Door het ontbreken van Selma Poutsma (heup-/beenblessure), Suzanne Schulting (enkelblessure) en Angel Daleman (focus op langebaan) heeft Zoë Deltrap deze winter veel kansen gekregen om internationale ervaring op te doen. Ze pakte ze gretig aan en liet op haar eerste EK drie weken geleden haar potentie zien. Toch baalde ze flink dat ze in haar eerste individuele A-finale tegen een penalty aanliep. “Een ronde voor het einde lag ik derde en voelde ik dat ik nog over had. Ik wilde een inhaalactie maken, maar werd op dat moment ingehaald. Ik kreeg stress en belandde uiteindelijk op de grond.”

Het was haar ploeggenoot Sjinkie Knegt die haar troostte: “Hij zei dat ik helemaal niet teleurgesteld moest zijn. Op mijn eerste EK deed ik al mee om de medailles. Of je dan vierde wordt of een penalty krijgt, dat komt volgens Sjinkie op hetzelfde neer. Je kunt beter een penalty riskeren dan je erbij neer te leggen.”

Zoë Deltrap EK
Liever een penalty riskeren dan je neerleggen bij een vierde plaats. | Foto: KNSB/Dennis Kruijswijk

Een val hier, een penalty daar; Deltrap geeft toe dat ze af en toe onstuimig is. “Soms ben ik een bowlingbal, omdat ik moeite heb met acties opzetten. Soms haal ik gewoon in en denk ik niet na over hoe ik dat wil doen. Daardoor bots ik vaak op andere rijdsters. Of ik denk juist te veel na en reageer dan langzamer. Ik moet veel ervaring opdoen met racen. En fouten maken, want daar leer je van. Niels zei pas: ‘De zuurste fouten geven de beste lessen.’ In mijn juniorenjaren heb ik vaak penalty’s gehad en een keer zelfs een yellow card (een dubbele penalty in een race, red.). Daar leerde ik van, want de rest van het seizoen haalde ik bijna geen penalty’s meer.”

“Harold (Silovs, coach, red.) zegt dat het komt omdat ik mezelf onderschat”, vervolgt Deltrap. “Dan kies ik voor een inhaalactie binnendoor, terwijl ik het makkelijk red buitenom te gaan. Naarmate ik meer races rijd, krijg ik dat beter onder de knie en neemt mijn zelfvertrouwen toe. Bovendien word ik sterker, waardoor ik minder makkelijk omval. Als nu iemand een beetje op mij leunt, lig ik gelijk op het ijs.”

Harold Silovs en Zoë Deltrap
Onderschatting is volgens Silovs het probleem bij Deltrap. | Foto: KNSB - Shapevisions

Die onzekerheid waar de 19-jarige schaatsster over spreekt, sluipt er vaker in. Vlak voor de mixed relay finale bijvoorbeeld. Mocht ze ineens met Teun Boer, Jens van ’t Wout en Michelle Velzeboer strijden voor de Europese titel. “Heel gaaf, maar ook heel spannend. Iedereen verwachtte dat we goud zouden winnen. Voorgaande jaren deden we dat wel met Selma, Suzanne en Yara (van Kerkhof). Die waren er nu allemaal niet bij. Ook voor de vrouwenrelay geeft het extra druk dat je in een team komt dat olympisch kampioen is. Iedereen heeft verwachtingen, maar wij kunnen niet direct dezelfde resultaten neerzetten.”

Toch mag de schaatsster meer op haar kwaliteiten leren vertrouwen. “Zelf zie ik al die kansen als een cadeautje dat ik gekregen heb door het ontbreken van die andere meiden, terwijl Niels (Kerstholt) en Jens (vriend Jens van ’t Wout) zeggen dat ik het verdiend heb en dat ik beter ben dan ik zelf denk. Inmiddels zie ik zelf ook meer de bevestiging en dat is fijn. Uiteindelijk moet je er zelf in geloven.”

Zoë Deltrap
Geen cadeautje, maar verdiend. | Foto: KNSB - Shapevisions

Aan de woorden van Deltrap proef je dat ze haar eigen verwachtingen voorbij is geschaatst. Geen wonder, want vorig jaar rond deze tijd bracht ze haar uren voornamelijk door in bed wegens een hernia. Aan het eind van dat seizoen kon ze nog enkele juniorenwedstrijdjes meepakken, maar pas in de zomer kon ze opbouwen. “Ik had niet durven dromen dat het zo snel zou gaan. Ik dacht langer nodig te hebben om op mijn oude niveau te komen. Nu sta ik weer met veel plezier op het ijs.”

Als oorzaak van haar snelle herstel wijst Deltrap haar techniek aan. “Ik schaats niet op kracht, maar vooral op souplesse. Mocht ik er nog een stapje bij willen doen, moet ik wel meer op kracht trainen. Ik heb er vertrouwen in dat ik nog verder kan groeien.” Hoewel Deltrap door haar rugblessure geen volledig zomerprogramma kon draaien, stond ze al in een A-finale op het EK en meerdere halve finales 1500 meter in de World Tour.

Doordat ze zo makkelijk schaatst – meer glijden in plaats van werken – heeft de shorttrackster meer over dan haar concurrentes op het moment dat de rondjes beginnen te tellen. “Ik heb het geluk dat ik bijna nooit verzuur aan het einde. Soms zeg ik op de trainingen dat ik vermoeide benen heb, waarop de jongens antwoorden dat ik niet eens weet hoe verzuring voelt. ‘Je mag niet zuren, jij moet gewoon doorrijden.’ Omdat ik efficiënt schaats, heb ik aan het einde meer over en kan ik dan nog rijders inhalen. Al vind ik het lastig om zo lang te wachten. Vaak word ik te zenuwachtig en begin ik te vroeg aan mijn acties.”

Komend weekend mag Deltrap naast de relays de 500 en 1500 meter rijden. Op die laatste afstand hoopt ze een plekje te bemachtigen in de B-finale, of zelfs de A-finale. Zoals haar dierbaren als boodschap op haar pak zetten: Dreams don’t work unless you do.

Zoë Deltrap
'Dreams don’t work unless you do' prijkt op het pak van Deltrap. | Foto: KNSB - Shapevisions

Vol programma Van 't Wout en Michelle Velzeboer, Knegt ook individueel in actie

Tijdens de World Tour rijden Michelle Velzeboer en Jens van 't Wout zoals inmiddels gebruikelijk het volledige individuele programma. Xandra Velzeboer, herstellend van een knieblessure door overbelasting, wil niet te snel opbouwen en slaat de 500 meter over. In tegenstelling tot het EK start Sjinkie Knegt tijdens de World Tour wel op een individueel nummer: de 1000 meter. Sven Roes, winnaar van EK-zilver, heeft opnieuw de 1500 meter toebedeeld gekregen. Daan Kos rijdt zowel de 1000 als de 1500 meter, terwijl Itzhak de Laat en Teun Boer alleen de pure sprint doen, de 500 meter. Diede van Oorschot rijdt de 500 en 1000 meter. Bibi Arts heeft geen individueel nummer toegewezen gekregen. De samenstellingen van de relays worden gedurende het weekend bekendgemaakt