprinten.”
Een opvallende gast in de Elfstedenhal was Patrick Roest. Door de gevolgen van een ontstoken kies miste hij veel trainingen en de eerste wedstrijden van de winter. Op zijn negentwintigste verjaardag was hij daarom in de auto gestapt naar Leeuwarden voor trainingsprikkels. Is de test goed bevallen? “Het kan zeker nog beter. Conditioneel ben ik er nog niet, maar dit is een goed begin. Het tempoverschil vond ik het zwaarst vandaag. Dat ben je als langebaanschaatser niet gewend. Ik kreeg last van mijn rug en was een beetje benauwd aan het einde, zo’n snijvastpak is ook niet alles.”
“Ik vond het leuk, ook om met de marathongasten van onze ploeg deze week mee te trainen. Alleen zou ik liever mee willen doen voor de voorste plaatsen tijdens zo’n koers. Ik zat nu veel achterin, mede omdat ik niet gewend ben in een peloton te rijden.” Na 85 rondes zwaaide Roest nog een keer naar het publiek, ging hij nog op de foto met een jonge fan en zette vervolgens koers naar de kleedkamer.
Nino van Dijk had tot de koers in Leeuwarden nog geen podiumplaats op zijn naam staan. “Ik heb het dit seizoen al vaak geprobeerd en laten zien dat ik heel sterk ben. Vandaag klopte het allemaal.” Halverwege de koers waagde hij een poging om het peloton achter zich te laten. Met drie andere mannen, Bram Kras, Daan Berkhout en Igor Baars werd een gat geslagen en uiteindelijk een rondje gepakt.
Drie rondes voor het einde mocht het peloton afsprinten, zodat het kwartet vrij baan zou krijgen. “Ik zag vlak daarvoor een groen pak voor in het peloton. Ik dacht dat het Daan was en sprintte erheen.” Maar het was zijn broer Chris die zich met de sprint van het peloton wilde bemoeien. Door de verwarring had Van Dijk een voorsprong op de andere drie rijders. “Ik reed zuinig richting de sprint. Toen de anderen bijna aangesloten waren, gooide ik de versnelling erin. Twee rondjes vol naar de finish.”
Het trio Kras, Berkhout en Baars hield de benen stil en Van Dijk kreeg een enorme voorsprong. “Ik had niet door dat ze gelijk gingen staan. De hele finale heb ik niet meer achterom gekeken.” Met de aanmoedigingen van onder meer zijn moeder, zijn collega, zijn ploeggenoten en trainingsmaatjes uit Deventer – ‘ik heb genoeg vrienden in het peloton’ – kwam Van Dijk als eerst juichend over de streep.