“Een lastig puntje”, zo omschrijft Marwin Talsma zijn zenuwen voor en tijdens toernooien. Bij de vraag wanneer ze op komen borrelen, kan hij een precies schema geven. “Voor een vijf kilometer begint het op woensdag, donderdag. Wanneer ik op vrijdag start, vallen de zenuwen even weg en zaterdagmiddag begint het alweer. Meestal zit er een vast patroon in. Dat is heel bijzonder en ik heb ze ook nodig, anders ben ik niet scherp.”

De 26-jarige Fries, die inmiddels vijf plakken op het NK Afstanden heeft gepakt, heeft in de jaren dat hij zich mag rekenen tot de Nederlandse top nog geen antwoord gevonden op de nervositeit. “De zenuwen zijn nog altijd even erg, vooral bij een NK of WCKT, wanneer kwalificatie op het spel staat. Ik krijg klamme handjes, word rusteloos en slaap soms slecht.”
Ook tijdens het WCKT kwamen de zenuwen om de hoek kijken. Op de vijf kilometer lukte het hem nog om ze om te zetten in scherpte. “Als ik start, moet ik het loslaten. Anders gaat het in mijn hoofd zitten. Mijn 6.16 was prima, daarmee was ik sneller dan vorig jaar en plaatste ik me als vijfde voor de World Cups. De tien was minder. Zaterdag keek ik op de tv naar het schaatsen, maar dat heb ik op een gegeven moment uitgezet omdat de zenuwen al opspeelden. Ik was zondag enorm zenuwachtig. Voor een top-2-klassering (wat leidde tot directe kwalificatie voor de World Cups, red.) moest ik heel hard rijden. Het was spannend of ik dat voor elkaar kon krijgen. Ik wilde volop presteren.”

In de slotrit van de 10.000 meter zag Talsma zijn tegenstander Bergsma gelijk afstand nemen, terwijl hij zelf moeite had de rondetijden onder de 31 seconden te krijgen. “Al na drie rondjes wist ik dat het een straf ritje zou worden en dat ik moest overleven. Het werd er een om snel te vergeten.” Met zijn coach had hij het vooraf gehad over een tijd van 12.52, maar de klok stopte pas na dertien minuten en acht seconden. “Dit mindere optreden zal vast meerdere oorzaken hebben gehad, de precieze reden durf ik niet te zeggen. Ik was in ieder geval heel gespannen.”

Marwin Talsma achter Jorrit Bergsma
Al snel moest Talsma zich schikken in een rol (ver) achter Bergsma. | Foto: Soenar Chamid

Talsma probeert zijn zenuwen op belangrijke momenten weg te drukken en ze geen podium te geven. Hij zoekt afleiding door een praatje te maken met iedereen die hij tegenkomt en zijn coach probeert hem moed in te spreken. Desondanks wint de spanning het soms en blokkeert hij op het ijs. “Die races heb ik gehad, ja. Vraag me niet welke, want dat weet ik niet meer. Die slechte races moet je heel snel vergeten.” Staat de nuchtere Fries open voor een sportpsycholoog? “Voor sommige mensen kan het helpen, maar voor mij is het geen optie. Ik ben daar veel te nuchter voor. Als iemand mij vertelt wat ik wel en niet moet denken, zou dat niet werken. Bovendien sta ik er mentaal niet slecht voor”, vindt Talsma.

De schaatsers mag zich opmaken voor de wereldbekers vijf kilometer, al had het niet veel gescheeld of een ziekte had roet in het eten gegooid. Twee weken voor het WCKT ging in de schaatsfamilie Talsma een virus rond. Eerst kreeg zijn broer het, vervolgens moeder Helma en ook Marwin ontsprong de dans niet. “Ik had mijn longen vol slijm en moest veel hoesten. Het was kielekiele of ik op tijd fit zou zijn.” Bovendien moest Talsma het een paar dagen stellen zonder ijsuren, want bij een verkoudheid zijn de schaatsers van FrySk niet welkom bij de training van Siep Hoekstra, in verband met besmettingsgevaar. Gelukkig stonden er veel fietstrainingen op het programma en kon Talsma zich zo alleen voorbereiden op het WCKT. “Ik merkte dat ik iets minder kon leveren dan normaal. Omdat je longen vol slijm zitten, krijg je niet zoveel adem.”

Voor Talsma zijn zulke klachten extra vervelend, want door zijn inspanningsastma komt elke verkoudheid extra hard aan. “Je hebt al minder zuurstof in je longen dan een normaal mens. Daar komt dit nog bovenop.” Een schaatser met astma is niet uniek, maar wanneer je topprestaties moet leveren in de droge lucht van een ijshal is het zeker een nadeel. “Als klein manneke gebruikte ik al pufjes. Ik slik medicijnen om het onder controle te houden, waardoor ik er in het dagelijks leven geen last meer van heb. Bij het leveren van een inspanning merk ik het. Mijn luchtwegen zijn vernauwd en ik krijg minder zuurstof in mijn bloed. Daardoor verzuur ik eerder en is het schaatsen lastiger. Wanneer ik fit ben en mijn medicijnen neem, blijven de klachten gering.”

Talsma zal zijn koffers pakken om dinsdag de oversteek te maken naar Japan. “Ik moet door mijn vijfde plek op het WCKT helaas beginnen in de B-groep, maar dat motiveert mij om zo hoog mogelijk te eindigen.”